Activisten schenden rechten op stemsoftware
Zo zijn sommigen fel gekant tegen octrooiverlening op computerprogramma’s, omdat een octrooi het achterliggende idee beschermt.
Het auteursrecht biedt ‘slechts’ juridische protectie voor de vormgeving van het geprogrammeerde idee. Anderen vinden ten principale dat slechts één zakelijk model voor de levering van pakketten de juiste is: open-sourcesoftware.
Weer anderen hebben weinig vertrouwen in de overheid, in ieder geval voor wat betreft haar aankoopbeleid van digitale technologie. Zij vrezen de teloorgang van de democratie wanneer de burger bijvoorbeeld stemcomputers niet kan controleren. Om haar bezorgdheid in dit perspectief te onderbouwen maakte de stichting ‘Wij vertrouwen stemcomputers niet’ softwarecode van producent Groeneveld via internet voor iedereen beschikbaar. Het Bureau Verkiezingsuitslagen B.V. stapte naar de rechter.
Net als op een muziekstuk, een schilderij en het weekblad voor ICT-professionals Automatisering Gids, rust op een computerprogramma auteursrecht. Voorwaarde is wel dat een werk van ‘letterkunde, wetenschap of kunst’ van voldoende originaliteit getuigt danwel de stempel van de maker draagt. Het auteursrecht ontstaat van rechtswege en komt toe aan de maker, die het uitsluitende recht heeft er over te beschikken. Hij beslist over openbaarmaking en verveelvoudiging van zijn werk. Wanneer softwarecode in het kader van een arbeidsovereenkomst is ontwikkeld, komt het auteursrecht toe aan de werkgever.
In 1981 stelde de rechtbank Den Bosch in de zaak Holland International Computer Services Holding versus Business Automation Systems vast dat ‘waar vaststaat dat een idee op zich geen auteursrechtelijke bescherming geniet, een computerprogramma kan worden beschouwd als een werk in de zin van het auteursrecht’. Ruim tien jaar later bevestigde de wetgever deze visie.
Ook Nederland moest namelijk de lijn volgen die Brussel met de Europese Richtlijn softwarebescherming in 1991 uitzette. Per 1 september 1994 werden sommige rechten uitgebreid, anderen juist beperkt. Zo is reverse engineering in het kader interoperabiliteit onder voorwaarden toegestaan, mag de legale gebruiker een reservekopie maken en kan de softwareleverancier verbieden dat zijn computerprogramma’s worden verhuurd of uitgeleend.
Wie een computerprogramma aanschaft wordt doorgaans geen juridisch eigenaar. Dat geldt vrijwel zonder uitzondering bij de ‘koop’ van systeemsoftware, programmeertalen en standaardapplicaties. Deze programma’s worden aan de gebruiker, doorgaans tegen vergoeding voor bepaalde of onbepaalde tijd in licentie gegeven. Het eigendom in de vorm van auteursrechten blijft bij de producent rusten. Die kan op deze een onbeperkt aantal licenties verkopen die dus geen niet-exclusief karakter hebben. De licentienemer mag de software conform de regels van de licentieovereenkomst gebruiken, binnen het wettelijke kader van de Auteurswet.In de zaak tegen de stichting Wij vertrouwen stemcomputers niet oordeelde de Amsterdamse president op 14 juni jl. dat de stichting ‘uiteraard’ haar twijfel over de betrouwbaarheid van stemcomputers mag uiten en het systeem in het openbaar ter discussie stellen. ‘Daarvoor is het echter niet nodig de programmatuur integraal op internet te zetten’, aldus de magistraat. De stichting heeft de software kunnen achterhalen door onder valse voorwendselen stemcomputers te kopen en te lenen van enkele gemeenten. De auteursrechten berusten bij de producent, die deze software ook in het buitenland wil aanbieden.