Bakermat draadloos netwerk sleutelt aan 500 Mbps-standaard
De grote innovaties van draadloze netwerken vonden de afgelopen twintig jaar plaats in Nederland. Vrijwel alle bekende hardwareleveranciers betrekken hun technologie van twee Amerikaanse bedrijven, Agere en Intersil, die echter hun belangrijkste onderzoeksafdelingen in Nederland hebben gevestigd. Frielink claimt zelfs dat het eerste draadloze Lan ter wereld begin jaren negentig op een verdieping van het huidige pand in Nieuwegein in elkaar is gezet. Destijds maakte de eenheid nog deel uit van NCR. Vervolgens ging het bedrijf op in AT&T, splitste zich weer af onder de vleugels van Lucent en verzelfstandigde twee jaar geleden als onderdeel van Agere. In Bilthoven sleutelen de mensen van het startersbedrijf No Wires Needed sinds 1994 aan de innovatie van het draadloze Lan. In 2000 ging dit jonge bedrijf over in handen van de Amerikaanse halfgeleiderproducent Intersil, maar de denktank op het gebied van draadloze netwerken bleef in Nederland. Hegemonie Zowel Agere als Intersil eisen de hegemonie over de markt op. Intersil spreekt van een marktaandeel van 70 procent in de producten gebaseerd op de 802.11b-standaard, waarmee de meeste W-Lan’s nu zijn gebouwd. Agere claimt eveneens ruim de helft van deze markt. Duidelijk is echter dat beide bedrijven samen de markt beheersen zonder bij de eindgebruikers een duidelijke merknaam te hebben. Agere verkocht zelfs onlangs nog zijn merknaam Orinoco voor 65 miljoen dollar aan Proxim. Frielink: “Het merk concurreerde met onze eigen klanten en dat pikten zij niet.” Agere levert de complete W-Lan-technologie aan een indrukwekkende reeks leveranciers waaronder Apple, Toshiba, Acer, Enterasys en Breezecom. Intersil rekent onder meer Cisco, 3Com, Symbol, Nortel en D-Link tot zijn klanten. Samen bedienen zij grote merken als Siemens, Nokia, Sony en HP. “Die bedrijven verkopen W-Lan-technologie als onderdeel van hun netwerkaanbod. Zij hebben de marketing- en salesorganisatie en leveren hun eigen service. Wij kunnen vrijwel marketingloos de hele wereldmarkt bedienen”, legt Frielink uit. Thuis Ofschoon de markt voor bedrijfstoepassingen van W-Lan’s als gevolg van de economische recessie tegenvalt ten opzichte van de verwachtingen, ziet Frielink een sterke groei van toepassingen voor thuis of in kleine kantoren. Naar mate er meer pc’s in huis komen willen mensen die met elkaar verbinden, bijvoorbeeld om een snelle internetverbinding te delen. “Het aanleggen van een bedraad netwerk brengt een hoop geboor met zich mee, terwijl een draadloos netwerk met een middagje werk overal in en om het huis internettoegang geeft.” Maar nog meer groei verwacht hij van door convergentie van audiovideo-apparatuur en pc’s. Toshiba introduceerde bijvoorbeeld onlangs zijn entertainmentserver die thuis audio en videomateriaal opslaat. “Die server kan het materiaal via een draadloze verbinding door het hele huis distribueren, bijvoorbeeld naar een groot plasma- of LCD-scherm dat je dan weer eens in de huiskamer en dan weer in de slaapkamer aan de muur hangt.” Om dergelijke toepassingen breed geaccepteerd te krijgen, moet de doorvoersnelheid van de W-Lan’s omhoog. Frielink: “Voor High Definition TV (HDTV)-kwaliteit heb je een doorvoersnelheid van 25 Mbps nodig. De snelheid van de huidige 802.11b-generatie blijft steken op zo’n 5 tot 6 Mbps, omdat het TCP-transportprotocol voor veel overhead zorgt.” Ook de nieuwe 802.11g-standaard met een maximale snelheid van 54 Mbps verliest vrijwel de helft van zijn capaciteit aan ‘overhead’. “Door het transport te optimaliseren voor audiovideosignalen kun je over 802.11g wel 44 Mbps bereiken.” Barrières Uitbreiding naar hogere snelheden stuit echter niet alleen op technische barrières. Zo verkoopt Agere bijvoorbeeld nog geen producten die gebaseerd zijn op de inmiddels geaccepteerde 802.11a-standaard, die maximaal ook 54 Mbps bereikt maar daarvoor de 5GHz-frequentieband in plaats van de 2,4 GHz-band gebruikt. Die band is echter nog niet in alle landen vrijgegeven, legt Frielink uit. Dat probleem speelt ook voor de transportsnelheden van 500 Mbps en hoger waaraan gewerkt wordt. Ook daarvoor moet worden uitgeweken naar andere frequentiebanden dan het nu gebruikte spectrumdeel. “Voordat die technieken marktrijp zijn hebben we echter nog wel even de tijd om die procedures te doorlopen”, verwacht Frielink.