Carrièrebeurs overheid zeker geen kneuzenbeurs
De beurs is al dik een uur open als Frits van Oostrom, Universiteitshoogleraar in Utrecht, het geheel officieel opent. Met een preek, zo zegt hij zelf. “Als ik mijn familie twintig jaar geleden had verteld dat ik de Carrièrebeurs Overheid zou openen, zouden spot en hoongelach mijn deel zijn geweest. Carrière maken kan niet bij de overheid, was de mening. Maar nu is dat veranderd. De overheid presenteert zich als een dynamische werkgever: dat blijkt uit de personeelsadvertenties, waarin termen als ‘teamspirit’ en ‘toekomstgericht’ van de pagina’s spatten. Er wordt zelfs geworven voor de ‘topjob als griffier in Harderwijk’. Dat is misschien wat overdreven. Maar het is wel zo, dat werken bij de overheid interessant kan zijn. Het gaat tenminste ergens over.” En om te illustreren dat het werken in het bedrijfsleven niet zo flitsend is als het lijkt, vertelt Van Oostrom over zijn zwager, een civiel ingenieur die bij Unilever werkt. “Dat klinkt goed, hè. Maar als mensen je vertellen waar ze werken, vraag dan wat ze precies doen. Mijn zwager kwam terecht bij Calvé, bij de afdeling die zich bezighield met de marketing van de op-zijn-kop-sauzen. Die flessen die je op de kop op tafel zet. Tsja. Neem dan werk bij de overheid: daar houd je je bezig met onderwijs, gezondheid, parkeerbeleid. Dat is toch heel wat interessanter. Deze beurs is dan ook bepaald geen kneuzenbeurs.” Het publiek dat op de beurs is afgekomen, is erg divers. Veel studenten en net afgestudeerden natuurlijk, maar ook opvallend veel veertigers. En zelfs een enkele kinderwagen, misschien illustratief voor de mensen die wel bij de overheid willen werken, waar de balans tussen werk en privé immers gezond kan zijn. Claus van Weem is zo’n oudere bezoeker. “Ik ben hier concreet op zoek naar een nieuwe baan. Ik kom uit de telecom en daar is het momenteel zwaar weer, dus het is tijd om verder te kijken. De overheid is groot en veelzijdig, met veel uitdagende en technische functies.” Heeft hij al wat gevonden? “Nee. Er liggen wel veel mappen met vacatures, maar het is te druk om die goed te kunnen bekijken. Maar het is goed om hier een eerste contact met een organisatie te leggen.” Grastapijtje Provincies en gemeenten zijn goed vertegenwoordigd, evenals de ministeries. De kramen zijn sober, met wat tafeltjes, mappen met vacatures, die soms op een pc zijn te bekijken. Het ministerie van Landbouw heeft er wat meer werk van gemaakt: het tapijt is vervangen door gras met wat boompjes. Vogelmuziek klinkt op de achtergrond. Bij de heren van de luchtmacht, aan de overkant, is het rustig. “Men denkt vaak dat we alleen piloten zoeken. Terwijl we allerlei functies hebben!” Maar niet veel in de ICT, zo blijkt. “Dat betrekken we van DTO.” Het is kenmerkend voor de beurs: ICT-ers moeten goed zoeken. Alleen de Belastingdienst heeft een aparte kraam van haar ICT-directie. Bij de overige kun je alleen algemene informatie krijgen en verwijst men je hoogstens naar hun eigen IT-onderdeel, dat niet op de beurs vertegenwoordigd is. Dat is een grote teleurstelling voor een bezoeker, die anoniem wil blijven. Hij werkt nog in het bedrijfsleven, als webdeveloper, maar wil graag kennismaken met de overheid. “Ik heb wat vacatures meegenomen, omdat ik hoopte daar meer informatie over te krijgen. Maar er zijn in de stands hier geen mensen die meer over ICT kunnen vertellen. Ik had beter thuis kunnen blijven en de informatie op internet kunnen opzoeken! We leven toch in het informatietijdperk, ICT is toch zo belangrijk voor organisaties? Dan mag je toch verwachten daar meer informatie over te krijgen?” Hij komt net bij de kraam van de Belastingdienst vandaan en gaat nu naar die van de gemeente Amsterdam. “Daar zullen ze ook wel raar opkijken als ik vraag naar hun mogelijkheden voor ICT-ers”, verzucht hij. Stratenmaker als ICT-er Veel aanwezige gemeenten zijn niet op zoek naar ICT-ers. De krapte is kennelijk wat voorbij. Hans van Rooijen van het stadsdeel Oost Watergraafsmeer in Amsterdam: “We hebben een ICT-afdeling van elf mensen. Toevallig is de bezetting nu rond, er zijn onlangs nog drie ICT’ers ingestroomd. Dat zijn mensen die we hebben omgeschoold. Een stratenmaker die in zijn vrije tijd met computers hobbyt en ook nog goed met mensen kan omgaan, kan bijvoorbeeld worden omgeschoold en bij ons als beheerder aan de slag.” Een kraam waar ICT-ers wèl zaken kunnen doen, is die van het Cfi. “Dat staat voor Centrale financiële instellingen. Wij bekostigen namens het ministerie alle onderwijsinstellingen en beheren veel gegevens, dus ICT is bij ons heel belangrijk,” zegt Cees de Harte, manager van de 130 mensen tellende IT-afdeling. Hij heeft al heel wat gesprekken gehad met mogelijke nieuwe medewerkers, zegt hij. “Ook veel mensen die bij softwarehuizen werken en al dat reizen naar klanten moe zijn. Wij adverteren met de slogan ‘Voor de file thuis’, en kennelijk spreekt dat de mensen wel aan.”