IBM bindt strijd aan met Unix-servers HP en Sun
Een van die technieken is ‘micro-partitionering’. Gebruikers kunnen de Power5-processors functioneel opsplitsen in maximaal honderd virtuele processors die parallel aan elkaar verschillende taken uitvoeren. Hierbij zijn stappen van eentiende processor instelbaar. Het is ook mogelijk partities in een processor-‘pool’ onder te brengen waardoor benuttingsgraad en doorvoersnelheid worden geoptimaliseerd. De Power5-chip ondersteunt verder simultane multi-threading, waardoor de chip zich tegenover het besturingssysteem kan voordoen als twee afzonderlijke processors. Virtualisering is ook beschikbaar bij het gedeeld gebruik van schijfopslag en netwerkkaarten. Daardoor hoeft een bedrijf volgens IBM minder van dergelijke kostbare apparaten aan te schaffen. De eServer p5-productlijn bestaat uit drie modellen. Het instapmodel p5-520 is geschikt voor 2-weg symmetrische multi-processing. Een trede hoger op de ladder staat de p5-550 voor twee of vier Power5-processors. Het topmodel in de reeks, door IBM als midrange-systeem omschreven, biedt ruimte voor twee tot zestien processors. Het laatste model is alleen geschikt voor rekmontage, de andere twee zijn er ook in een deskside-uitvoering. De machines draaien onder Unix, AIX 5L, Open Source Linux. Voor bepaalde p5-570-modellen zal ook het i5/OS, de opvolger van OS/.400, leverbaar zijn. De nieuwe servers van IBM zullen het moeten opnemen tegen de Unix-servers van onder meer HP en Sun Microsystems. Volgens marktonderzoeker IDC had HP in het eerste kwartaal van dit jaar een aandeel van 31 procent op de markt voor Unix-servers, gevolgd door Sun met 28 procent en IBM met 25 procent.