Bloedgeld

Dat neemt niet weg dat de Valley nog altijd een forse stempel op de huidige manier van oorlogvoeren drukt. Slimme bommen bevatten slimme computers. Soldaten zijn uitgerust met supersolide laptops en communiceren met elkaar en het commandocentrum via draadloze netwerken. De commandocentrale beschikt over data die binnenkomt van satellieten, grondtroepen en vliegtuigen. Die worden real­time verwerkt, zodat het computersysteem van een vliegtuig boven Bagdad binnen enkele seconden de data voor een nieuw doel binnenkrijgt. Dergelijke technieken hebben allemaal hun basis in Silicon Valley. Bovendien heeft Bush in de nieuwe begroting miljarden extra uitgetrokken voor defensie. Dat geld zal primair besteed worden aan geavanceerde nieuwe wapens. Maar zal de oorlog de regio uit de economische crisis trekken? Vlak na 11 september 2001 waren er nog wel optimisten die daarin geloofden. Nu zijn dergelijke geluiden nog nauwelijks te horen. Voor zover bestellingen van het leger al een positief effect hebben, kunnen zij economische schade van de laatste jaren niet herstellen. Sterker nog, 40 procent van de bedrijven in Silicon Valley gelooft dat de oorlog een negatief effect heeft op hun omzet, zo blijkt uit een enquête van een lokale universiteit onder managers. 30 procent verwachtte geen invloed op de omzet, en slechts 10 procent rekent zich alvast rijk. De rest wist het niet. De enquête wijst niet alleen op de beperkte rol die de defensie­industrie nog speelt in de Valley, maar ook op de enorme kosten van extra beveiligingsmaatregelen die sinds 11 september nodig zijn. Daarnaast zal naar verwachting de internationale handel lastiger worden, of tenminste duurder vanwege extra veiligheidsrisico’s. Als de oorlog al een positief effect heeft op de Valley, is het wel omdat hij een einde maakt aan de onzekerheid op de beurzen. Investeerders hebben een hekel aan onzekerheid. Zij bijten liever door de bittere oorlogspil heen en kijken verder naar wat komen gaat. Hier is het voordeel dat jonge bedrijven weer investeerders kunnen aantrekken en bedrijven weer een beursgang kunnen wagen. Het niveau van zowel investeringen als beursgangen ligt momenteel bedroevend laag, waardoor ook bedrijven met levensvatbare ideeën het onderspit moeten delven. Maar hier is niemand rouwig om het uitblijven van een oorlogsimpuls voor de economie. De bevolking hier is ­ in tegenstelling tot de rest van Amerika ­ tegen elke oorlog. Ook wanneer de VN wel een resolutie tegen Irak hadden goedgekeurd. Dat is niet vreemd voor een bevolking die voor de overgrote meerderheid bestaat uit eerste of tweede generatie immigranten. Het klinkt wat hypocriet voor een groep die zich tijdens de internethype zonder scrupules te buiten ging aan het spaargeld van goedgelovige investeerdertjes, maar voor hen kleeft er aan de defensiedollar bloed.