Sun kiest voor standaard open-sourcelicentie om Java-markt te vergroten
Van de drie Java-platformen Java Enterprise Edition, Standard Edition en Micro Edition was de eerste vorig jaar al vrijgegeven onder Suns eigen CDDL-licentie; dit platform valt voortaan ook onder de GPL.
Voor Standard Edition (SE) is de GPL uitgebreid met de zogeheten Classpath-clausule, die bepaalt dat wie applicaties bovenop Java bouwt niet per definitie vastzit aan de onderliggende licentie.
Angst
Van belang bij Suns keuze is ongetwijfeld ook diens eerder geuite angst voor een ‘fork’ in de Java-code, waardoor verschillende ontwikkelpaden zouden kunnen ontstaan. Bij de Linux-kernel onder de GPL heeft zo’n fork zich niet voorgedaan.
Java wordt onder meer bij de twee universiteiten in Amsterdam gebruikt om eerstejaars studenten Informatica te leren programmeren. Ook enkele andere studies gebruiken Java voor introducties in datatypen, variabelen, recursie en het gebruik van arrays. “Java is een van de mooiste talen voor programmeeronderwijs”, aldus Informaticadocente José Lagerberg van de Universiteit van Amsterdam. “De taal bevat alle aspecten die voor dit vak nodig zijn.” Volgens Lagerberg heeft de licentie dan ook geen invloed op de taalkeuze.
VU-Informaticadocent Matty Huntjens denkt er precies zo over. Dat Java nu dezelfde gebruiksvoorwaarden krijgt als bijvoorbeeld programmeertalen Perl of Python, maakt volgens hem voor het onderwijs niets uit.
UvA-docent Frits de Vries, die Java gebruikt bij het programmeeronderwijs aan studenten Informatiekunde: “Het is niet relevant dat Java wordt vrijgegeven. Wij gebruiken immers de gratis ontwikkeltool.”
Critici menen dat Suns zet een beetje laat komt. Scripttalen en nieuwe talen als Ruby on Rails winnen al enige tijd aan populariteit. Java Enterprise Edition (JEE5) gaat volgens analist Richard Monson-Haefel van de Burton Group ten onder aan zijn eigen complexiteit.