China etaleert ICT op Olympische Spelen
De begroting van de Spelen bedraagt ruim 25 miljard dollar, waarvan 1,3 miljard gereserveerd is voor ICT. Uitbreiding en modernisering van de ICT-infrastructuur kost naar schatting een extra 2,5 miljard, ongeveer 10 procent van de totale begroting. Maar het sportspektakel wordt een demonstratie van technologieën die de komende jaren vele miljarden moeten opleveren. De belangrijkste is wellicht TD-SCDMA, een door China ontwikkelde 3G-technologie en concurrent van het Europees-Japanse W-CDMA en Amerikaanse CDMA2000 van Qualcomm. China’s eigen 3G-standaard moet voorkomen dat het land vele miljarden aan royalty’s betaalt aan Qualcomm, Nokia en andere buitenlandse telecombedrijven.
Succes van de Chinese standaard in China kan mondiale gevolgen hebben. Ruim een half miljard Chinezen gebruiken nu mobieltjes, en dat aantal groeit maandelijks nog altijd met ongeveer 4 miljoen. Op termijn zullen de meeste abonnees overschakelen op 3G, en succes van TD-SCDMA op de binnenlandse markt geeft de Chinese telecomindustrie de kans een inhaalslag te maken ten opzichte van W-CDMA en CDMA2000. Schaalvoordelen op de Chinese markt kunnen de kosten voor infrastructuur drukken, waardoor TD-SCDMA ook aantrekkelijk kan worden voor prijsgevoelige markten zoals India, Indonesië en Afrika.
Opvallend is dat de Chinese regering achttien maanden voor de Spelen de licenties voor 3G nog niet heeft toegewezen. Analisten vermoeden dat de uitgifte van licenties herhaaldelijk wordt uitgesteld om TD-SCDMA de tijd te geven technische problemen op te lossen en het technische niveau te bereiken van W-CDMA en CDMA2000. Volgens Chinese persberichten zijn er onder meer problemen met de videokwaliteit. Analisten wijzen ook op potentiële problemen om de drie verschillende 3G-technologieën op elkaar af te stemmen (om bijvoorbeeld met een TD-SCDMA-mobieltje naar een W-CDMA-netwerk te bellen).
RFID-standaard
China wil de Spelen ook gebruiken om RFID een impuls te geven. De technologie, beoogd opvolger van de streepjescode, wordt gebruikt voor onder meer toegangskaarten, persoonsbewijzen en logistiek. Opvallend is het gebruik van RFID voor de voedselvoorziening. Het systeem omvat boerderijen, leveranciers van kunstmest en koelwagens die restaurants bevoorraden. Elke wortel, elk pakje boter en elke fles cola wordt voorzien van een RFID-tag. Bij eventuele problemen (bijvoorbeeld voedselvergiftiging) kan de herkomst van voedsel onmiddellijk worden getraceerd.
De invoering van RFID, net als bij 3G, speelt zich af tegen de achtergrond van een mondiale standaardenstrijd. De huidige RFID-standaarden zijn het Amerikaanse Electronic Product Code (EPC) en het Japanse Ubiquitous ID (UID), onderdeel van het TRON Project. De derde, en relatieve nieuwkomer, is de Chinese Nationale Product Code (NPC). De drie technologieën verschillen op een aantal belangrijke punten, waaronder de radiofrequentie, het informatieformaat en de toepassingen die ze adresseren. In 2004 werd EPC de facto de RFID-standaard in China, mede omdat Wal-Mart en andere grote importeurs EPC gebruiken. Maar in maart riepen zeventig leden van een invloedrijk adviesorgaan de regering op om China’s eigen NPS te steunen.
China heeft als ‘fabriek van de wereld’ met een bevolking van 1,3 miljard groot belang bij de introductie van RFID. Grootschalige invoering van de technologie moet nog beginnen, maar er staat veel op het spel. Het Chinese ministerie van Informatie-industrie (MII) voorspelt dat de mondiale markt voor RFID-technologie in de komende vijf tot tien jaar een waarde kan bereiken van 300 miljard dollar. China zal als productiecentrum een grote rol spelen in de technologie en de commerciële exploitatie. Het gaat behalve om chips ook om lezers, schrijvers en aanverwante apparatuur. RFID wordt al gebruikt in de nationale persoonsbewijzen die alle Chinezen bij zich dragen.
Sommige analisten verwachten dat de verschillende RFID-technologieën uiteindelijk naar elkaar toe (kunnen) groeien. Ze stellen dat standaardorganisaties een migratiepad moeten uitstippelen dat uiteindelijk in een mondiale standaard resulteert. De industrie kan ‘multi-protocol’-apparatuur (lezers en schrijvers) produceren totdat een superieure technologie gaat domineren. Alle partijen hebben voordeel bij deze ontwikkeling. China kan zijn eigen industrie verplichten NPC te gebruiken, maar de belangrijke exportsector zal voorlopig rekening moeten houden met de wensen van de internationale markt.
Achter de schermen
Een aanzienlijk deel van het ICT-budget voor de Spelen wordt opgeslokt door Atos/Origin. Het IT-bedrijf heeft zich ontwikkeld tot hofleverancier van de Olympische Spelen. Het bedrijf verzorgde de ICT voor de Spelen van Athene en doet behalve Beijing ook Vancouver in 2010 en Londen in 2012.
De complexiteit van de Spelen (het internationale karakter en de noodzaak om enorme hoeveelheden informatie real-time te kunnen produceren) stellen speciale eisen aan de IT-systemen. Atos en het Beijing Olympisch Comité openden in januari het Integratie Test Lab waar tientallen technologiepartners hun apparatuur op compatibiliteit kunnen testen. Het gaat om informatiebeveiligingssystemen, core-softwaretoepassingen zoals het Games Management System (GMS) voor de ruim 10.000 deelnemende atleten, accreditatie voor 22.000 mensen mediapersoneel, transport, accommodatie, schedules, medische rapportage, kwalificaties, protocolinformatie et cetera.
Atos zet 3500 mensen in die 450 Intel-servers en ongeveer 5000 pc’s zullen bedienen. Het bedrijf traint bovendien honderden IT-werkers van technologiepartners en het Beijing Olympisch Comité die IT-systemen op meer dan zestig locaties moeten besturen. Het Atos-team spendeert een week aan de simulatie van de drukste dag op de Spelen om voorbereid te zijn op alle eventualiteiten, van verkeersopstopping en netwerkproblemen tot sabotage en aanslagen.
De Olympische Spelen zetten Atos op de kaart in Azië. Het bedrijf verwacht de omzet in China de komende twee jaar te vervijfvoudigen. De expertise die het bedrijf ontwikkelt om een complex, mission-criticalsysteem real-time te sturen, kan gebruikt worden bij klanten die mondiaal opereren en dezelfde eisen stellen aan een mondiale IT-infrastructuur. De eerste grote Chinese klanten zijn al binnen: de Bank of China en de China Construction bank, beide met internationale ambities.
Spraakherkenning
De Olympische Spelen van Beijing hebben drie officiële talen: Engels, Frans en Chinees. Vooral de laatste is een uitdaging voor Atos en andere westerse bedrijven. (Het Olympische IT-team van Atos heeft één Chinese onderwijzer in dienst voor elke niet Chinees sprekende werknemer.) China probeert een inhaalslag te maken om de bevolking Engels te leren, maar dr. Liu Qingfeng van de China University of Science and Technology in Hefei City ziet de Spelen als een mogelijkheid om zijn meertalig informatiesysteem internationaal op de kaart te zetten.
Liu en zijn team ontwikkelden de afgelopen jaren een hoogwaardige spraaktechnologie die nu 80 procent van de Chinese markt in handen heeft. Het gaat om drie toepassingen: de pc (bediening, voorlezen van nieuws/boeken, taalstudie), internet-informatiediensten (bankieren, overheidsdiensten) en embedded systems (mobieltjes, GPS-systemen, PDAs).
Volgens het China Internet Data Center heeft de markt voor spraakherkenningssystemen over vijf jaar alleen in China een waarde van ruim 12 miljard dollar. De technologie wordt gebruikt in onder meer de beveiligings- en telecomindustrie. Behalve de Olympische Spelen wordt Liu’s spraakherkenningstechnologie ook gebruikt op de World Expo in Sjanghai.
Liu heeft ook zijn oog laten vallen op de consumentenmarkt. Hij gelooft dat spraakgestuurde consumentenproducten binnenkort gemeengoed worden. Als spraakherkenning ingebouwd wordt in hifi-systemen, pc’s, tv’s, wasmachines en andere elektrische en elektronische apparatuur, dan is de omvang van de markt voor de technologie nauwelijks te becijferen.
Jan Krikke is publicist en Azië-correspondent voor Automatisering Gids