Overslaan en naar de inhoud gaan

IBM stap dichterbij autonoom computersysteem

Aan het IBM-initiatief wordt deelgenomen door meer dan twintig gespecialiseerde bedrijven die meewerken om de onderliggende autonome technologieën te definiëren en te ontwikkelen. Tot dit samenwerkingsverband behoren BMC Software, Candle, Nortel Networks, Cisco Systems aan de systeemkant en Danske Bank en Terra Lycos aan de gebruikerskant. In Nederland tonen banken, verzekeraars en een chemisch concern belangstelling voor autonome e-handelssystemen.
IBM


IBM kan nu al beginnen met het in zekere mate autonoom maken van de steeds complexer wordende multivendor applicatiesystemen van grote e-handelsondernemingen. Door de bedrijfsdoelstellingen met de Active Middleware Informations Technology te vertalen naar machinetaal, kunnen incidenten in bedrijfskritische IT- infrastructuren op realtime-basis worden gemonitord, gesignaleerd, getraceerd en ‘on-the-fly’ worden gecorrigeerd.

Heterogeen
In complexe netwerken doen zich voortdurend incidenten voor waar beheerders hun handen aan vol hebben en die vaak onverklaard blijven. Naarmate de netwerkcomplexiteit in heterogene omgevingen als e-business-applicaties groeit, nemen ook de incidenten toe. De prestatieniveaus van systemen en servers worden benadeeld en het al maar drukker wordende transactieverkeer op de achterliggende open infrastructuur ondervindt hinder en zelfs schade.
Dit soort problemen grijpt over de eigen systemen en netwerken heen als bijvoorbeeld één slecht presterend systeem in het geheel de applicaties van de overige e-handelspartners nadelig beïnvloedt. Bijvoorbeeld als een deelnemer met een Apache-webserver in een Linux-omgeving, voortgedreven door een Compaq-server, via een Cisco-router en over een SUN- firewall met een elders opgestel- de IBM-dataserver moet samenwerken.
“Als we dit soort problemen willen oplossen, zullen we daar met z’n allen afspraken over moeten maken”, vindt IBM’s IT-specialist voor e-business Jack van Driel. “Met de nieuwe dienstverlening lopen we vooruit op een situatie waar we uiteindelijk naar toe moeten wanneer autonome technologieën standaard in producten en applicaties worden opgenomen.”
Sommige van deze eLiza-achtige autonoom werkende componenten zijn al aangekondigd en beschikbaar en kunnen worden ingezet. Als voorbeelden noemt Van Driel’s collega John Post de IT- director uit de Intel-omgeving en capacity upgrade on demand en intelligent resource director uit de Z-Series.

Expertsysteem
De vraag is of dit soort ad hoc- oplossingen inpasbaar is in industriestandaarden die door de gehele IT-industrie worden omarmd. In het verleden hebben overkoepelende ideeën als IBM’s tokenring network, System’s Applications Architecture (SAA) en AT&T’s Unified Network Management Architecture de open standaard niet gehaald. De oorzaak was niet zo zeer dat de technologieën niet goed of innovatief genoeg waren, maar dat ze niet waren voorbereid op de snelheid en de diversiteit waarmee de technologie en de marktinnovaties zich ontwikkelden in de richting van een veelheid aan apparaten, protocollen, datatypes en architecturen.
Hoe dan ook, met de tools en componenten uit het eLiza-arsenaal die nu beschikbaar zijn, gaat IBM voort op de ingeslagen weg om e-handelstoepassingen te autonomiseren en naar zo hoog mogelijke prestatieniveaus te tillen.
Van Driel: “E-business Management Services is een dienstverlening op afstand die gebruikmaakt van deels beschikbare en deels in ontwikkeling zijnde gereedschappen die nog niet marktrijp zijn. Daarom moet de totale set van tools vooralsnog door deskundigen (Senior IBM Global Services consultants) worden ingezet.”
“Belangrijk onderdeel daarin is een inference engine of expertsysteem waarvan de regels zijn ingebracht door IBM Global Services”, vult Post aan. “Dit expertsysteem kent en verwerkt allerlei bedrijfskritische condities van de klant, bijvoorbeeld de eis om SAP- inkooporders of ERP-transacties via het woud van databases, servers, switches, firewalls, enzovoort, binnen twee seconden uitgevoerd te krijgen. Gebaseerd op deze condities zal het systeem problemen detecteren.
Via een ‘dashboard’ wordt teruggekoppeld wanneer en waarom die condities niet worden gehaald. Zo wordt zichtbaar waar de schoenen wringen. Zolang de systemen nog niet autonoom zijn, kunnen op basis van de verkregen informatie door IBM acties worden uitgevoerd. Om de problemen zo snel mogelijk tot een oplossing te brengen, kunnen bijvoorbeeld bepaalde workloads doelmatiger over de serverfarms worden herverdeeld of kan een nieuwe end-to-end-design in de plaats komen van de historisch misgroeide point-to-point-oplossingen.”

Ingewikkelder
Het streven naar autonome systemen reikt verder dan het optimaliseren van systemen, netwerken en applicaties aan de gebruikerskant. Dat is slechts deel van een veel ingewikkelder probleem, namelijk dat intensiever en ingewikkelder wordende e-handelstoepassingen voor hun optimale werking in hoge mate van elkaar afhankelijk zijn.
Post noemt het nog toekomstmuziek, maar voor de oplossing van dit veel grotere probleem gaan zijn gedachten uit naar grid computing: het samensmelten van geografisch verspreide systemen tot één geïntegreerd, consistent en jawel: autonoom systeem. Grid computing wordt door John Patrick, IBM’s vice-president voor internettechnologie ‘het volgende grote ding na de internetexplosie’ genoemd.
In deze visie op de toekomst past IBM’s Blue Gene-project: de bouw van virtuele supercomputers bestaande uit zeer veel processors voor het simuleren van complexe eiwitmoleculen. Belangrijk onderdeel van Blue Gene is een eLiza-technologie die al enkele jaren bekend is: Small Many And Self Healing (Smash) die voorkomt dat het totale systeem lijdt onder het uitvallen van één of enkele van de vele processors.

IBM zet hoog in op eLiza-initiatief
“Eén van de grootste R&D-inspanningen die IBM ooit heeft ondernomen.” Met die woorden karakteriseerde Dan Powers, IBM Director voor internettechnologie, het eLiza-project waarmee het bedrijf in maart van dit jaar voor het voetlicht verscheen. Hoewel kunstmatige intelligentie deel uitmaakt van dit miljardenproject waarop enkele honderden wetenschappers uit de vijf R&D-labs van IBM zijn gezet, refereert de naam eLiza niet aan het bekende pseudo-intelligente prietpraatprogramma ‘eLiza’ dat in de jaren zestig door J. Weizenbaum aan het MIT is ontwikkeld. De woordspeling komt van de lizard (hagedis), het reptiel dat zich snel en gemakkelijk weet aan te passen aan de meest hardvochtige omstandigheden.
Substantieel deel van IBM’s jaarlijkse R&D-budget ter waarde van meer dan 5 miljard dollar, gaat naar eLiza om bestaande, in ontwikkeling zijnde en toekomstige technologieën onder één gecoördineerde en op de praktijk gerichte noemer te brengen. Tot de bestaande technologieën behoort onder andere Chipkill: een zelfstandig, foutcorrigerend geheugen uit de mainframe-wereld. In ontwikkeling zijnde projecten zijn onder andere de Blue Gene supercomputer (100 miljoen dollar) voor genetica-onderzoek en het Oceano-project: netwerken van Linux-servers die zich automatisch aanpassen aan snel fluctuerende workloads. Tot de toekomstige technologieën wordt gerekend een nog naamloze methode voor workload-beheer en automatische software-updating binnen grote, geografisch verspreide serverclusters.

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in