Internet zet markt voor vaste telefonie op haar kop
Spraak over IP (VoIP) voor de consument is nog geen massaproduct, maar de potentie voor de vaak veel goedkopere technologie is groot, concludeert de OESO. Eind 2006 zou wel eens de helft van het spraakverkeer al via VoIP kunnen verlopen. Breedband De OESO ziet de snelle ontwikkeling van breedbandtoegang tot internet als de belangrijkste oorzaak voor het in beweging raken van de traditioneel redelijk stabiele markt voor spraaktelefonie. De verhouding tussen de kosten voor spraaktelefonie via internet en via de traditionele telefoonlijn varieert overigens sterk per land. In september 2004 kostte een gemiddeld ‘mandje’ aan gesprekken dat de OESO voor de vergelijkingen hanteert, voor een Skype-gebruiker in Nederland ongeveer een kwart van de prijs die bij een traditioneel telecombedrijf moest worden betaald. In Australië was de Skype-gebruiker zelfs zes keer goedkoper uit, maar in Turkije, Mexico en Canada maakt het gebruik van Skype voor de prijs nagenoeg niets uit. In Tsjechië doet zich de voor een OESO-land unieke situatie voor dat de ‘Skyper’ zelfs duurder uit is dan bij traditionele telefonie vanwege de hoge terminatietarieven die de lokale telecomaanbieder in rekening brengt. Dit is volgens de OESO een teken dat de concurrentie op de lokale telecommarkt van het land nog sterk onderontwikkeld is. Traditioneel Het aantal traditionele telefoonlijnen naar huizen nam volgens de OESO-analyse in 2003 voor het eerst af en die ontwikkeling zet door. Ook bedrijven kiezen voor goedkopere alternatieven voor hun traditionele spraak- en dataverbindingen. Zo nam in Nederland voor het eerst het gebruik van huurlijnen voor internettoegang af. Bedrijven wisselen hun huurlijnen in voor de goedkopere DSL- of kabelverbindingen.