Sun Labs mijmert over drijvende chips
Sun Labs is te vergelijken met onderzoeksinstituten van IBM of HP. Daar verrichten wetenschappers fundamenteel onderzoek dat op korte termijn niet tot concrete toepassingen hoeft te leiden. Dergelijke instituten werken aan projecten die nog jaren op zich laten wachten, maar wel de toekomst fundamenteel kunnen veranderen. Met een staf van 200 werknemers, waarvan 80 procent promovendi, is Sun Labs aanzienlijk kleiner dan de onderzoeksinstituten van andere high tech bedrijven. Maar voor Sun is het instituut belangrijk. Vorig jaar nam het 12 procent van alle aan Sun toegewezen patenten voor zijn rekening. Daarmee haalde het binnen Sun het hoogste aantal patenten per werknemer. Condensator De chips in de oliebadjes zullen niet meer via fysieke draden met elkaar verbonden zijn, maar enkele micrometers boven elkaar zweven. De combinatie van de twee chips met de tussenliggende isolerende laag vormt in feite een condensator: door de ene chip een positieve elektrische lading te geven, wordt de tegenoverliggende chip automatisch negatief geladen. Door de elektrische lading razendsnel af te wisselen, kunnen de chips met elkaar communiceren. Een nog te ontwikkelen technologie moet de chips op hun plaats houden en bijvoorbeeld trillingen corrigeren. Het ontbreken van een fysieke verbinding biedt als belangrijkste voordeel dat de communicatie veel sneller en tot een factor vijf zuiniger verloopt. "We willen meer data in en uit de chip krijgen," vertelt onderzoeker Robert Drost die aan het project werkt. Hij verwacht dat we de technologie niet voor 2009 in praktische toepassingen zullen tegenkomen. Maar Glenn Edens, het hoofd van Sun Labs, zegt dat hij het project zo beloftevol acht, dat hij er aanzienlijk meer geld in gaat investeren. "Ik zou proximity communications graag in twee of drie jaar als realiteit zien." Edens laat zich graag voorstaan op het vermogen van zijn instituut om de overstap te maken van de wetenschapper naar een praktische toepassing. "We leggen een grote nadruk op kennisoverdracht. Onze projecten hebben Sun meer dan 2 miljard dollar aan omzet opgeleverd." Politiek Het is daarom ook belangrijk dat Sun Labs niet bij productdivisies hoeft te bedelen om financiering. Dan zouden politieke redenen een nieuwe technologie kunnen tegenhouden, zet Edens uiteen. "Met vernieuwing maak je vaak mensen pissig, omdat je iets vervangt waar iemand jarenlang erg hard aan heeft gewerkt." De Soft Ray is een voorbeeld van een onderzoeksproject dat Sun Labs heeft uitgevoerd zonder dat de betreffende productgroep daar nauw bij betrokken was. De Soft Ray is een softwaretoepassing die alles doet wat hardware van de Sun Ray thin client nu ook al doet, maar dan uitsluitend door gebruik te maken van software. Een thin client is een computer die zelf geen data of applicaties bevat maar alle benodigde software van een server haalt. Omdat IT-managers ze centraal kunnen beheren, zijn thin clients goedkoop in het beheer. Maar de systemen kennen weinig gebruikers vanwege een gebrek aan ondersteuning door softwareleveranciers en omdat werknemers ze niet als laptops of vanuit huis kunnen gebruiken. De Soft Ray rekent juist met die laatste categorie af. "Dit is het summum in gebruiksgemak," vertelt software ontwikkelaar Tom O’Neill die aan het project werkt. De applicatie werkt op het besturingsysteem, maar ontvangt zijn applicaties en bedrijfsdata nog altijd van een server, maar nu via het internet. De applicatie concurreert echter met de ook binnen Sun Labs ontwikkelde Wan Ray, een toepassing die vergelijkbare fuctionaliteit als de Sun Ray levert. Deze Wan Ray zal in het vierde kwartaal van dit jaar op de markt komen. Daarom is ook van belang dat de onderzoekers onafhankelijk kunnen doorwerken. Op deze manier voorkomt Sun Labs dat een productmanager van de Wan Ray die zijn territorium wil beschermen het onderzoeksproject dwarsboomt, en daarmee innovatie tegenhoudt.