Intel: ‘recessie goed voor onze servers’
Een bewuste aanpak, zegt Ajay Malhotra. Hij is verantwoordelijk voor Intels marketing en strategiebepaling voor servers in Europa en omstreken. “Een server is veel complexer dan een desktop-pc. Je kunt daarbij geen flitsende mediacampagne gebruiken, zoals voor de Pentium 4. Met de Itanium richten we ons rechtstreeks op zakelijke klanten. Die lopen niet zomaar even naar de winkel op de hoek om een server te kopen.” Dat wil niet zeggen dat de belangstelling voor de Itanium tot dusver tegenvalt, vindt Malhotra. Hij wil geen exacte verkoopaantallen noemen, en houdt het bij de vage formulering dat er inmiddels ‘duizenden’ Itanium-processors zijn verkocht. Dat aantal zinkt in het niet bij de miljoenen jaarlijks verkochte servers. Toch houdt de Intel-manager vol: “We zijn er tevreden mee. De Itanium is geen testproduct, er zijn wel degelijk klanten die Itanium-servers als productiesysteem gebruiken.” Buitengewoon Niet voor niets waarschuwde adviesbureau Gartner bij de introductie van de Itanium eind mei dat bedrijven ‘buitengewoon voorzichtig’ moeten zijn bij de inzet van de eerste generatie van deze processor in productieomgevingen. De mogelijke prestatieverbetering weegt volgens Gartner niet op tegen de risico’s voor data-integriteit. Bedrijven die toch niet willen wachten, moeten de processor uitgebreid testen voor specifieke applicaties, was de boodschap. Familie De huidige Itanium is de eerste generatie van de Itanium Processor Family (IPF), zoals Intel zijn nieuwe 64-bits platform bij voorkeur aanduidt. In totaal heeft de fabrikant nu zes opvolgers in ontwikkeling. Volgend jaar komt de eerste telg van de tweede generatie – codenaam McKinley – op de markt. Medio 2002 moet de grootschalige productie op gang komen, de ‘platform release’. Er komen twee varianten van deze Itanium, bestemd voor respectievelijk de backend- en mid-tier-servers. Het ziet er naar uit dat de 64-bits-architectuur van Intel pas met de tweede lichting processors goed tot zijn recht komt. Malhotra erkent dat met zoveel woorden: “McKinley is zeer geschikt voor grote databases en levert hoge prestaties bij technische berekeningen. In die zin is deze processor een grote verbetering.” Op het eerste gezicht lijkt het een stap terug dat deze chip een kleinere level 3-cache krijgt dan de huidige Itanium: 3 MB versus 4 MB voor het topmodel en 1,5 of 3 MB (nu 2 of 4 MB) voor het instapmodel. Dat buffergeheugen zit echter op de chip zelf (‘on-die’) en niet op de processormodule (‘on-board’) en is daardoor veel sneller toegankelijk voor de processor. De bandbreedte van de systeembus zal gelijktijdig verdrievoudigen tot 6,4 gigabit per seconde terwijl de bussnelheid van 266 naar 400 Mhz gaat. Ook verhoogt Intel de snelheid waarop de processor-kern draait van 800 Mhz tot ‘1 gigahertz en meer’. Verder kan de toekomstige chip meer instructies tegelijk afhandelen. Al met al bieden servers met de McKinley aan boord anderhalf tot twee keer de prestaties van bestaande Itanium-systemen, zo schat Intel. In de ‘roadmap’ voor backend- en mid-tier-toepassingen staan na McKinley in 2003 Itaniums met de codenamen Madison en Deerfield vermeld. Beide processors zullen in een 0,13 micron procédé worden vervaardigd. De cache zal uiteenlopen van 3 tot 6 MB. Eveneens in 2003 moet de Deerfield-chip op de markt komen. Deze Itanium is bestemd voor servers met veel geheugen die in hoge dichtheden worden gebouwd. Goedkoper Uit een prijsvergelijking van geclusterde servers moet blijken dat de Intel Architectuur (IA) voor de klant stukken goedkoper uitpakt dan een oplossing op basis van bijvoorbeeld Sun-apparatuur. Bij gelijke prestaties is de Sun-oplossing met 96 Ultrasparc II-chips van 400 MHz dan ruim vier keer zo duur als een cluster van IBM-servers met 36 Xeon-processors op 900 MHz: 13,2 versus 3,2 miljoen dollar. Daarbij is een gebruiksperiode van vijf jaar aangehouden. Daar komt bij dat groei in prestaties de gebruiker van een IA-server met Windows niet op onevenredig hoge meerkosten komt te staan, aldus Intel. De prijs per transactie blijft bij groei in prestaties gelijk. Benchmarks zouden aantonen dat de kosten per transactie op een server van Sun Microsystems met Solaris onder dezelfde omstandigheden ongeveer vervijfvoudigen. Risc-architecturen raken in de verdrukking, wil Malhotra maar zeggen. In het tweede kwartaal van dit jaar is de verkoop van Risc/Unix-servers in West-Europa voor het eerst in drie jaar gedaald. Dat zou volgens Intel duiden op brede acceptatie van zijn serverprocessors.