Basisregistraties overheid brengen burgers makkelijk in kafkaëske situatie
Het stelsel van basisregistratie is op zich een krachtig hulpmiddel om de dienstverlening aan de burger te verbeteren en het beleid van de overheid - met name op het punt van de fraudebestrijding - effectiever te maken. Maar in de huidige opzet kleven er een aantal nadelen aan de inrichting van het stelsel die aangepakt dienen te worden, concludeert de Rekenkamer.
Voor de burger het meest prangend is dat fouten bij de invoer van gegevens ontzettend lastig te corrigeren blijken bij alle instanties die van z'n basisregistratie gebruikmaken. Een fout bij de opname van het huisadres door de gemeente bijvoorbeeld, wordt overgenomen door de belastingdienst, de waterschappen, pensioenfondsen en noem maar op. Dat leidt tot kafkaëske toestanden.
Kafkaëske toestanden
De Rekenkamer heeft geen onderzoek gedaan naar het aantal incidenten, maar illustreert de problemen die kunnen ontstaan wel met een aantal voorbeelden uit de praktijk. Zoals van een gezin dat ten onrechte als geëmigreerd geregistreerd wordt, waardoor toeslagen waar het recht op heeft niet meer worden uitgekeerd, en de opbouw van AOW komt te vervallen. Of de vrouw die na het aangeven van het overlijden van haar oma in het buitenland zelf als overleden te boek komt te staan. Een spookbewoner kan ook tot ernstige financiële problemen leiden, merkte een vrouw in Rotterdam nadat haar huursubsidie werd stopgezet. Iemand had zich laten inschrijven op haar adres zonder dat de gemeente gecontroleerd had of er een verhuurders- of bewonersverklaring kon worden overlegd.
Wat deze en andere gevallen die de Rekenkamer aanhaalt gemeen hebben, is dat ze ingrijpende consequenties hebben voor de getroffene, dat het bijzonder lastig, zeer tijdrovend en soms zelfs ondoenlijk blijkt om de fout recht te zetten. De vrouw die met de spookbewoner geconfronteerd werd, kreeg bijvoorbeeld zelfs zelf de bewijslast toegeschoven dat de spookbewoner niet bij haar had gewoond. Ook kunnen fouten in de regel niet met terugwerkende kracht gecorrigeerd worden.
Maatregelen op zijn plaats
Gezien de ernst van de consequenties van fouten vindt de Rekenkamer maatregelen op zijn plaats. Daarom adviseert zij:
- eenvoudige inzage- en correctievoorzieningen te realiseren voor burgers/geregistreerden
- een gezaghebbend centraal meldpunt te realiseren waar burgers/geregistreerden terecht kunnen voor het melden en oplossen van problemen met de basisregistraties.
Daarnaast is de privacy van de burgers in het stelsel niet goed geborgd, stelt de Algemene Rekenkamer. De gegevens die worden vastgelegd worden met een groot aantal afnemers gedeeld. Maar het is niet goed mogelijk om na te gaan wie welke gegevens met welke reden heeft geraadpleegd. Op dat punt is verbetering geboden, en zouden de registraties ook transparanter voor de burger moeten worden.
Gegevens van onvoldoende kwaliteit
Een tweede probleemveld dat de Rekenkamer heeft onderzocht, is de gegevenskwaliteit. Die is onvoldoende, is de conclusie. Met name bij adresgegevens is er vaak onduidelijkheid, mede als gevolg van het feit dat het voor de gemeente lastig kan zijn om vast te stellen dat een persoon uitgeschreven zou moeten worden. Wat daarbij niet helpt is, dat er nauwelijks gebruikgemaakt wordt van de 'terugmeld'-faciliteit, waarmee afnemers van gegevens kunnen melden dat er twijfels bestaan over de adresgevens van een persoon in een basisregistratie. Gemeenten en andere 'houders van basisregistraties' steken er vaak ook te weinig energie in om te controleren of gegevens kloppen. De Rekenkamer bekritiseert nogmaals de volharding binnen de overheid in het gebruik van verschillende gegevensdefinities, waardoor instanties elkaars gegevens feitelijk niet kunnen gebruiken.
Dit heeft een negatief effect op de mogelijkheid om basisregistraties te gebruiken voor fraudebestrijding, stelt de Rekenkamer. Ze adviseert daarom:
- een overkoepelende benadering te ontwikkelen voor de inzet van gegevenskoppelingen en –analyses;
- experimenten op dit terrein te coördineren en te evalueren, zodat lering kan worden getrokken uit opgedane ervaringen;
- terugmeldvoorzieningen te verbeteren en toezichtinstrumenten te harmoniseren.
Regie overheid schiet tekort
Ten slotte constateert de Rekenkamer ook dat er te weinig regie is op samenhang binnen het stelsel. De verantwoordelijkheid voor de verschillende basisregistraties ligt bij vijf verschillende ministers. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een coördinerende rol, maar kan geen besluiten opleggen. 'De huidige governance van het stelsel van basisregistraties is nog niet voorbereid op de ‘digitale eenheidsstaat’ die zich door de vervlechting van informatiestromen aan het vormen is', concludeert de Rekenkamer. Bovendien zijn kosten en baten van de basisregistraties niet evenwichtig over de verschillende betrokken partijen verdeeld, en werpt het gebruik van tarieven voor het afnemen van gegevens uit de basisregistraties drempels op voor het (her)gebruik van deze gegevens. De Rekenkamer adviseert daarom:
- Breng een stelselwet tot stand die een fundament legt voor een eenduidige sturing, regie en doorzettingsmacht door de minister van BZK.
- Werk volgens een groeimodel en onder strakke regie aan een geleidelijke harmonisatie, ook in wet- en regelgeving, van de gegevens in de basisregistraties (data-governance) en hanteer zoveel mogelijk gestandaardiseerde stelselvoorzieningen voor de uitwisseling van gegevens.
- Zorg voor een overkoepelende financiële sturing van de basisregistraties met het oog op de transparantie van de allocatie van kosten en baten.
- Pas bij de financiering van basisregistraties zo min mogelijk tarifering van gegevensverstrekkingen toe. Stel gegevens beschikbaar als open data, waar dit zonder bezwaren (bijvoorbeeld op het vlak van privacy) mogelijk is, mede om zo de gegevenskwaliteit breder toetsbaar te maken.
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee