Windows Update krijgt drie 'snelheden'

Microsoft gaat steeds meer de kant op van concurrenten als Apple en Google, die hun besturingssystemen voortdurend verbeteren. Voor zakelijke toepassingen kan zo'n stroom functionele veranderingen echter vervelend uitpakken. Dat verplicht IT-beheer namelijk om voortdurend te testen of de interne, vaak zelf ontwikkelde of van aanpassingen voorziene toepassingen niet in problemen raken door de aanpassingen in Windows.

Vanaf Windows 10 gaat Microsoft daarom een update-proces van drie snelheden introduceren. Voor de consumentenmarkt zullen naast de beveiligingspatches en bug fixes ook functionele verbeteringen doorgevoerd kunnen worden in de maandelijkse patchronde; de tijd dat daarmee gewacht werd tot Service Pack dan wel een volgende versie is met Windows 10 voorbij.

Daarnaast kan men kezen voor twee andere vormen. De meest strikte vorm lijkt op het huidige Windows Update, waarin alleen beveiligingspatches en bug fixes worden verspreid. Die is met name bedoeld voor organisaties die hun kernsystemen niet durven blootstellen aan een functioneel enigszins gewijzigd Windows. Daarnaast kom er een tussenvorm, waarbij een deel van de verbeteringen wel, en een ander deel niet aangebracht wordt. Hoe dat onderscheid tussen de wel en niet aan te brengen wijzigingen wordt bepaald, is nog onduidelijk.

Organisaties hoeven niet voor alle clients hetzelfde update-model te kiezen, schrijft Jim Alkove op het Windows-blog. Ze zullen per client in kunnen stellen, welk regie van toepassing is.