Standaard en lage prijs moet RFID helpen

Onderzoek dat Ordina eerder dit jaar uitvoerde wees uit dat slechts 12 procent van de daarvoor in aanmerking komende bedrijven in Nederland momenteel actief bezig is met RFID, hetzij door reeds een ‘pilot’ uit te voeren (8 procent) of door de ‘business case’ te onderzoeken (4 procent). Verreweg de grootste groep (57 procent) komt niet verder dan het inwinnen van informatie en 31 procent meent dat RFID (voorlopig) niet in de planning past. "Het gaat heel langzaam", concludeert Marcel van Trier, business consultant bij Ordina Enterprise Solutions. "Velen nemen een afwachtende houding aan." Niet wachten Wachten op de totstandkoming van standaarden is in elk geval geen excuus meer, betoogt Tony Taylor. Hij staat aan het hoofd van de Europese tak van EPCglobal, een gemeenschappelijke dochter van GS1 USA (voorheen Uniform Code Council) en de GS1-tak voor de rest van de wereld (voorheen EAN International). EPCglobal stelt zich ten doel het gebruik van de Electronic Product Code, de digitale opvolger van de streepjescode, te stimuleren. Eind vorig jaar ratificeerde EPCglobal de zogeheten UHF Generation 2 Air Interface Protocol Standard (kortweg ‘Gen 2’) voor royalty-vrij gebruik van UHF-frequenties voor elektronische productcodering. Gen2 moest een fundament creëren voor de ontwikkeling van gestandaardiseerde, interoperabele apparatuur en zo de toepassing van RFID in de supply chain bevorderen. Gen2-producten mogen overal ter wereld zonder (overheids-)licentie worden gebruikt, terwijl Gen 1 alleen door de Amerikaanse toezichthouder FCC voor gebruik in de Verenigde Staten was goedgekeurd. De Gen2-specificaties leggen een aantal minimumeisen vast op het gebied van leessnelheid, benutting van bandbreedte, betrouwbaarheid, actieradius, beveiliging en kosten. Binnen de standaard kunnen de producten in de praktijk grote verschillen in performance vertonen, dit is afhankelijk van de eisen die de gebruiker stelt en van de gebruiksomgeving. Zo kunnen de tags in Noord-Amerika theoretisch met 1500 stuks per seconde worden gelezen en in Europa slechts nog maar met 600 stuks per seconde, doordat in Europa meer beperkingen aan zendvermogen en frequentiegebruik zijn gesteld. Tijdens een conferentie van EPCglobal in Atlanta zijn enkele weken geleden de eerste tien producten gepresenteerd die zijn gecertificeerd voor Generation 2. Het betreft hier hoofdzakelijk leesapparatuur, afkomstig van zeven verschillende leveranciers, waaronder Alien Technology, Applied Wireless Devices, Symbol en Intermec. Alle producten zijn grondig aan de tand gevoeld door MET laboratories, een onafhankelijk testinstituut. Prijsdaling Volgens EPCglobal-voorman Taylor beginnen de barrières rond de RFID-technologie nu weg te vallen. Een indicatie hiervoor is de scherpe prijsdaling van de ‘tags’ of transponders, de chips met antenne voor draadloze communicatie waarmee containers, pallets, dozen en individuele artikelen geïdentificeerd kunnen worden. Volgens heersende opvattingen moet de prijs van een simpele tag tot 5 dollarcent dalen zodat wijdverbreide toepassing van RFID haalbaar is. Aanvankelijk kostten de tags minstens 40 tot 50 dollarcent, maar twee grote leveranciers zijn hard op weg richting de magische 5 cent. Medio september verlaagde Alien Technology de prijs van zijn eenvoudigste 96-bits tag (EPC Class 1) voor algemeen gebruik in logistieke ketens naar 12,9 dollarcent bij afname van minimaal een miljoen stuks. De afgelopen 12 maanden is dit type label, bijgenaamd Squiggle, 44 procent goedkoper geworden. Concurrent Avery Dennison volgde enkele dagen later met een prijsverlaging van zijn Gen1 en Gen2 ‘inlays’ naar 7,9 cent, eveneens bij kwantumafname. Inlays vormen het elektronische hart van een RFID-tag; ze moeten nog wel in een zelfklevend papieren omhulsel worden verpakt. Avery Dennison heeft een nieuw productieproces waardoor de fabricagesnelheid van inlays vergeleken met conventionele methoden met een factor tien toeneemt. Het bedrijf verwacht eind dit jaar honderden miljoenen tags op jaarbasis te leveren. Patenten Bevorderlijk voor de adoptie van RFID is dat enkele tientallen leveranciers in augustus hebben aangekondigd een dreigend conflict over patenten in de kiem te smoren. Tot de initiatiefnemers behoren Alien, Avery Dennison, Symbol en Zebra. Ze zijn van plan hun RFID-gerelateerde octrooien in een consortium onder te brengen waar leveranciers aan één loket de nodige licenties krijgen. Volgens het vakblad RFID Journal is het de bedoeling een vast royaltybedrag te vragen voor alle Gen2-producten. De inkomsten zouden volgens een bepaalde sleutel, afhankelijk van het door onafhankelijke experts toegekende belang van ieders patenten, worden verdeeld. Een probleem is nog wel dat grote partijen, waaronder marktleider Intermec met naar eigen zeggen ruim 145 cruciale octrooien, zich (nog) niet bij het consortium hebben aangesloten. Intermec was sinds juni 2004 verwikkeld in een serie rechtszaken met Symbol. Beide kemphanen hebben echter in september hun geschillen over intellectuele eigendommen bijgelegd. De rechtszaken zijn opgeschort en Symbol heeft zich aangesloten bij Intermecs eigen licentieprogramma RFID Rapid Start.