Java versus Windows: de vergeten softwareoorlog
Microsoft rommelde volgens Sun met de strakke licentievoorwaarden.
De licentieovereenkomst schrijft voor dat met Java geschreven computerprogramma’s besturingssysteemonafhankelijk moeten zijn. Sommige Microsoftprogramma’s die van Java gebruikmaken, bleken echter uitsluitend te werken met Windows95. Een Sunjurist karakteriseerde dat als misleiding: "It’s like buying a can of CocaCola and finding ginger ale inside. The customer trusted the brand and was deceived."
Gelijk
Sun dagvaardde Microsoft in oktober 1997 en de rechter gaf Sun in een tussenvonnis gelijk. Begin november 1998 moest Microsoft Windows 98 en Internet Explorer 4.0 aanpassen aan de standaard Javaprogrammatuur zoals die door Sun Microsystems is ontwikkeld, bepaalde het District Court in San Jose. Tevens diende Microsoft vooral ook op te houden de programmeertaal Java te wijzigen. Uiteindelijk werd het conflict in januari 2001 (zo’n 2,5 jaar later!) geschikt, net voor het aflopen van het licentiecontract.
Er werden nieuwe afspraken gemaakt. Microsoft mocht alle huidige producten en bètaversies met Suns Javatechnologie voor een termijn van zeven jaar blijven aanbieden en betaalt Sun daarvoor 20 miljoen dollar. Let op: de nieuwe licentieovereenkomst zegt dus niets over toekomstige producten van Microsoft. Dat hoefde van Bill Gates natuurlijk niet, omdat Microsoft inmiddels Java ging beconcurreren met de.Nettechnologie.
Maar toen in de geruchtmakende antitrustzaak Department of Justice versus Microsoft onomstotelijk vast was komen te staan dat Microsoft jarenlang het Amerikaanse kartelrecht had geschonden en ook jegens Sun Microsystems onrechtmatig handelde heeft Sun Microsoft op 8 maart 2002 opnieuw voor het gerecht gedaagd.
Schade
Die zaak loopt nog. Tussentijds wilde Sun echter in een afzonderlijke procedure (los van de eis tot 1 miljard dollar schadevergoeding) zo snel mogelijk een einde maken aan de schade die het misbruik van Microsofts monopolie het Javaplatform toebracht. Dat is nu gelukt, want de rechter in Baltimore wees op 23 december jongstleden de eisen van Sun toe. Microsofts producten moeten in de markt overleven of mislukken op grond van hun eigen waarde, zelfstandig dus, onafhankelijk van het Windowsmonopolie, aldus de rechter. Daarom verplicht de rechter Microsoft ‘stateoftheart’ Javatechnologie met het besturingssysteem Windows aan te bieden en verbiedt hij Microsoft een oudere versie van Java nog langer te vermarkten.
De uitspraak van 23 december betreft echter een tussenvonnis en de twee maatregelen dragen het karakter van een voorlopige voorziening. Dat roept de vraag op naar de houdbaarheid van het vonnis.
Het lijkt zonneklaar dat deze rechter door middel van de toegewezen vorderingen Microsoft de kans wil ontnemen nog langer misbruik te maken van de voordelen die het Windowsmonopolie biedt. "In de uiteindelijke analyses, ligt het publieke belang in deze zaak in het zekerstellen dat vrij ondernemen ook echt vrij is, zonder enige invloed (hoe klein ook) van de gevolgen van kartelovertredingen", aldus de rechter.
De rechtszaak kan natuurlijk nog jaren duren. Dan heeft Suns Javataal mogelijk helemaal het nakijken. De rechter laat duidelijk zien oog te hebben voor die bedrijfsmatige context van Microsofts onrechtmatige handelspraktijken. De juridische basis daarvoor was al gelegd in de grote antitrustzaak die Justitie tegen Microsoft had aangespannen. Daarom is de kans groot dat dit tussenvonnis in hoger beroep overeind blijft.