"Regulering kan banen hier niet beschermen"
Kasper Rorsted staat aan het hoofd van de HP-regio Emea (Europa, het Midden-Oosten en Afrika). De 42-jarige Deen, afkomstig van het voormalige Compaq, bestiert vanuit München een bedrijfsonderdeel met een jaaromzet van circa 28 miljard dollar (boekjaar 2003) en ruim 42.000 werknemers. Met een aandeel in de totale omzet van 41 procent is Emea voor HP relatief een stuk belangrijker dan voor IT-leveranciers als Microsoft en Dell, die hier minder dan 30 procent van hun verkoop realiseren. "Dat heeft deels te maken met het feit dat HP er in Europa vroeg bij was en geografisch sterk vertegenwoordigd is. In Rusland begonnen we al in 1967. We hebben 39 lokale vestigingen en binnenkort gaan er nog twee open. Daarnaast speelt ons hybride verkoopmodel ongetwijfeld een rol. We verkopen zowel direct als via dealers", aldus Rorsted. Het samengaan van Compaq en HP ligt nu ruim twee jaar achter ons. Er ging een langdurige overnamestrijd aan vooraf, vooral door verzet van prominente aandeelhouders van HP. Hebben ze ongelijk gekregen? "De IT-sector heeft in de twee daaropvolgende jaren een aanzienlijke consolidatie te zien gegeven. Dus op macroniveau denk ik dat de overname de juiste beslissing is geweest. In Europa zijn wij er in de meeste landen in geslaagd ons gezamenlijke marktaandeel vast te houden. Het was een doordachte en goed uitgevoerde acquisitie. Alle lastige beslissingen op het gebied van aantallen werknemers, productiefaciliteiten en productlijnen zijn inmiddels genomen en uitgevoerd. De fusie heeft ons sterker gemaakt, in het bijzonder op het gebied van dienstverlening. We hebben nu kritische massa, vooral met ‘managed services’ en uitbesteding, wat we in het verleden niet hadden. Het kost altijd tijd om zulke fusies uit te voeren, maar we zijn sindsdien een stuk opgeschoten. De komende paar jaar ligt er nog wel een uitdaging om de twee bedrijfsculturen dichter bij elkaar te brengen. Zoiets kun je niet opleggen." U zegt dat HP/Compaq dankzij de fusie geen marktaandeel heeft verloren. Dat klinkt niet erg ambitieus. "Ten tijde van de fusie voorspelden de meeste IT-analisten dat één plus één niet gelijk aan twee zou zijn, maar dat we 15 tot 20 procent marktaandeel zouden verliezen. Nu, twee jaar later, blijkt dat we ons marktaandeel hebben behouden. Als je twee ondernemingen bij elkaar voegt, heb je een defensieve agenda. Je probeert de activa die je hebt gekocht te beschermen en ze met elkaar aan het werk te krijgen. Nu hebben we het punt bereikt om een meer agressieve en offensieve strategie te gaan voeren en ons marktaandeel te vergroten." Dienstverlening heeft nu kritische massa bereikt, zegt u. Maar is die activiteit in vergelijking met concurrenten niet nog steeds de achilleshiel van HP? "Met kritische massa bedoel ik dat we nu in Europa 25.000 mensen in IT-services aan het werk hebben. Dus dat is bepaald geen kleine organisatie. We worden tegenwoordig uitgenodigd door zeer grote ondernemingen om mee te bieden op servicecontracten. Dat gebeurde enkele jaren geleden niet, omdat we over de hele linie de kwaliteit en kwantiteit misten. De laatste tijd hebben we deals gesloten met bedrijven als de Bank of Ireland, Telecom Italia, Nokia en Ericsson. Die markt is rijp voor groei. Daar zijn een paar redenen voor. Zo heeft het Enron-schandaal de positie van onze concurrent EDS in Europa heel sterk geschaad. Er zijn maar twee bedrijven die mondiaal actief zijn in outsourcing: IBM en HP. Daarnaast heb je Accenture, maar die hebben geen IT-erfenis, ze komen uit de de consultancy. De rest van de IT-dienstverleners is regionaal van karakter." U wilt dus onder de duiven van EDS gaan schieten? "We mikken inderdaad onder andere op het klantenbestand van EDS, omdat we daar een zwakke plek zien. EDS was een paar jaar geleden heel agressief, maar we zien ze nu niet meer zo fel concurreren. Een ander punt is dat we niet alles zelf doen maar samenwerking zoeken met partners als Accenture om gezamenlijk op outsourcing-deals te bieden. Zij doen dan de bedrijfsprocessen en het applicatiebeheer en wij verzorgen de IT-infrastructuur. Een andere partner waarmee we nauwe banden hebben is British Telecom. Samen hebben we een groot contract gewonnen voor de National Health Service in het Verenigd Koninkrijk, waarbij wij de voornaamste onderaannemer van BT zijn." Een analist van zakenbank Merrill Lynch opperde onlangs dat HP zich moet opsplitsen in twee bedrijven die zich respectievelijk op de zakelijke markt en de consument richten. Zou dat geen goed idee zijn? "Daar heb ik weinig mee op. De kracht van HP zit juist in een breed portfolio van producten en diensten. Er zit veel synergie tussen de verschillende bedrijfsonderdelen. Technologie uit de ene afdeling wordt ook gebruikt door een andere afdeling. Ook de combinatie van producten en diensten is complementair. Neem printers. We zien nu dat steeds meer grote ondernemingen op afdrukbeheer overgaan. Ze zien printers niet meer als apparaten, maar beschouwen afdrukken als output van documentbeheer. Zo hebben we met Alcatel en Ford zeer grote contracten voor afdrukbeheer gesloten. Digitale camera’s zijn een ander voorbeeld. Die zijn heel sterk op de consument gericht, maar we zien een enorme groei van het aantal consumenten die thuis een complete digitale opstelling hebben van pc, camera, printer en snel internet. Wij leveren breedbandoplossingen en werken samen met content providers die diensten leveren via die aansluiting. Een ander punt is dat ik het gevaarlijk zou vinden om je koers te laten bepalen door financieel analisten. Je moet je bedrijf runnen op basis van de strategie die je zelf hebt uitgezet."_ Er is veel discussie over ‘offshoring’, het overplaatsen van IT-banen naar lagelonenlanden. Doet HP ook mee aan die mondiale verschuiving van werk? "Ik vind dat het probleem enorm wordt overdreven. Zo lang als ik me kan herinneren, wordt er met banen geschoven. Dat is een natuurlijke evolutie. De IT heeft een mondiale economie mogelijk gemaakt; je kunt nu 24 uur per etmaal doorwerken. Er zitten twee kanten aan het verhaal. Je hebt off-shoring en near-shoring. Wat off-shoring betreft hebben we tegenwoordig ook enkele duizenden mensen in India aan het werk. Die houden zich voornamelijk bezig met softwareontwikkeling. Ze doen dat tegen zeer lage kosten, in het bijzonder voor standaardomgevingen als.NET van Microsoft. Voor ons is dat iets nieuws, dus er worden geen banen in Europa door vervangen. Vanwege onze sterke aanwezigheid in Oost- Europa liggen ook daar enorme kansen. We hebben bijvoorbeeld services-werk naar landen als Polen en Tsjechië verplaatst. Overheidsregulering heeft nooit geholpen om banen te beschermen. Europa kan op korte en lange termijn alleen overleven als kenniseconomie. Nederland is vanaf 1 juli voorzitter van de Europese Unie en ik weet dat de Nederlandse regering heel nauwlettend kijkt naar het concurrentievermogen van Europa. Dat is volgens mij de juiste aanpak. We moeten nagaan hoe we Europa meer concurrend kunnen maken en barrières voor investeringen weghalen."