Servers 10 procent zuiniger in spaarstand

Dat is het resultaat van een proef op initiatief van de datacenter-energiebesparingscoalitie LEAP (Lower Energy Acceleration Program). Hierin werken diverse overheden, bedrijven en kennisinstellingen samen met als doel de komende drie jaar het energieverbruik te verlagen met minstens 20 procent.

De 10 procent energiebesparing op dataservers is gerealiseerd in pilots met 60 dataservers bij onder meer Schiphol, KPN, Rabobank en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Daarbij zijn de servers in een ‘spaarstand’ gezet die het verbruik direct koppelt aan de werkbelasting. Van performanceverlies is niets waargenomen.

Kleine inspanning

Mark Spronk, senior project manager bij Schiphol geeft aan dat zijn organisatie “met een kleine inspanning een energiebesparing van 10 tot 13 procent” heeft gerealiseerd. “Het is vooral een kwestie van je instellingen nog eens nalopen en zorgen dat je servers draaien als ze ook echt performance moeten leveren. De angst dat daardoor je prestaties worden beïnvloed, is onterecht.”

De eco-modus waar de servers in werden gezet, is volgens LEAP een instelling die klanten van datacenters zelf kunnen activeren in hardware of software.

De besparing kan vergroot worden door een beter gebruik van virtualisatie, waarbij taken samengevoegd worden in minder servers. Uit de pilots bleek namelijk dat veel servercapaciteit onbenut is. Het effect van efficiëntere virtualisatie kan nog veel sterker zijn dan de spaarstand, aldus LEAP.

Stappenplan

Dat er nog weinig aan energiebesparing wordt gedaan bij bedrijven komt volgens LEAP door een gebrek aan kennis van virtualisatie, onterechte vooroordelen over prestatieverlies bij gebruik van powermanagement en een gebrek aan prioriteit en beleid. LEAP komt daarom met een stappenplan voor het activeren van ‘powermanagement’; de Happy Flow Manual, die is opgesteld door hardwareleveranciers.

Nederland telt volgens LEAP ruim een miljoen dataservers. Als die allemaal met gebruik van de spaarstand 10 procent energie besparen, is dat gelijk aan het energieverbruik van 61.000 huishoudens.