Nog weinig actie rond IPv6 bij overheid en bedrijfsleven

Het ministerie wil voorkomen dat door de noodzakelijke switch van 32- naar 128-bits internetadressen problemen ontstaan. Wat de overheid zelf betreft heeft dat ertoe geleid dat IPv6 in mei 2010 op de lijst ‘pas toe of leg uit’-standaarden is geplaatst. Overheidsorganisaties moeten bij aanbesteding vragen om IPv6, en mogen daar alleen met goede redenen van afwijken.

Nederland voelt gevolgen vanaf 2012
De onderzoekers denken dat de centrale voorraad aan IPv4-adressen bij IANA rond maart zal zijn uitgeput. Op regionaal niveau zullen de eerste problemen dan eind 2011, begin 2012 voelbaar worden. Niet alle internet service providers komen even snel in de problemen, meldt het onderzoek. Sommige ISP’s verwachten begin 2012 door hun adressen heen te zijn, terwijl anderen aangeven nog tot 2014 of later met hun adresvoorraad verder te kunnen. Die inschatting komt overeen met die van Iljitsch van Beijnum onlangs op Ars Technica. Van Beijnum denkt echter wel dat het in Europa en Amerika - door terugvloeien van al wel uitgegeven, maar niet of niet meer gebruikte IPv4-adressen in de voorraad - tot ver in 2012 kan duren voor er problemen ontstaan.

Gebruikersorganisaties lijken in ieder geval te denken dat ze nog even de tijd hebben. Bij een enquête onder overheidsorganisaties en bedrijven bleek 19 procent nog niet op de hoogte van de komst van IPv6. Nog geen 40 procent van de personen die wel met de komst van IPv6 bekend waren, geeft aan dat dat protocol binnen een jaar een rol gaat spelen binnen zijn organisatie. Een op de zes schuift het probleem met ‘binnen 5 jaar’ wel erg ver voor zich uit.

Veel denken, nog weinig doen
Bij de activiteiten die bedrijven ontplooien is vragen om IPv6-ondersteuning in producten en diensten de meest gepleegde: 60 procent doet dat, of is van plan die eis binnen een jaar te gaan hanteren. Nadenken over de consequenties komt ook veel voor. 26 procent heeft dat al gedaan, en 28 procent doet dat binnen een jaar. Maar slechts 10 procent heeft al een IPv6-internetverbinding aangevraagd, en nog eens een kwart doet dat binnen een jaar.

Bij applicaties is ondersteuning van IPv6 veel minder vaak geregeld. Ongeveer een op de acht respondenten die het antwoord weten, geeft aan dat applicaties als ERP, CRM en Intranet klaar zijn voor IPv6. Het aandeel respondenten dat het antwoord schuldig moet blijven, is hoog: 30 tot 40 procent, afhankelijk van de applicatie.

ISP's zijn al een eind op streek
Internet service providers zijn al wel een stuk actiever met IPv6, blijkt uit de meting. Vrijwel alle geïnterviewde ISP’s zijn de voorbereidingsfase voorbij en zijn bezig met de uitrol van IPv6 in hun netwerk. De meeste partijen zullen tussen 2011 en 2013 hun eerste consumenten aansluiten op IPv6. In de zakelijke markt zal de vraag van klanten leidend zijn.

ISP’s die nu al krap in hun IPv4 adresvoorraad heen zijn kunnen daarbij wel tegen het probleem aanlopen dat ze niet al hun klanten een 'native dualstack' kunnen aanbieden, waarmee die hun websites via zowel IPv4 als IPv6 aanspreekbaar kunnen maken. Als op dat moment het overgrote deel van de websites en –services alleen maar via IPv4 bereikbaar is, zullen krap zittende ISP’s bovendien in hun netwerk gebruik moeten maken van technieken zoals NAT. Dat brengt voor die ISP’s wel extra kosten, complexiteit en beheersinspanning met zich mee.

Het rapport IPv6 Monitoring in Nederland: De tweede meting is te downloaden via de site van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Meer weten? Lees het dossier IPv6.