Aantal werkloze IT’ers zakt onder de 6000

Dat blijkt uit vandaag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en UWV WERKbedrijf.

Eind november telde ons land 5.894 niet-werkende ICT’ers met een WW-uitkering. Een maand ervoor waren het er nog 6.044, dus in een maand tijd daalde het aantal werkloze ICT’ers in de WW met 2,5%. Op jaarbasis was er sprake van een afname van maar liefst 16,6%, want eind november vorig jaar stonden er nog 7.068 werkloze ICT’ers ingeschreven voor een WW-uitkering bij het UWV.

Relatief veel ouderen in de WW

Het grootste deel van de ICT’ers met een WW-uitkering is ouder dan 50 jaar. Op 1 december ging het om 3.208 WW’ers in die leeftijdscategorie. In de leeftijdscategorie 27 tot 50 jaar gaat het om 2.437 ICT’ers met een WW-uitkering en de groep onder de 27 jaar bestaat slechts uit 249 ICT’ers in de WW.

In de eerste elf maanden van 2018 ging het in totaal om 5.803 nieuwe WW-uitkeringen voor ICT’ers. Dat is een afname van 12,6% ten opzichte van de vergelijkbare periode in 2017. Van alle nieuwe WW-uitkeringen die dit jaar verstrekt zijn, gaat het slechts in 2% van de gevallen om ICT’ers. Bedrijfseconomische- en technische functies spannen elk met een aandeel van 19% de kroon.

Dit jaar werden er al 7.141 WW-uitkeringen voor ICT’er beëindigd. Dat zijn er wel 3,6% minder dan in de eerste elf maanden van 2017. In 2.824 gevallen werd de WW-uitkering beëindigd vanwege werkhervatting, in 2.565 gevallen gebeurde dit omdat de maximale duur van de WW was verstreken.

Arbeidsparticipatie stijgt

Nederland telde eind november in totaal 326.000 werklozen, wat neerkomt op 3,5 procent van de beroepsbevolking. Een maand eerder lag het werkloosheidspercentage nog op 3,7 procent. UWV registreerde eind november 267.000 lopende ww-uitkeringen. In alle beroepsgroepen is de instroom van nieuwe ww-uitkeringen de afgelopen elf maanden afgenomen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Procentueel is de sterkste daling zichtbaar bij technische beroepen en pedagogische beroepen.

De arbeidsparticipatie is volgens CBS gestegen tot een nieuw hoogtepunt. Bij het begin van de crisis was 68,3 procent van de bevolking aan het werk. Afgelopen maand was de participatie iets hoger met 68,4 procent en dat is ook direct het hoogste niveau sinds het begin van de meting bijna vijftig jaar geleden. Bovendien neemt niet alleen het aantal werkenden toe, ook werken zij meer uren per week.

Meer ouderen actief

Verder meldt het Centraal Planbureau (CPB) vandaag dat ouderen in de afgelopen twintig jaar ‘spectaculair meer’ meer zijn gaan werken. Vooral mensen tussen de 60 en 65 jaar zijn nu veel vaker nog aan de slag. Twintig jaar geleden werkte nog ongeveer 20 procent van de mannen in de genoemde leeftijdscategorie, inmiddels is dit rond de 65 procent. Volgens het CPB komt dit voor een deel door veranderd overheidsbeleid, zoals het afschaffen van de VUT- en prepensioenregelingen. Ook de stijging van het gemiddelde opleidingsniveau en de levensverwachting speelt een rol.

Van alle vrouwen is nu zo'n 65 procent actief op de arbeidsmarkt, dat was 20 jaar geleden 55 procent. Vooral de middelbaar- en hogeropgeleide moeders met jonge kinderen stoppen niet langer met hun baan, maar blijven doorwerken. Jonge mannen werken daarnaast wat minder vaak dan vroeger, dit geldt met name voor laagopgeleiden en alleenstaanden.