Overslaan en naar de inhoud gaan

Soepele referentiearchitectuur als hulpmiddel bij innovaties

De klassieke referentiearchitectuur lijkt te strikt en stijf om te gebruiken voor de vele disruptieve innovaties waar organisaties mee te maken krijgen. De nieuwe, soepelere bimodale referentiearchitectuur kan dat veel beter, ziet Richard Valkering. 

Bedrijven, instellingen en overheden hebben voortdurend te maken met nieuwe innovaties. Hoe disruptief een innovatie ook kan zijn, het is de vraag hoe de nieuwe technologie of werkwijze ingepast moet worden in het huidige IV-landschap van een organisatie. Dit kan een aardige puzzel zijn: er is waarschijnlijk een aansluiting nodig met andere (legacy?) applicaties, nieuwe functionaliteit kan overlappen met bestaande applicaties en het is de vraag hoe aangesloten moet worden op bestaande standaarden. Daar komt de digitale architect om de hoek kijken. Architecten kunnen helpen bij het ontwerpen van verschillende scenario’s en de samenhang met de bestaande applicaties in kaart brengen.

Referentiearchitecturen

Het werk van de architect bestaat onder meer uit het maken van modellen ter ondersteuning van de vraagstukken van de stakeholder. Deze architecten kunnen daarbij gebruik maken van referentiearchitecturen om hun werk te versnellen. Dit hulpmiddel wordt vaak ingezet bij softwareontwikkeling, maar referentiearchitecturen kunnen ook voor business design gebruikt worden.

In deze referentiearchitecturen is de kennis en kunde van veel architecten vastgelegd, en daar zit dan ook een deel van de winst van het gebruik ervan. Er gaat echter een tijdrovend proces aan vooraf om te komen tot dit product: best practices moeten worden verzameld, gewogen en geconsolideerd. En zeker wanneer een referentiearchitectuur gebruikt wordt bij afstemming in een sector, moet je ook op enige stabiliteit kunnen rekenen.

Een stabiele, betrouwbare referentiearchitectuur - dat lijkt niet rijmen met een snel veranderende wereld waar innovaties steeds voor veranderingen zorgen. Hebben referentiearchitecturen nog een plaats in die snel veranderende wereld?

Kwaliteit

Er zijn verschillende methoden om te kijken naar de kwaliteit en de waarde van architectuur en architectuurmodellen. Er kan gekeken worden naar de kwaliteit van het architectuurproduct zelf. Zo is er het Conceptual Modeling Quality Framework van Nelson e.a. (2011), dat op basis van een gestructureerd model 24 kwaliteitsattributen presenteert. Voorbeelden daarin zijn syntactische kwaliteit, waarin gekeken wordt of het model voldoet aan de modelleertaal. Of empirische kwaliteit, waarbij het gaat om in hoeverre het model een kloppende weergave is van de werkelijkheid. Maar er kan ook gekeken worden naar de waarde die het modeleerproces heeft opgeleverd, of hoe lang het product zijn waarde vasthoudt. Zie daarvoor de Return on Modeling Effort (RoME), Value in Action (ViA) en de Retention of Modeling Effort (RiME), van Proper en Guizzardi (2022).

Bij de kwaliteit van referentiearchitecturen speelt een extra dimensie: het is een product dat gemaakt wordt om een ander product te maken. Een referentiearchitectuur moet dus ten eerste zorgen dat het proces om te komen tot het andere architectuurproduct efficiënter en/of sneller verloopt, maar daarnaast moet het een positief effect hebben op de kwaliteit van dat betreffende eindproduct. Om de waarde van referentiearchitectuur te bepalen kijk je dus naar twee processen: (1) het gebruik van de referentiearchitectuur om een lokaal architectuurproduct te maken, en (2) het gebruik van dat eindproduct door de stakeholder om een vraagstuk op te lossen.

In mijn onderzoek naar de HORA (zie kader) heb ik daarvoor het volgende model opgesteld. Het model gaat in basis uit van de twee bovengenoemde processen en kijkt als eerste naar de stakeholder die het eindproduct gebruikt. 

Bimodale referentiearchitectuur
©

Stap 1 is het valideren van het vraagstuk: welke innovaties komen er op de organisatie af? Dit kan zowel bij de architect als de stakeholder nagevraagd worden, beiden zullen daar hun eigen denkbeelden over hebben. Daarnaast kan onderzoek gedaan worden in verschillende externe bronnen, zoals vakliteratuur of nieuwsberichten over innovatie. Stap 2 is het valideren van het modelleerproces: gebruikt de architect inderdaad de referentiearchitectuur bij het maken van het advies? Deze stap richt zich op de interne architecten. Hierna kan beoordeeld worden of de referentiearchitectuur goed bijdraagt aan het modelleerproces. In stap 3 wordt beoordeeld hoe bruikbaar de referentiearchitectuur is voor het maken van lokale architectuurbeschrijvingen. In stap 4 wordt beoordeeld of de waarde die het modelleerproces zelf oplevert dankzij de referentiearchitectuur verhoogd is. In de eerste instantie kan dit bevraagd worden bij de architecten zelf: hoe zij ervaren in hoeverre hun werk verbeterd wordt door het gebruik van de referentiearchitectuur, of dat zij zelf zien dat de stakeholder meer tevreden is met hun werk.

Innovatie in het Hoger Onderwijs

Het hoger onderwijs heeft voortdurend met digitale innovaties te maken. Bekende voorbeelden zijn de opkomst van massive open online courses (MOOCs), digitaal toetsen en online onderwijs. En natuurlijk, de stormachtige opkomst van Generative AI door de lancering van ChatGPT in het najaar van 2022. Soms is het hoger onderwijs zelf in control, soms wordt het hoger onderwijs erdoor overvallen. Maar altijd ligt de vraag op tafel: wat kunnen we ermee en wat moeten we ermee? Vaak hebben keuzes daarin effect op het IV-landschap van een instelling.

Digitale architecten die aan dit vraagstuk werken kunnen voor hun modellen gebruik maken van de Hoger Onderwijs Referentie Architectuur (HORA). Dankzij deze referentiearchitectuur kan een architect sneller modellen maken en sluit de terminologie in de modellen aan bij andere architectuurbeschrijvingen in de sector. Hierbij is wel een uitdaging: een referentiearchitectuur is het gevolg van een gedegen samenwerkingsproces en moet een stabiele basis bieden. Innovaties zijn daarentegen nieuw en de ontwikkelingen volatiel. Hoe is dat te combineren?

Voor mijn masterscriptie heb ik hier onderzoek naar gedaan. Met een voor dit onderzoek ontwikkeld Assessment Model is de HORA onderzocht op de bruikbaarheid bij innovatie. Dit heeft geleid tot een overzicht van ontbrekende elementen binnen de HORA, maar ook tot een werkwijze om innovatieve elementen te combineren met een stabiele referentiearchitectuur.

Bimodale referentiearchitectuur

Het gebruik van een referentiearchitectuur als een stabiele, betrouwbare bron voor sectorbreed bedrijfsontwerp lijkt in strijd te zijn met een snel veranderende wereld. Het concept bimodale referentiearchitectuur zou hier een uitkomst kunnen bieden. Een groot deel van de referentiearchitectuur is daarbij nog steeds stabiel, maar voor innovatieve nieuwe concepten of technologieën worden meer fluctuerende elementen toegevoegd.

Deze werkwijze zal in ieder geval goed van pas komen in sectoren waar gezamenlijk gewerkt wordt aan innovaties of waarbij innovatie alleen mogelijk is in nauwe samenwerking met andere partijen. Dit zou in ieder geval gelden voor het hoger onderwijs, waar bovengenoemd onderzoek is uitgevoerd. Maar denk bijvoorbeeld ook aan defensie, waarbij verschillende landen samenwerken in NAVO-verband.

3 benaderingen

Om dit te laten werken zijn drie benaderingen nodig. Allereerst zou de referentiearchitectuur vaker moeten worden bijgewerkt. Innovatieve ontwikkelingen moeten in een vroeg stadium worden geëvalueerd om te zien welke elementen interessant zijn om toe te voegen aan de referentiearchitectuur.

Ten tweede: die elementen moeten als zodanig worden gemarkeerd, zodat ze zowel door de producenten als door de gebruikers van de referentiearchitectuur kunnen worden herkend. Zo weten de makers van de referentiearchitectuur welke elementen ze nauwlettend in de gaten moeten houden op verandering, en weet de gebruiker dat als hij die elementen in een lokale architectuur gebruikt, hij op een later moment moet controleren of de elementen niet veranderd zijn.

En ten derde zouden die elementen ook op een later moment geëvalueerd moeten worden. Is de innovatie een duurzaam concept gebleken? En kloppen de definities nog, nu de innovatie gemeengoed is geworden?

Randvoorwaarden bimodale referentiearchitectuur

  • Herzie de referentiearchitectuur regelmatig.
  • Markeer nieuwe, innovatieve elementen die nog in ontwikkeling zijn
  • Evalueer bij de herziening minimaal de nieuw toegevoegde innovatie elementen

Flexibel én betrouwbaar

Met deze werkwijze kan een referentiearchitectuur ook in een snel veranderend IT-landschap nog steeds zijn nut hebben. Het markeren van de flexibele en innovatie elementen in een referentiearchitectuur laat zien waar nog beweging in het model zit. Hiermee wordt een referentiearchitectuur beter beheersbaar, en wordt de bruikbaarheid in innovatieve omgevingen vergroot.

Dit artikel is gebaseerd op onderzoek van Richard Valkering naar het gebruik van referentiearchitectuur bij disruptieve innovatie, in het kader van zijn recente Executive Master in Enterprise IT Architecture aan de Antwerp Management School. Zie zijn masterscriptie “A Model to Assess the Use of Reference Architecture in Responding to Disruptive Innovation: A Higher Education Case”.

Referenties:

Proper, H. A., & Guizzardi, G. (2022). Modeling for enterprises; let’s go to RoME ViA RiME. In 15th IFIP Working Conference on the Practice of Enterprise Modeling. https://ceur-ws.org/Vol-3327/paper02.pdf

Nelson, H. J., Poels, G., Genero, M., & Piattini, M. (2012). A conceptual modeling quality framework. Software Quality Journal, 20(1), 201–228. https://doi.org/10.1007/s11219-011-9136-9

Magazine AG Connect
Dit artikel verscheen ook in AG Connect editie 3 2024. Wil je het blad ook ontvangen? Bekijk dan onze abonnementen.

Reacties

Om een reactie achter te laten is een account vereist.

Inloggen Word abonnee
AV
Atilla Vigh 27 juni 2024

Jammer dat de onderzoekers van referentiearchitectuur zijn blijven hangen bij IT.
Zeker als je disruptieve veranderingen wil doorvoeren in je organisatie, gaan hele andere krachten in je organisatie een veel belangrijkere rol spelen. Ik zou het een uitdaging vinden dat het vakgebied eindelijk eens de gehele organisatie als zijn speelveld ziet en niet alleen dat beperkte IT domein. Dat betekent ook dat referentie-architecturen ook elementen van de rest van de organisatie zal moeten gaan bevatten. Dan biedt je organisaties juist een integraal beeld van de stand van zaken in je branche. Overigens zullen organisatisch juist bij het omarmen van alle aspecten van een organisatie, zich veel beter kunnen onderscheiden met hun branchegenoten.
Overigens blijf ik het erg komisch vinden dat we nog steeds praten of disruptie, dat is zo "begin deze eeuw".
We hebben een aantal disruptieve veranderingen meegemaakt deze eeuw: mobiel en cloud als je alleen naar IT kijkt (en nee niet blokchain, AI, etc....). Als je naar disruptieve veranderingen kijkt buiten de IT, was de grootste de Corona-pandemie. En dat was een ongeplande. We moeten echt gaan stoppen met het beeld neer te zetten dat de wereld wordt overspoeld door een zee van disruptieve veranderingen. Dat is feitelijk onjuist. Waar we mee overspoeld worden zijn voor busladingen hypes. Van de 100, beklijven er maar een of twee.
Het gebruik van referentie-architecturen zoals ik het zie, is niet gelegen om zoveel mogelijke potentiële disruptieve veranderingen te laten landen in je landschap, maar om daar samenwerking in je branche te bevorderen door gemeenschappelijke producten te ontwikkelen en je eigen doelarchitectuur te kunnen ontwikkelen.
Misschien een leuke vraag: is een referentie-architectuur een modelmatige weergave van de huidige situatie voor een specifieke branche of is een referentie-architectuur een potentiële modelmatige weergave van een toekomstige situatie?

RV
Richard Valkering 28 juni 2024

Beste Atilla,
Dank voor je reactie! Je haalt meerdere punten aan, waar ik graag even op in ga.
Ten eerste ben ik het eens dat degenen die in de ICT-branche werken (welke professie dan ook) niet alleen naar het ICT-domein moeten kijken. Maar ik denk ook niet dat het zo zwartwit is als je stelt. Gelukkig ook maar. En zeker voor de invalshoek die ik gekozen heb in mijn onderzoek is de referentiearchitectuur juist bedoeld voor business design (t.o.v. referentiearchitectuur die gebruikt wordt voor software ontwikkeling). Ook de HORA, waar ik in mijn onderzoek naar keek, bevat juist ook procesmodellen en gaat niet alleen over ICT. Aan de andere kant, bij een vergaande digitalisering is er altijd een zeer sterke ICT-kant aan alles wat je doet. Daardoor lijkt het wellicht dat daar alleen naar gekeken wordt.
Je opmerking over disruptie snap ik. Ik heb daar in mijn thesis ook een stuk van die strekking over geschreven (kort samengevat in de inleiding op p. 7, en wat meer uitgewerkt in het hoofdstuk op pp. 14-16), waarbij de conclusie was dat architecten ook bij potentiële disruptie kunnen bijdragen in de analyse en het uittekenen van de scenario’s. En de soepelheid van het voorgesteld model moet er ook voor zorgen dat tegenvallende hypes weer snel verwijderd of aangepast kunnen worden.
En ik ben het ook met je eens dat deze manier van kijken naar de referentiearchitectuur vooral veel betekent voor branches waar sterk wordt samengewerkt, zoals het hoger onderwijs.
En dan het antwoord op je laatste vraag: dat kan het beiden zijn, mede afhankelijk van het doel van de maker van het referentiemodel. En dat zou dus bij de publicatie ook duidelijk gemaakt moeten worden welke keuze daarin gemaakt is. En die keuze zorgt ook voor een ander ‘productieproces’. In het eerste geval doe je onderzoek naar de sector, kijk je hoe dingen nu gedaan worden en extraheer je daar een generalisatie uit. Als juist de toekomst beschreven wordt, ben je meer bezig om de verschillende plannen en roadmaps te bekijken, gekoppeld aan maatschappelijke en technologische ontwikkeling. En dat is iets meer koffiedikkijken, want hoe haalbaar zijn de roadmaps en – zoals je al aangaf – welke hypes zijn blijvertjes?

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in