De stoffelijkheid van software
Tenminste als het aankomt op het inpassen van ‘iets digitaals’ in een juridisch systeem dat is ontstaan in tijden van stoffelijkheid en vatbaarheid.
We zien dit als eerste terug in de definitie van een ‘zaak’. Een zaak betreft volgens ons wetboek – kort gezegd – een voor menselijke beheersing vatbaar stoffelijk object. Vallen daar bijvoorbeeld e-mails en digitale documenten onder? Nee, was het oordeel van het Hof Arnhem in 2011. “Gesteld noch gebleken [is] dat e-mails en digitale documenten zaken zijn, nu ingevolge artikel 3:2 BW als zaken moeten worden beschouwd de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten. Daarvan is geen sprake.”