Bij SZW begint het kwartje toch te vallen
Zo vond hij het veelzeggend hoe aanbieders van GSDapplicaties de toekomst schetsten toen er na fusies en overnames nog maar twee resteerden. Ze zouden uit de boedels, die ze nog wel een tijd zouden onderhouden, een ‘strategisch pakket’ kiezen en, in Tuins woorden, tegen gemeenten zeggen: "Dan gaat u migreren." Hij ziet gemeenten liever zelf aan de knoppen. Probleem twee: "In de sociale zekerheid moeten organisaties in de keten communiceren en dan zijn standaardiserende afspraken nodig. Daarvoor moet een aanspreekpunt komen. Andere ketenpartijen, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de Centra voor Werk en Inkomen (CWI), hebben dat ook." Belangrijk is voorts, zegt Tuin, die daarmee nog een derde, zij het verwant probleem opvoert: ‘de vertaling van wetgeving naar ICTondersteuning van de uitvoering’. Daarmee houdt zijn uitspraak over Haags wensdenken verband. Povere uitwerking Recent legde de Algemene Rekenkamer de vinger op de povere uitwerking, die beleid in de uitvoering krijgt. Ook Tuin kent voorbeelden. "Het ministerie van Sociale Zaken heeft lang tegen gemeenten geroepen: ‘Automatisering is jullie probleem’." Dat leidde een aantal jaren terug tot doffe ellende bij de invoering van de nieuwe Algemene Bijstandswet, die menig socialedienstdirecteur een hik in zijn carrière heeft bezorgd, en recenter tot een, zoals een hoge SZWambtenaar dat noemde, ‘quick and dirty’ invoering van de nieuwe uitvoeringsstructuur werk en inkomen. Januari 2002 gestart, kunnen Centra voor Werk en Inkomen (CWI’s) nog altijd niet hun intakes elektronisch doorsturen naar UWV en GSD. Wellicht gaat het met de Wet Werk en Bijstand beter. Waar gemeenten nu 10 procent van de bijstand betalen, krijgen ze straks volledige budgetverantwoordelijkheid. "De VNG heeft een impactanalyse bepleit. Afhankelijk van de beleidsruimte, die gemeenten gegund wordt, moeten ze relaties leggen met lokale regelgeving. Met budgetverantwoordelijkheid moet je kunnen sturen, bijvoorbeeld op reïntegratie. En dat vertaalt zich in programmatuur. We willen dat alle ICTspecificaties tijdig bekend zijn." De wet zou voor de zomer door de Tweede Kamer gaan en dan begin 2004 in werking treden, maar volgens Tuin geloven ‘praktijkmensen’ daar niet in. "Daarom de impactanalyse. De minister heeft gezegd dat bij de behandeling van het wetsvoorstel de invoeringstermijn kan worden bepaald. We hebben dus gescoord op dit punt. Welke effecten heeft het bij gemeenten? Welke beleidsruimte is er in te vullen? Daarvan wordt de invoeringsdatum afhankelijk." Wanneer Tuin opmerkt dat ‘het kwartje’ bij SZW begint te vallen, geeft hij tevens nog eens aan dat de problematiek van vóór de euro dateert. Niet adequaat De sociale zekerheid kenmerkt zich niet door gebrek aan overleggremia. Tuin: "SZW dacht ook lange tijd: een coördinatiepunt is onnodig. Er is inderdaad veel, alleen werkt het niet adequaat. Zoals het automatiseringsoverleg. Het ministerie praat met de twee leveranciers en met de drie zelfbouwers [Amsterdam, Den Haag en Leiden, red.] over nieuwe wetgevingsplannen, dan kunnen ze anticiperen. Maar dat heeft onvoldoende effect. Impactbepaling is natte vingerwerk, want op het laatste moment komt de Tweede Kamer nog met allerlei wijzigingen." Ook gebruikersverenigingen praten met leveranciers, volgens Tuin ook met suboptimaal resultaat. "Leveranciers houden zoveel mogelijk met hun wensen rekening. Maar eigenlijk is de markt te klein, dus is het niet rendabel om alles meteen in te voeren en wordt het gefaseerd. Releasebeleid heet dat. Maar in feite zou dat de opdrachtgever moeten bepalen. Hetzelfde geldt voor de vertaling van wetgeving naar gemeentelijke werkprocessen, die leveranciers op zich hebben genomen. Dat hoort bij de opdrachtgever." Coördinatiepunt Twee weken geleden gingen de bewindslieden van Sociale Zaken en Werkgelegenheid akkoord met het voorstel van VNG en GSDbrancheorganisatie Divosa voor een nieuw gemeentelijk coördinatiepunt. Vertaling van wetgeving naar ‘gezamenlijke programma’s van eisen’ noemt Tuin als een der belangrijkste taken. Vaststelling door de minister van een ‘Logisch Ontwerp’, zoals bij BZK voor de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) gebeurt, vindt hij echter weer een brug te ver. "Onzinnig, formeel gesproken, want de minister is voor de uitvoering niet verantwoordelijk." Hinderpaal Doet hier weer de gemeentelijke autonomie van zich spreken, al zo dikwijls aangewezen als hinderpaal voor vooruitgang? De omzichtige termen, waarin het VNG/ Divosavoorstel is geformuleerd, roepen die associatie ook op: het coördinatiepunt streeft naar ‘draagvlak’ en ‘acceptatie’ en naarmate deze groeien, zal het meer ‘gezag’ uitstralen. Het woord ‘regie’ komt voor, maar het gemeentelijk aanspreekpunt gaat liever coördineren, zeker niet dirigeren. Toch zegt Tuin: "Een grote verandering is al dat gemeenten straks met één mond gaan spreken."