Boeken: Copyright past niet in technologische dwangbuis
de Vries, directeur van de Amsterdam University Press. De titel suggereert een saaie brei tekst voor insiders en gelijkgestemden. Niets is minder waar. Het is een bijzonder goed gedocumenteerd, verhelderend en spannend betoog over onder meer de betekenis van Google Book Search, Google Print en Google Scholar voor de wetenschappelijke en algemene uitgeverij. De Vries weet aannemelijk te maken dat de activiteiten van Google op dit terrein veel meer voordeel hebben dan aanvankelijk door de meeste uitgevers en auteurs tegelijk werd gevreesd. Van de verdenking dat Google op systematische wijze het auteursrecht schendt door ‘en masse’ bibliotheken te scannen, blijft niet veel overeind. Het is de verdienste van De Vries dat zij aannemelijk maakt dat Google op dat vlak veel meer goed doet dan kwaad. Dat neemt niet weg dat Google als eigenaar van het auteursrecht plunderende YouTube danig in de gaten gehouden moet worden. En dan valt het op dat in ‘Wired Shut’, een studie van de Amerikaanse hoogleraar Tarleton Gillespie, de eigennaam Google vrijwel niet voorkomt. YouTube wordt door deze geleerde zelfs helemaal niet genoemd. Onduidelijk is waaraan dat ligt, behalve dan de verklaring dat de overname van YouTube door Google te recent is om door de auteur behandeld te worden.
Digitale dwangbuis
Het vertrouwen in de zegeningen van de technologische oplossing is een sterk westers paradigma dat diepe voren heeft getrokken in het Amerikaanse cultureel ethos. Dat stelt Tarleton Gillespie. Hij voegt er onmiddellijk aan toe dat dit vooruitgangsoptimisme in zijn ogen illusoir is. “Uit zichzelf kan technologie nooit de problemen oplossen waarvan de voorstanders van technologie hopen dat het die zal oplossen. Als we onszelf voorhouden dat nieuwe technologie ons zal redden van aanhoudende sociale problemen, dan verdonkeremanen we voor onszelf alleen de veel hardere vragen zoals daar zijn: wat is de sociale basis van het probleem? Hoe zit het in elkaar en waarom blijft het bestaan?” Daar komt volgens Gillespie bij dat het verplaatsen van de wettelijke bescherming van het copyright naar technologische hinderpalen het risico in zich draagt dat in de overgang van analoog naar digitaal de nodige voordelen verloren gaan. Critici van digitale copyrightstrategieën wijzen overigens op het feit dat een aantal legale kenmerken van het copyright niet zomaar vertaald kan worden in een softwarematige dwangbuis. Sterker nog: zelfs als men het copyright puur digitaal zou proberen te beschermen, dan biedt dat mensen de mogelijkheid om de bestaande wetgeving op dat vlak te herinterpreteren. Kwesties die op het analoge vlak allang goed geregeld waren, kunnen op deze manier danig ontwricht raken en nieuwe spanningen veroorzaken. “Er is meer aan de hand dan de vraag naar de manier waarop popmuziek via het internet gedistribueerd wordt”, schrijft Gillespie. “Het debat over DRM (Digital Rights Management) moet opengebroken worden voorbij de vragen over popmuziek en peer-to-peer netwerken. Het is immers van toepassing op alle vormen van digitale informatie. Dat debat moet ook opengebroken worden voorbij de vragen over copyrightkwesties, aangezien DRM een mechanisme is dat bestaat om commercie te reguleren zowel als om copyrightschendingen te beperken. Het moet ook opengebroken worden voorbij de vragen over content, omdat DRM in toenemende mate oplegt hoe nieuwe technologieën worden ontworpen.” Kortom, het debat over DRM gaat op een fundamentele manier over onze digitale cultuur. Gillespie heeft als geen ander de krijtlijnen van dat debat uitgetekend in een doordringende analyse. Men heeft hem terecht internationaal veel lof toegezongen voor zijn studie.
Tarleton Gillespie, Wired Shut, Copyright and the shape of digital culture, 396 pagina’s, Uitgeverij MIT Press, ISBN (10) 0 262 07282 3, ISBN (13) 978 0 262 07282 3, € 27,95
Adriaan van der Weel (hoofdredacteur), Jaarboek voor de Nederlandse boekgeschiedenis 14/2007, 225 pagina’s,Uitgeverij Vantilt & NBV,
ISBN (13) 978 90 77503 82 9, € 27,50
First Life over Second Life
‘Het is toch raar,’ zei ik, ‘mensen komen naar Second Life om de ellende van First Life te vergeten en binnen de kortste keren hebben ze in Second Life precies dezelfde ellende.’ Veelvoudig bekroond dichterromancier Ilja Leonard Pfeijffer is een van de schaarse zielen uit de wereld van de literatuur die zich bekent tot de digitale, in dit geval virtuele werkelijkheid van Second Life. Dit nog wel op uitnodiging van zijn uitgeverij die inmiddels een virtueel kantoor geopend heeft in het Tweede Leven. Dit boekje laat de ziel zien van ‘un homme très lettré’ die aarzelend de trappen van de Olympus heeft verlaten voor een inspectie van de digitale onderbuik van het gemene leven. Pfeiffer kan buitengemeen prachtig schrijven. Dat toont hij ook hier.
Ilja Leonard Pfeijffer, Second Life, Verhalen en reportages uit een tweede leven, 124 pagina’s, Uitgeverij De Arbeiderspers, ISBN (13) 978 90 295 6545 5, € 14,95