Software voor fraudebestrijding in de lift
Negen jaar geleden richtten Robin Bodaan en Richard Verheij EDR op, een bedrijf dat zich toelegt op kredietmanagement en detachering. “We hadden ook toen al contacten met telecombedrijven en banken”, zegt Bodaan. “En die vroegen ons of we software konden ontwikkelen waarmee fraude kan worden voorkomen.” Uit deze activiteiten kwam het Economic Data Network (EDN) voort, het huidige NetEconomy, dat onder algemeen directeur Jos van Trier 35 werknemers telt en zich op twee gebieden richt: telecom en banken. Net als de bancaire wereld kampt ook de telecomindustrie structureel met fraude. Zo’n 3 tot 8 procent van de omzet verdwijnt in de zakken van wanbetalers en oplichters. Het komt vaak voor dat de bellers een vals adres of naam opgeven en hun rekeningen niet betalen. Bodaan: “Maar hun belpatroon wijzigt zich meestal niet. Ook als ze van nummer of identiteit veranderen, blijven ze gewoon met hun vrienden en relaties bellen. Als beller X zich voor Y uitgeeft, wordt hij door onze software meteen als beller X herkend, waarna het telecombedrijf actie kan ondernemen.” Afwijkingen De software van NetEconomy houdt op basis van statistische analyse vooral afwijkingen in transacties of belpatronen bij. In de toekomst wordt deze techniek wellicht nog verfijnd door gebruik te maken van additionele technieken (neurale netwerken). “Onze concurrenten richten zich met name op regelgebaseerde systemen, waardoor je alleen bekende gevallen van fraude kunt herkennen”, zegt Bodaan. “Maar fraudeurs zijn erg ingenieus en verzinnen steeds weer iets nieuws, dus moet je ze steeds voor zien te zijn. Ook het gedrag van de klant verandert, bijvoorbeeld door de introductie van nieuwe producten zoals mobiel bankieren.” Niet alle afwijkingen hoeven overigens op fraude te duiden, maar kunnen ook zogenoemde ‘false positives’ zijn, oftewel gevallen waar niets meer aan de hand blijkt te zijn. De software kijkt ook naar de samenhang tussen transacties. Als fraudeurs onopgemerkt denken te blijven door steeds kleine bedragen over te maken naar een bepaald rekeningnummer, kunnen ook die transacties worden onderschept. Goedkoop is deze manier van fraudebestrijding niet: bedrijven betalen enkele tonnen tot miljoenen euro’s voor de software. Er is ook de mogelijkheid de transacties door NetEconomy zelf te laten analyseren. Daartoe heeft men in het hoofdkantoor in Leidschendam een computercentrum ingericht. De bancaire wereld maakt daar echter geen gebruik van, omdat banken niet willen dat hun gegevens buiten de deur worden geanalyseerd. “We hebben het wel aangeboden”, zegt Bodaan. “Het voordeel van centraal analyseren is dat we de software actueel kunnen houden en kunnen inspringen op nieuwe ontwikkelingen.” Concurrentie Over haar klanten doet het bedrijf niet veel mededelingen. Alleen de ING Bank, die de software als eerste gebruikte, wordt door Bodaan genoemd. Wel kan worden geconstateerd dat NetEconomy steeds meer concurrentie krijgt. In Engeland kijkt de software van Searchspace naar honderd miljoen rekeningen van onder andere The Royal Bank of Scotland en Barclays. In de Verenigde Staten is sinds kort het bedrijf Mantas actief. Ook ICT-bedrijven als IBM en Unisys hebben de markt voor fraudebestrijding ontdekt. NetEconomy hoopt haar werkterrein in elk geval uit te kunnen breiden naar online-transacties, bijvoorbeeld om creditcardfraude te voorkomen, maar creditcardorganisaties hebben zich nog niet bij het bedrijf gemeld. Wellicht komt daar verandering in nu NetEconomy vestigingen in Boston en Londen heeft geopend. Bodaan: “We zijn in elk geval al zover dat we een grote Engelse klant hebben.”