Chinees voor de rechter wegens kritiek via Internet
Huang werd op 3 juni thuis opgepakt, één dag voor de elfde verjaardag van het legeroptreden tegen de studenten op Tiennamen waarbij naar schatting duizend doden vielen. Volgens de autoriteiten waren er op de website ook meldingen over de verboden Falung Gong en de onafankelijkheidsbeweging in de moslim-provincie Xinjinag, in het uiterste westen van China. De website, http://www.6-4tianwang.com werd gebruikt als bulletinboard voor rapporten over vermiste personen. Het getal 6-4 verwijst daarbij naar de datum van de Tiennamen-opstand. Op de website werd de regering opgeroepen om de opstand niet langer als 'contra-revolutionair' te veroordelen. Bovendien werd er melding gemaakt van corruptie door ambtenaren en schendingen van de mensenrechten. Huang wijst alle verantwoordelijkheid voor de berichten van de hand omdat de berichten door derden op de website waren geplaatst. De rechtszaak komt in een periode waarin de Chinese overheid enerzijds de economische mogelijkheden van Internet promoot en anderzijds probeert kritiek op het web aan te pakken. Providers zijn verplicht berichten met een politieke strekking bij de overheid te melden. (pli)