Nieuwe ‘zware jongen’ van IBM gericht op middelgrote bedrijven
IBM mikt met de zSeries 890, die is afgeleid van zijn grotere broer z990, op middelgrote ondernemingen. Een belangrijke doelstelling bij het ontwerp was verlaging van de ‘instapprijs’ zodat het gebruik van een mainframe ook voor het middensegment van het bedrijfsleven interessant kan worden. Het bestaande topmodel zSeries 990, dat vorig jaar is geïntroduceerd, is bestemd voor de bovenkant van de markt. De opzet van wat kortweg de z890 heet, lijkt wel wat op die van de aloude T-Ford. Klanten kunnen kiezen uit vele kleuren, als het maar zwart is. Evenmin hoeven ze zich het hoofd te breken over talloze modellen, want er is maar één uitvoering leverbaar: de 2086-A04. Die bevat ‘af fabriek’ alles wat nodig is om door te groeien tot de maximale configuratie - zodra de klant daar behoefte aan krijgt. Het bijkopen van een sleutel maakt de sluimerende extra capaciteit op afroep toegankelijk. IBM spreekt zelf hoogdravend van een ‘dramatische nieuwe manier om tegen upgraden aan te kijken’. Granulair De z890 heeft vier centrale processors - naast een vijfde processor voor het I/O-verkeer - die ieder zeven capaciteitsinstellingen kennen. Op die manier ontstaan 28 mogelijke combinaties. Daarbij past de term granulair (fijnkorrelig), een kreet die moet aangeven dat een organisatie haar mainframecapaciteit exact kan afstemmen op de actuele behoefte. Soms kan het bijvoorbeeld aantrekkelijker zijn twee processors op halve kracht parallel aan elkaar te laten draaien dan één processor op topvermogen. John Post, senior IT-consultant bij IBM Nederland: "Het aantrekkelijke is dat de klant in kleine stapjes kan groeien. Vroeger moest hij in één klap een CPU bijkopen, wat bij een upgrade van een 1-wegsysteem een groei met 100 procent betekende, ook als hij maar 20 procent extra capaciteit nodig had." De gebruiker van een z890 kan prestaties tegemoetzien die uiteenlopen van 27 miljoen instructies per seconde (mips) aan de onderkant tot 1350 mips voor de 4-weg-configuratie op maximale capaciteit. Het instapniveau ligt circa 32 procent onder dat van de kleinste bestaande IBM-mainframe z800-0E1. Maar op topcapaciteit levert de z890 juist prestaties die 2,19 tot 2,28 keer hoger liggen dan die van de oude z800 met eveneens vier processors. Rakesh Kumar, analist van Meta Group, is kritisch gestemd over de ‘on demand’-belofte. "Er zijn nog veel praktische punten die opgelost moeten worden, onder andere op het gebied van licenties op software van verschillende leveranciers. Een granulair model is op dit moment bijna onmogelijk te realiseren. Wij adviseren klanten zich niet te laten verleiden door IBM’s marketingverhalen, maar goed te kijken naar de totale kosten inclusief onderhoud et cetera." Java De ‘general-purpose’ processors in het mainframe kunnen desgewenst voor speciale doeleinden worden bestemd. Eén mogelijkheid is het draaien van toepassingen voor Java2 Enterprise Edition (J2EE). IBM noemt deze optie zSeries Application Assist Processor (zAAP). Gebruikers kunnen op deze wijze webtoepassingen op één hardwareplatform integreren met traditionele, bedrijfskritische database-toepassingen. Zowel de z890 als de z990 is voor zAAP geschikt gemaakt. Aan het inschakelen van de Java-hulpprocessor hangt een apart prijskaartje van 125.000 dollar. Java-applicaties vragen relatief veel processorcycli, aldus senior consultant Dick Jorna van IBM Nederland. Volgens hem kan zAAP de ‘total cost of ownership’ omlaag brengen doordat de licentiekosten van de overige software niet meer op die speciale Java-processor drukken. Een andere mogelijkheid om één of meer algemene processors een eigen karakter te geven is IFL, wat staat voor Integrated Facility for Linux. IFL was al langer beschikbaar op IBM’s mainframes. Uit cijfers over 2003 blijkt dat opmerkelijk veel mainframeklanten deze optie kiezen: in Europa ligt het percentage op 60 procent, de Verenigde Staten blijven daar met 40 procent fors bij achter. Rakesh Kumar, analist van Meta Group: "De recessie was in de VS dieper dan in Europa. Daardoor hebben Amerikaanse bedrijven minder in nieuwe technologie geïnvesteerd dan Europese." Met de z890 hoopt IBM nieuwe klanten voor zijn mainframes te lokken, naast bestaande klanten die hun infrastructuur willen moderniseren of willen ’downgraden’ naar een kleiner systeem voor hun resterende legacy-applicaties. Volgens IBM-consultant Post zit er nog duidelijk groei in het mainframegebruik. "In Nederland is het aantal beschikbare mips in onze installed base in 2003 met 25 procent gegroeid. We hebben ook nieuwe klanten, zoals Audax dat van HP- en Bull-apparatuur op de zSeries is overgestapt." Opslag Tegelijk met z890 is ook een nieuw opslagsysteem aangekondigd dat daar nauw op aansluit en eveneens speciaal is gericht op middelgrote bedrijven. De TotalStorage Enterprise Storage Server (ESS) 750 heeft volgens IBM een aantal kenmerken op het gebied van betrouwbaarheid overgenomen van grotere en duurdere opslagsystemen. In de basisuitvoering heeft de ESS 750 een opslagcapaciteit van ‘slechts’ 1,1 terabyte, maar er is ruimte voor uitbreiding tot 4,6 TB. Upgrades zijn mogelijk terwijl het systeem blijft draaien. Meer dan twintig autonome voorzieningen moeten het opslagbeheer vereenvoudigen en de prestaties verbeteren. Dat laatste wordt mede bereikt door ‘multiple allegiance’, een voorziening waardoor meer dan één mainframe uit de zSeries of S/390 gelijktijdig toegang kunnen krijgen tot logische volumes op het opslagsysteem.