Appingedam wordt testcase verglazing
Wij willen een gemeentegarantietraject op de aanleg van toepassing maken. Daardoor zijn gunstiger financieringsvoorwaarden mogelijk. Essent vindt dat daarmee sprake is van ongeoorloofde staatssteun."
De rechter uit zich niet over die vraag maar stelt Essent wel in het gelijk dat voordat begonnen kan worden met de aanleg, de Europese Commissie zich moet uitspreken over deze constructie.
Zorgvuldig
Snakenborg zegt altijd van plan geweest te zijn dat oordeel van de Europese Commissie te vragen. De gemeente kon dat echter nog niet doen omdat de constructie pas onlangs definitief werd afgerond.
Hij ziet overigens de gang naar Brussel met vertrouwen tegemoet. "Wij hebben onder meer samen met advocaten van de gemeente Amsterdam de constructie zeer zorgvuldig opgezet. We hebben vergelijkingen gemaakt met overeenkomstige constructies in onder meer Engeland die al wel toestemming van de Europese Commissie hebben."
Gerard Jansen, programmamanager economische ontwikkeling Economische Zaken in Almere en betrokken bij de Almerense glasvezelproef, bestudeert de zaak in Appingedam zorgvuldig. Hij verwacht dat het model waar Almere nu nog over nadenkt, om de stad helemaal te ‘verglazen’, niet vergelijkbaar is met dat van Appingedam, door de geringe betrokkenheid van de gemeente. "In de constructie zal de gemeente Almere net als bij de glasvezelaanleg in Amsterdam slechts een klein minderheidsaandeel nemen, alleen om inspraak te houden." Maar, zo voegt hij toe, "Het blijft een spel waarvan sommige spelregels nog geduid moeten worden."
Onderzoek
In Amsterdam hebben zich net acht partijen gemeld die bereid zijn samen met de gemeente de ‘verglazingsklus’ op te pakken en mee te investeren. De gemeente zegt de Europese regels voldoende te hebben bestudeerd. Maar de advocaten van de kabelsector verwachten dat ook andere gemeenten problemen zullen krijgen met de toestemming uit Brussel. De Europese Commissie heeft na diverse klachten van de kabelaars inmiddels ook een onderzoek gelast dat momenteel wordt uitgevoerd door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
De aanleiding was ondermeer een verzoek van de gemeente Amsterdam in april aan het directoraat Interne Markt van de Europese Commissie. Daarin werd een bevestiging gevraagd van de eigen conclusie dat er bij de in Amsterdam gekozen constructie geen sprake is van staatssteun.
In een antwoord heeft de gemeente te horen gekregen dat voor zo’n oordeel een formele ‘notificatieprocedure’ nodig is, maar dat de Commissie twijfels heeft over ‘de verenigbaarheid van de regels op het gebied van staatssteun met de projecten waarbij overheden niet-marktconform investeren in diensten en infrastructuur die al door andere ondernemingen worden aangeboden’. Halverwege september moet BZK de Commissie van de juiste informatie voorzien om voor een reeks van gemeenten zo’n toets te kunnen uitvoeren.
Discussie
Volgens de gemeente Appingedam gaat de discussie echter niet om een derde infrastructuur die concurrerend is met bestaande voorzieningen. In een persbericht naar aanleiding van de gerechtelijke uitspraak stelt de gemeente dat tot enige maanden geleden Essent zelf had aangegeven tot 2008 niet te willen investeren in het eigen kabeltelevisienet. Snakenborg: "Een week na het raadsbesluit bleek Essent opeens de televisiekabel hier wel tweeweggeschikt te kunnen maken. Toen vroeg Essent de gemeente een miljoen te investeren in hun netwerk om verdere aanpassingen te versnellen. Dat doen we niet, want wij willen nu juist een open netwerk zodat niet een partij de krenten uit de pap kan vissen. De hele kwestie draait gewoon over het verlies van monopolie op een slechte infrastructuur waarover slechte producten worden geleverd."
Steun
Snakenborg zegt veel steun te hebben van een initiatief van de overige ‘breedbandsteden’ in Nederland, die Appingedam met raad en daad willen bijstaan in de gang naar ‘Brussel’. "Dat de rechter heeft bepaald dat wij naar de Europese Commissie moeten is geen probleem. Wel dat hij heeft gezegd dat we niet meer verder mogen werken tot de uitspraak uit Brussel er is. Dat betekent dat het werk minimaal twee maanden stil ligt, maar dan moet wel iedereen meewerken", sombert Snakenborg.