Dienstverlening telecom uitgekleed
EZ wilde met het onderzoek duidelijk krijgen welk belang burgers hechten aan een vijftal ‘universele diensten’ die de telecomaanbieder met het grootste marktaandeel verplicht moet leveren. De onderzoekers keken ook naar de bereidheid van anderen deze diensten te verzorgen. Alleen een verplichting tot aansluiting op het vaste net lijkt nog steeds opportuun. Een nieuwe individuele aansluiting maken vergt een grote kapitaalinvestering. Aanbieders doen dit niet uit vrije wil, zoals ook blijkt uit ervaringen in andere landen. Volgens de onderzoekers kunnen hooguit mobiele netwerken een vaste aansluiting in de toekomst vervangen. Nu al blijkt de mobiele telefoon vaak een alternatief voor het vaste net. Zo heeft 11 procent van de Nederlandse huishoudens met een inkomen lager dan 17.500 euro geen vaste aansluiting. Toch beschikt 99 procent van de bevolking over toegang tot een telecomunicatienetwerk (vast en mobiel samen). Slechts 10 procent van de bevolking belt wel eens in een telefooncel. Het gaat bovendien vooral om incidenteel gebruik: slechts 2 tot 3 procent gebruikt de cel meerdere keren per maand. De ondervraagden hebben meestal wel een alternatief, mocht de cel die zij het meest gebruiken verdwijnen. De combinatie van telefoongids en bedrijvengids blijkt zeer lucratief. Door uitbreiding van het aantal gidsen neemt de animo te adverteren in een bepaalde gids wel af, merken de onderzoekers op. De kans dat er op termijn geen gratis nationale gids meer is, lijkt hen echter zeer gering. Ofschoon de noodzaak van een aantal van deze diensten minder lijkt, moet de Nederlandse overheid het eventueel opheffen van de verplichte levering ervan in Europees verband bespreken. Volgens een EZwoordvoerster bespreekt eerst de Tweede Kamer het rapport bij de behandeling van de nieuwe Telecommunicatiewet, de komende weken. Mocht de politiek de verplichtingen willen versoepelen, brengt de minister het voorstel in bij de Europese Telecomraad.