‘Nederland had grote rol bij Stuxnet-aanval Iran’

Stuxnet is een malafide computerworm die in 2010 ontdekt werd. De worm richt zich specifiek op de manipulatie van Iraanse centrifuges gebruikt bij het nucleaire programma. Hoewel later duidelijk werd dat de Amerikaanse en Israëlische geheime diensten achter het ontwikkelen van de worm zaten, was niet duidelijk hoe het in het hermetisch afgesloten complex in Iran binnen kon komen.

Nu blijkt dus dat de AIVD hier een rol bij speelde. De VS en Israël kozen voor de Nederlandse inlichtingendienst, omdat deze eenvoudiger onder de radar van Iran kon werken. Het is immers een relatief kleine dienst. Daarnaast houdt de AIVD nucleaire informatie scherp in de gaten, waardoor het al informatie had over de Iraanse centrifuges.

Naast Nederland hielpen ook Duitsland en Frankrijk bij de operatie. Duitsland leverde technische inlichtingen over de systemen die de centrifuges aanstuurden. De bijdrage van Frankrijk is onbekend.

Virus met USB-stick verspreid

De AIVD nam voor zijn aandeel in de geheime operatie genaamd Olympic Games een Iraanse ingenieur aan, die zich voordeed als monteur bij het nucleaire programma van Iran. In 2007 begint hij met de installatie van nieuwe centrifuges in het complex.

De agent verzamelde bij meerdere bezoeken aan het complex inlichtingen over de computersystemen die de centrifuges aansturen, waardoor de Amerikanen en Israëliërs hun virus kunnen laten werken. In september 2007 brengt hij het afgemaakte virus naar binnen op een USB-stick, waarmee de ingenieur het systeem van het nucleaire complex besmet.

Stuxnet zorgde ervoor dat de uitlaatkleppen van de centrifuges dicht bleven, waardoor er geen gas meer uit kan. Daardoor neemt de druk toe en draaien de centrifuges zichzelf kapot. Op de monitors staat echter dat alles werkt zoals het moet. Tegen de tijd dat de Iraanse monteurs door hebben wat er gebeurd is, heeft het nucleaire programma al anderhalf jaar achterstand opgelopen.