Wapengekletter over eigendom software
Bijvoorbeeld omdat het als gevolg van ondeugdelijke contracten bij anderen is beland.
Bij verkoop van aandelen, fusie of beursgang vindt onderzoek plaats naar het intellectuele eigendom van de onderneming. Bij financiering door banken, participatiemaatschappijen of venture capitalists is dit eigendom ijkpunt voor de waarde en zekerheidsobject. Aanspraken worden in een duediligenceonderzoek door gespecialiseerde juristen en advocaten tot op het bot gefileerd op zoek naar afbreukrisico’s. Een lagere koopsom of het afketsen van de deal kan het gevolg zijn. Wie zijn zaken niet in orde heeft, zal het voelen. Hieronder zes tips voor softwareleveranciers ter bescherming van – mogelijk hun belangrijkste asset – het intellectuele eigendom van software.
1. Zorg voor een geldige overdracht
Ondernemingen beginnen zelden met lege handen. Nieuw ontwikkelde software wordt overgeheveld naar een voor de exploitatie opgerichte werkmaatschappij, aangekocht uit de boedel van een failliete concurrent of in de avonduren door de oprichters ontwikkeld en vervolgens ingebracht in een besloten vennootschap. In alle gevallen is een formele overdracht vereist. Daar kan het al misgaan. De wet vereist voor overdracht namelijk een akte, dat wil zeggen een schriftelijk en ondertekend stuk. Als de akte ontbreekt of niet deugt, dan is het intellectuele eigendom nooit overgegaan. Dat kan later voor problemen zorgen. Bijvoorbeeld als de oorspronkelijke verkoper sindsdien het intellectuele eigendom heeft verloren of overgedragen of alleen nog tegen extra betaling bereid is tot overdracht. Ondertussen kan de echte rechthebbende (en dat kan dus inmiddels een ander zijn) met claims op de proppen komen. Geen fraaie scenario’s maar niet ondenkbeeldig als de relatie tussen partijen – zoals die tussen de oprichters – inmiddels is bekoeld. Zorg dan ook voor een geldige overdracht.
2. Houd intellectueel eigendom in de hand
Intellectueel eigendom is rond de ontwikkeling van software bron van misverstanden. De Auteurswet wijst namelijk als rechthebbende de maker aan: de programmeur of software-engineer die de code maakt. Voor werknemers kent de wet een uitzondering: de werkgever is rechthebbende als sprake is van een dienstverband (arbeidsovereenkomst) en het maken van de desbetreffende software valt binnen de taakomschrijving of door de werkgever opgedragen werkzaamheden. Daar ligt dus ruimte voor ongemakkelijke achterafdiscussies en regelrechte conflicten op de werkvloer. Als een programmeur op eigen initiatief – maar desnoods volledig binnen werktijd – een mooie tool of module ontwikkelt, wie is dan de rechthebbende? Dat kan de programmeur zelf zijn. Freelancers (werkzaam op opdrachtbasis) zijn geen werknemers met een dienstverband en sowieso zelf rechthebbenden. Datzelfde geldt voor stagiairs. Bij uitzendkrachten en gedetacheerde medewerkers liggen ook problemen op de loer. In de praktijk blijkt intellectueel eigendom daardoor deels ‘weg te lekken’. Tijdens een duediligenceonderzoek kan een koper om die reden besluiten tot intrekking van een initieel overnamebod.
Naast deugdelijke arbeidscontracten is schriftelijke vastlegging van opgedragen taken nodig zodat de taakomschrijving van werknemers alle ontwikkelingsactiviteiten blijft omvatten. Contracten met freelancers, uitzendkrachten, gedetacheerden en stagiairs moeten bepalen dat het intellectuele eigendom – al voor zover mogelijk bij voorbaat – aan de onderneming wordt overgedragen. Ook zullen de ontwikkelaars afstand hebben te doen van persoonlijkheidsrechten, zoals het recht op vermelding van hun naam als maker van het werk. Herstel van gebreken is niet altijd mogelijk. Het is daarom verstandig het vooraf te regelen.
3. Stel volledige dossiers samen
Aanspraken op intellectueel eigendom moeten kunnen worden hardgemaakt, zowel bij overdracht of financiering als voor de rechter. Lakmoesproef bij uitstek is de inbreukprocedure. In de rechtszaal worden zaken af en toe gewonnen op slimmigheid maar veel vaker verloren op gebrek aan bewijs en onvolledige dossiers. Door de lange levensduur en ontwikkelingstijd van software gaat belangrijke informatie verloren. Een kennisinstelling die een intern ontwikkelde oplossing op de markt wilde brengen, zag hiervan af toen de intellectuele eigendomsvraag niet te beantwoorden bleek. Een eerste versie had al gedraaid eind jaren tachtig voorafgaand aan privatisering. Sindsdien hadden nieuwe versies, medeontwikkeld door externe partijen, het licht gezien. Contracten en documentatie waren tussen fusies en verhuizingen verdwenen.
Vereist is dat relevante communicatie – waaronder uiteraard alle contracten – en alle versies (ook een ‘proof of concept’ en testversies) bewaard blijven. Laat om de bewijspositie verder te verstevigen stukken – zoals broncodes – registreren om het tijdstip vast te leggen. Vanoudsher kan dat bij de Belastingdienst. Het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom biedt tegenwoordig en tegen geringe kosten onder de naam i-depot de mogelijkheid tot online registratie.
4. Sluit contracten die geen afbreuk doen
De waarde van intellectueel eigendom op software ligt in de exploitatiemogelijkheden. Daar schuilen ook bedreigingen. Gerechtelijke procedures en arbitrages gaan vaak over softwaredistributiecontracten, licenties, partnerships of maatwerkontwikkelingsovereenkomsten. Onvolledige en onduidelijke afspraken zijn daar niet zelden debet aan. Klassiek voorbeeld zijn exclusiviteitsafspraken in distributiecontracten. Exclusiviteit is geen duidelijk begrip. Regelmatig blijken partijen daarover achteraf uiteenlopende ideeën te hebben gehad. Nog erger wordt het wanneer de exclusiviteit onvoldoende is gekoppeld aan targets, de dealer voor langere duur exclusiviteit is verleend of in het contract een concurrentieverbod ontbreekt. Het gevolg: juridisch wapengekletter en het uitblijven van succesvolle exploitatie van de software.
Zorg voor contracten die ongewenste vormen van gebruik, wijziging of verspreiding tegengaan. Behoud intellectueel eigendom voor (zie Fenit-voorwaarden) en tracht het ontstaan van gedeelde intellectuele eigendom te voorkomen of te minimaliseren. Daarbij ligt namelijk altijd het risico op de loer dat één partij de handrem aantrekt en exploitatie belemmert. Een uitkomst waar doorgaans niemand bij gebaat is.
5. Treed op tegen inbreuk
Succesvolle producten krijgen navolging. Soms is het niet mogelijk of opportuun daartegen op te treden. Andere keren wel. Bij inbreuk staat de weg naar de rechter open. De noodzaak kan acuut zijn. Een website moet meteen uit de lucht of een inbreukmakend softwarepakket dient direct uit de handel te worden gehaald. Bij spoedeisende zaken kunnen in een kortgedingprocedure voorlopige maatregelen worden gevorderd zoals een rechterlijk bevel of een verbod. Desnoods op straffe van een dwangsom voor iedere dag dat de inbreuk nog voortduurt. De dwangsommen dienen dan als stok achter de deur. Ook beslaglegging staat open om de hand te leggen op bewijsmiddelen of om de financiële middelen van de inbreukmaker – denk aan bankrekeningtegoeden – te laten bevriezen in afwachting van de uitspraak van de rechter. In plaats van schadevergoeding kan de veroordeling worden gevorderd tot afdracht van de met de inbreuk gemaakte winst. Door op te treden tegen inbreuk wordt aantasting van de waarde van het intellectuele eigendom voorkomen.
6. Bewaar intellectueel eigendom op een veilige plek
Menig onderneming strandt in de faillissementskamer van de rechtbank. Daar hoeft het niet te eindigen. Een commercieel succesvolle webapplicatie of CRM-systeem zou de gezonde basis kunnen vormen voor een doorstart. Dat wordt lastig als de intellectuele eigendom in de failliete boedel valt. Onderhandelingen met de curator over de koop ervan zijn kostbaar want de klok tikt in het nadeel van de potentiële koper. Een Rotterdams bedrijf werd enige tijd terug overvallen door het uitspreken van het faillissement. Dat was op een dinsdagochtend. Gesprekken over herfinanciering kwamen moeizaam op gang en ondertussen verspreidde het nieuws van het faillissement zich als een olievlek. Op woensdag ontstond grote onrust onder de medewerkers. Op donderdag werd de grootste klant door een concurrent weggekaapt. Toen ten slotte de curator op vrijdagochtend uit de onderhandelingen stapte, waren de kansen verkeken. Binnen drie dagen was het doek gevallen.
Breng het intellectuele eigendom onder in een vennootschap of aparte stichting die niet het risico loopt te worden meegesleurd in een faillissement. Overheveling is niet zonder juridische haken en ogen. Als dat gebeurt in het zicht van faillissement is het te laat. De curator zal bij benadeling van de schuldeisers de transactie ongedaan kunnen maken en mogelijk grond zien voor claims wegens faillissementsfraude. Wie het laat aankomen op halsoverkop crisismaatregelen is overgeleverd aan de grillen van de curator.
Robert Grandia is juridisch adviseur bij ICT~Office, de branchevereniging voor de IT-, telecom-, internet- en officebedrijven in Nederland (www.ictoffice.nl).
Bescherming: Intellectueel eigendom
Intellectueel eigendom (Intellectual Property of IP) beschermt voortbrengselen van de geest. Niet de (fysieke) auto zelf maar de vormgeving ervan, de techniek onder de motorkap, de naam en het logo. Het is een verzamelnaam voor in wetten en internationale verdragen geregelde rechten waaronder merkenrecht, octrooirecht (patent), auteursrecht en databankenrecht. Om een indruk te geven: de IP-portfolio van Philips omvat wereldwijd omstreeks 80.000 octrooien, 16.000 merkregistraties, 15.000 modelregistraties en 1600 domeinnamen.
Software als zodanig is niet vatbaar voor octrooi. Voor de bescherming is vooral het auteursrecht van belang. Auteursrecht komt toe aan de maker van een werk (de wet spreekt over ‘een werk van letterkunde, wetenschap of kunst’). Een zekere mate van oorspronkelijkheid is vereist. Voor het auteursrecht geldt niet, anders dan bij merkenrecht en octrooirecht, het vereiste van inschrijving in een register of toekenning door een instantie. Auteursrecht op software ontstaat bij het maken van de regels code. Het werk hoeft niet af te zijn. Ook alfaversie 1.0 of een prototype is beschermd. Documentatie zoals een implementatierapport, blauwdruk, requirements specification, technisch ontwerp of testverslag is ook beschermd. Auteursrecht beschermt wel de uitwerking maar niet het achterliggende (abstracte) idee.
Juristen reserveren de term ‘knowhow’ voor niet of nauwelijks door intellectueel eigendom beschermde immateriële verworvenheden zoals een marketingconcept, de imagorechten van een bekende voetballer, een wiskundige formule en de algoritmen in software. In de praktijk vindt bescherming vaak plaats door geheimhouding op te leggen aan ingewijden (Non-Disclosure Agreements), verzwaard met contractuele boetes.