Kabinet gaat onderzoeken of Russische hackers op sanctielijst kunnen

Kamerleden gaven in het debat aanvullingen en opmerkingen op de meerjarige cybersecurityplannen van het kabinet. Minister Yeşilgöz-Zegerius gaf na een voorstel van VVD-kamerlid Queeny Rajkowsi aan dat het ministerie bereid is om te onderzoeken of het mogelijk is om criminelen op de Europese sanctielijst te zetten. De maatregel zou betekenen dat het mogelijk wordt dat het geld van de criminelen worden bevroren.

Rajkowski ergert zich aan de jonge Russische criminelen met hun geld pronken. "Cybercriminelen vallen dagelijks digitaal onze bedrijven en instellingen aan. Met het gejatte geld kunnen ze in Rusland vrij pronken met dikke wagens. Van hun bed lichten wordt dus lastig, maar we kunnen wel hun Europees gestalde geld afpakken en hun leven zo moeilijk mogelijk maken", schreef ze op Twitter. Wat het Kamerlid betreft moeten ze net als Russische oligarchen en op de Europese sanctielijst worden gezet.

Sneller informatie delen

Yeşilgöz-Zegerius gaf in het debat ook aan dat het kabinet op het initiatief van Rajkowski ingaat om aan de slag te gaan met een intensievere samenwerking tussen Nationaal Cyber Security Center (NCSC) en Digital Trust Center. Daardoor kan nog informatie over potentiële hacks bij bedrijven mogelijk nog sneller gedeeld worden. “Het is ontzettend belangrijk dat de informatie belandt daar waar het moet belanden. Wij zullen er alles aan doen om dat goed op orde te krijgen. Als het wenselijk en nodig is kunnen we technische briefings organiseren.” 

Ook D66-Kamerlid en IT-politicus van het jaar 2021 Lisa van Ginneken vindt dat de uitwisseling van informatie beter moet, zo zei ze eerder in interview met AG Connect. Zij vindt cybersecurity in Nederland nu te versnipperd. "Er zijn meerdere organisaties die een deel van de verantwoordelijkheid dragen om ons land weerbaar te maken en te houden." Zo mag het NCSC alleen dreigingsinformatie delen met zijn eigen doelgroep (het Rijk en de vitale sectoren) en met een aantal specifiek aangewezen organisaties. Daardoor is het NCSC volgens Van Ginneken geen nationaal cybersecuritycenter, “maar een vitale sector cybersecuritycenter”.

De minister komt nog terug met een meer precieze uitwerking van het voorstel.