Rond opensource valt beslist geld te verdienen
Ron Tolido, technologiestrateeg van CapGemini, constateert dat opensource profiteert van de scherpere controle en strengere wet- en regelgeving voor het bedrijfsleven (compliance). “Transparantie is het toverwoord. Je moet ostentatief aantonen dat wat je doet veilig en robuust is.”
Producten die in een open omgeving zijn gecreëerd, zouden stabieler kunnen zijn dan hun evenknieën uit gesloten omgevingen. Tolido merkt ook dat er steeds meer OS-producten verschijnen die hoger in de ‘stack’ zitten. Vroeger had je alleen maar het besturingssysteem (Linux), vervolgens kwamen daar databases (MySQL) bij en nu ook content management en middeware voor enterprise application integration (EAI). Op een website als SourceForge.net is inmiddels een imposante lijst van middleware-platforms te vinden die volgens Tolido “behoorlijk robuust en stabiel” zijn.
Ook een bedrijf als Compiere uit Californië maakt duidelijk dat opensource zich verbreedt. Compiere levert ERP- en CRM-applicaties die de kernactiviteiten van een bedrijf ondersteunen. Het bedrijfsmodel: de software is gratis te downloaden, maar Compiere verkoopt de diensten eromheen. Hetzelfde gebeurt door een legioen bedrijfjes dat rond Compiere is ontstaan.Een ‘opportunistische’ manier om geld te verdienen aan opensource is de ontwikkeling van nieuwe applicaties door heel snel componenten vanaf het web te plukken en samen te voegen. ‘Mash-up’ wordt deze aanpak wel genoemd. Tolido: “Op dit moment zijn het vaak nog vrij simpele toepassingen. Maar je kunt je voorstellen dat dezelfde aanpak ook voor bedrijfsapplicaties kan worden gevolgd.”
Ook op de werkplek tekenen zich veranderingen af, aldus de chief technology officer van Cap Gemini. Windows Vista komt eraan en dat is voor veel bedrijven aanleiding om opensource voor hun desktop te overwegen. “Alom in het vakgebied wordt betwijfeld of bedrijven de moed zullen kunnen opbrengen om Vista te implementeren. Want de vraag is wat je ervoor krijgt en wat je ervoor moet doen”, aldus Tolido. Deze introspectie wordt nog extra gevoed door initiatieven van Google om kantoorapplicaties via de browser aan te bieden.
Weinig verschil
Hessel Rosbergen, salesmanager bij IT-dienstverlener Finalist, vindt het maar vreemd dat het thema opensource nog steeds volle zalen trekt. Want het verschil tussen gesloten en opensource is volgens hem niet heel erg groot. Een vaak benadrukt onderscheid zit in de kosten van gebruikerslicenties. Rosbergen: “In de praktijk zijn de licentiekosten als onderdeel van een bouwproject marginaal, zo’n 10 tot 15 procent.” Licenties en onderhoud worden bij traditionele software vaak in abonnementsvorm afgenomen. “Eigenlijk is het businessmodel achter opensource hetzelfde: je probeert de klant aan je te binden en te zorgen dat hij terugkomt.”
Die binding leverancier-klant kan bij opensource niet op basis van een ‘machtsscenario’ (licenties, contracten) plaatsvinden. Het is dan zaak de software aan te bieden op basis van kracht: “Je gelóóft in je product, je gelooft dat het werkt voor de klant, en daardoor zal de klant het ook blijven gebruiken. Het lijkt dan alsof je de software weggeeft, maar uiteindelijk zal de klant weer bij je terugkomen.”
Geld is dan te verdienen met onderhoud, ondersteuning, extra features en maatwerk. Een groot voordeel van opensource is volgens Rosbergen verder dat je als opvolger van de oorspronkelijke ontwikkelaar nieuwe applicaties kunt maken waar je geld voor kunt vragen. “Er is veel angst dat wat jij in de avonduren als ontwikkelaar hebt gemaakt, door grote bedrijven wordt overgenomen en met een grote strik eromheen en een licentie verkocht. Ik denk dat je daar niet zo bang voor hoeft te zijn.”
Applicaties
Marc Vloermans, werkzaam bij B3Partners in Utrecht, koos voor opensource na slechte ervaringen met de ontwikkeling van applicaties voor IBM en Lotus. Hij vindt dat opensource te veel in één adem met Linux wordt genoemd. “Het gaat nu om de applicaties”, meent hij.
Vroeger was een veel gehoord argument voor opensource dat de broncode vrijelijk beschikbaar is. De klant wil graag de broncode zodat hij makkelijk naar een andere partij kan stappen. “Dat idee gaat er steeds meer vanaf. Geen klant gaat zich door stapels code worstelen. ”
B3Partners levert zijn producten als application service provider (ASP). Vloermans: “Wij proberen ons als bedrijf op te stellen als partij tussen programmeur en gebruiker in. Met name overheidsklanten, die op jaarbasis budgetteren, vinden het vervelend als ze vier of vijf jaar aan contracten vastzitten. Dan vinden ze Oracle ineens een stuk minder leuk.”