Gaat IBM in de applicatiebusiness?
De motivatie ligt voor de hand; middleware, databases, beheersoftware en ‘collaboration’-tools – en de bijbehorende diensten en hardware – moet je los van die applicaties aan íedereen kunnen verkopen. Maar het is de vraag hoelang IBM nog uit het vaarwater van met name SAP, Oracle en Microsoft blijft, getuige de recente SOA-ontwikkelingen en uitspraken van IT-analisten daarover. De moderne service- oriented architecture doorbreekt namelijk de traditionele lijn tussen enerzijds de functionele bedrijfsapplicaties en anderzijds de middleware (waaronder IBM voor het gemak het grootste deel van zijn software schaart). Recente SAP- en Oracle-implementaties illustreren die vervaging. In plaats van het parametriseren van bedrijfsprocessen die ín applicaties zijn vastgelegd, gaan bedrijven aan de slag met ‘business process management’-gereedschappen búiten die applicaties. Die gereedschappen gebruiken de services die door de SAP’s en Oracles zijn ‘losgeweekt’ uit hun oude applicaties, maar kunnen (met enige inspanning) ook uit de voeten met andere services en componenten. Het onderscheid tussen de leveranciers zit vervolgens steeds minder in de geboden functionaliteiten en steeds meer in de architectuur, die bedrijven optimale snelheid en flexibiliteit moet bieden bij het inzetten van die functionaliteiten. En dan gaat het dus niet meer om R/3, Siebel, e-Business-Suite of Peoplesoft, maar om SAP’s NetWeaver/BPP, Oracles Fusion, Microsofts Dynamics/.NET en ook om IBM’s WebSphere. ‘Applicatie’ is dan niet langer de term die gebruikt wordt voor een monolithische hoeveelheid code waarin alleen de leverancier de weg weet, maar een werkende compositie van services die elk kleine stapjes uitvoeren, en die binnen de bedrijfsmuren kan worden gebouwd en aangepast. Sharyn Leaver van Forrester Research ziet in een eind december verschenen rapport de concurrentie dan ook vooral ontstaan in nieuwe ‘cross-functional’-applicaties die de grenzen van de huidige grote modules van SAP en Oracle doorkruisen. “Omdat het eenvoudiger is de flexibiliteit aan de randen van de huidige applicaties te bouwen dan ze van de grond af opnieuw te ontwerpen, denken wij dat die giganten hun aandacht zullen gaan richten op nieuwe, ‘cross-functional’-oplossingen die gebruikmaken van de bestaande modules. Die aandacht opent voor IBM de deur een directe concurrent te worden.” IBM’s middleware- en diensten-takken zouden bedrijven kunnen helpen die een meer maatwerkgerichte aanpak van die ‘functiedoorkruisende’ processen wensen. Leaver noemt IBM’s aanbod voor ‘product life cycle management’ (PLM) als voorbeeld. Ook de compliance-software die IBM heeft om aan de Sarbanes-Oxley-wet te kunnen voldoen, concurreert met die van SAP en Oracle. Analiste Yvonne Genovese trok op Gartners Symposium/ITxpo begin november al de conclusie dat IBM dichter bij SAP, Oracle en Microsoft komt. “IBM zit niet in de business van de gangbare applicatieleveranciers. Maar veel van de huidige samengestelde applicaties maken al gebruik van de infrastructuursoftware van IBM. IBM zal ERP niet hercreëren, maar wel branchespecifieke processen gaan aanbieden. In de volgende generatie zitten ze op de lijn van de bedrijfsapplicatieleveranciers en IBM zal dan in feite gewoon in de applicatiebusiness zitten.” De enige grote kanttekening die Genovese plaatst, is de relatieve complexiteit van de IBM-software. “De ingebruikname van IBM’s SOA-platform is door die complexiteit problematisch voor SOA-novieten.” 2007 was ook nog eens het jaar van de grote BI-overnames. Ook die wijzen op een hevigere concurrentie tussen SAP, Oracle en IBM. In februari nam Oracle Hyperion over voor 3,3 miljard dollar – Oracle noemt business intelligence expliciet ‘middleware’. In oktober volgde SAP, dat Business Objects kocht voor 4,8 miljard euro. In november was het IBM’s beurt met zijn overnamebod op Cognos. /f.blankena@sdu.nl