Hoe een op de vingers getikte toezichthouder zich een slecht verliezer toont
Terecht is de tendens in de media dat het Europees Hof van Justitie (EHvJ) onze eigen privacywaakhond, de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), heeft berispt over haar te strikte normuitleg omtrent de handel in privédata. De zaak draait om de vraag of een commercieel belang een gerechtvaardigd belang kan zijn onder de Europese privacywet, de AVG. De AP vindt al lang van niet, maar het EHvJ maakt hier recent korte metten mee. De reactie van de verliezer is nogal ... opmerkelijk.
Het ‘gerechtvaardigd belang’ is één van de in artikel 6 AVG opgesomde grondslagen, op basis waarvan de verwerking van persoonsgegevens rechtmatig kan zijn. Over de reikwijdte van het ‘gerechtvaardigd belang’ is in Nederland al enige tijd gedoe. Door toedoen van onze eigen AP. Want, tegen beter weten in, stelt de AP al langer dat een gerechtvaardigd belang alleen kan voortvloeien uit de wet. En stelt aldus dat een (zuiver) commercieel belang nooit een gerechtvaardigd belang kan zijn. In haar ‘Normuitleg grondslag gerechtvaardigd belang’ schreef de AP het destijds zelf als volgt op: