Effectiever conflicten beheersenmet behulp van software
Hij heeft 2,2 miljoen dollar losgekregen voor zijn Asymmetric Threat Response en Analysis Project (ATRAP), waaruit een dergelijk systeem moet voortkomen.
Software die scenario’s doorrekent is op zich niet nieuw. De onderzoekers trekken zelf een vergelijking met Deep Blue, het computerprogramma dat in 1997 van grootmeester Garry Kasparov won. Maar de twee spelers die volgens strikte regels een duel uitvechten met 32 schaakstukken zullen een peulenschil zijn voor het systeem dat Rozenblit in gedachten heeft. Dat moet rekening houden met bijvoorbeeld een samenspel van diverse paramilitaire, ethnische, criminele en/of terroristische groepen, om op die manier aan te geven hoe de stabiliteit in een conflictgebied kan worden gehandhaafd of hersteld. “Bij een schaakpartij heb je een afgebakend speelveld en een schaakzet is altijd een valide zet, maar nu hebben we te maken met een wereld zonder regels, met oneindig veel mogelijkheden en handelingen die de logica volstrekt tarten, zoals het totaal negeren van het basisinstinct tot zelfbehoud.”
Met dergelijk ‘asymmetrisch’ gedrag kunnen analisten nauwelijk overweg, maar Rozenblit is ervan overtuigd dat een complexe combinatie van computeralgoritmen dat wel kan. Speltheorie, in combinatie met genetische en co-evolutionaire algoritmen moeten samen de klus klaren die voor mensen onmogelijk lijkt. Genetische algoritmen analyseren situaties in een evolutionaire context, waarbij acties met de grootste kans op succes uiteindelijk boven komen borrelen. Co-evolutionaire algoritmes kijken daarbij hoe acties van de ene groep die van andere beïnvloeden en hoe die groepen zich in het samenspel aanpassen aan de situatie. Dat zijn op zich geen denkpatronen die de mens vreemd zijn, maar een flinke computer kan ze op veel complexere en gedetailleerder schaal te lijf. “De computer brengt daarbij patronen en verbindingen aan de oppervlakte en kan scenario’s voorspellen die wellicht nooit bij menselijke analisten zouden opkomen”, zegt projectmanager Brian ten Eyck van ATRAP.
Als de onderzoekers hun voorspelkracht eenmaal hebben bewezen, zijn ze er nog lang niet. Allereerst zullen ze dan manieren moeten bedenken om de gegevens snel en begrijpelijk op een scherm te krijgen. Beslissers zullen tezijnertijd de beschikking krijgen over grafische en driedimensionale interfaces die een juiste en snelle interpretatie van de analyseresultaten mogelijk maken. Vervolgens is er de hardwarefactor. Rozenblit en zijn onderzoekers gaan zich toeleggen op de vraag hoe je in een crisissituatie de enorme rekenkracht in stelling brengt die voor de computeranalyse nodig is. Parallelle, grid-achtige architecturen zullen de oplossing moeten bieden.
De ATRAP-software wordt ontwikkeld aan de Universiteit van Arizona, in samenwerking met het Battle Command Battle Laboratory van het Amerikaanse leger in Fort Huachuca, Arizona. Hoewel het oplossen van conflictsituaties de beoogde toepassing is, zal de software uiteindelijk ook geschikt zijn voor het analyseren van bijvoorbeeld de nasleep van een natuurramp (zoals een orkaan van het ‘type Katrina’), een epidemie of een economische crisis.