ICT'ers willen later met pensioen, in ruil voor kortere werkweek
Nederlandse werknemers van 45 tot 65 jaar willen gemiddeld blijven werken tot ze de leeftijd van 64,5 jaar hebben bereikt. De helft (49,3 procent) van de werknemers in deze leeftijdsgroep geeft aan langer te willen doorwerken, áls dat kan met minder uren of dagen per week. Dit blijkt uit cijfers van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2019, een onderzoek van CBS en TNO onder ruim 58.000 werknemers van 15 tot 75 jaar.
Belangrijkste 'voorwaarde'
Een kortere werkweek wordt het meest genoemd door 45- tot 65-jarigen als voorwaarde waardoor zij langer willen doorwerken. Deze 'voorwaarde', of: motivatie, scoort aanmerkelijk hoger dan zaken als lichter werk (fysiek en/of psychisch), meer uitdaging of voldoening in het werk, en ook de financiële prikkel. Laatstgenoemde betreft het langer doorwerken als stoppen met werken (dus eerder met pensioen gaan) financieel onaantrekkelijker wordt.
De kortere werkweek wordt in de NEA 2019 vaker genoemd door hoogopgeleide werknemers dan door laagopgeleide werknemers: respectievelijk 59 procent en 38 procent. Middelbaar opgeleiden zitten hier tussenin, met 47,5 procent. ICT'ers springen er echter flink bovenuit. Het Centraal Bureau voor de Statistiek merkt op dat werknemers in de ICT het vaakst langer door willen werken, met minder uren dan. Het percentage onder ICT'ers ligt op 62 procent.
Aflopende bereidheid
Werknemers bij financiële instellingen vormen een andere beroepsgroep die bovengemiddeld vaak (56 procent) de kortere werkweek noemt als omstandigheid om langer door te willen werken. Daarna volgt de sector landbouw, bosbouw en visserij; gevolgd door onderwijs en dan openbaar bestuur. Een semi-ICT-gerelateerde sector als zakelijke dienstverlening zit wat onder het gemiddelde, met 48,9 procent.
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee