Collumn: Alles digitaal
Ik ben voor het Zwitserse systeem, dat voor het bedrijfsleven binnen een paar maanden in werking treedt. Particulieren kunnen vanaf begin volgend jaar van de dienst gebruikmaken. Het systeem is ontwikkeld door SwissSign, een bedrijf in Zürich dat is gespecialiseerd in het veilig uitwisselen van elektronische informatie. SwissSign is onlangs door de Zwitserse posterijen aangekocht. Ik ben blij met deze ontwikkeling. Niet dat ik zo vaak aangetekende stukken verstuur, maar een en ander brengt het ‘digitale kantoor’ weer een stap naderbij, en dáár raak ik steeds enthousiaster over. Tot voor kort dacht ik daar trouwens anders over. Sommige bedrijven streven er al jaren naar om zo weinig mogelijk papier te gebruiken, om alles alleen nog digitaal op te slaan. Ik vond dat een beetje overdreven. Het vergt ruimte om papier op te slaan en je hebt er een bepaalde infrastructuur voor nodig, maar papier is wel een uiterst betrouwbare informatiedrager. En soms is het gewoon prettiger om dingen op papier te hebben staan. Maar, zoals gezegd, langzamerhand begin ik daar anders over te denken. Ik heb altijd erg veel gearchiveerd en inmiddels kan er bijna niks meer bij. De kasten zijn simpelweg vol en er is geen ruimte voor nieuwe kasten. Bovendien kost het zoeken in die archiefsystemen relatief veel tijd. Sinds het mogelijk is om - bijvoorbeeld met Desktop Google en Copernic - een index te maken van je hele harde schijf, sla ik steeds meer digitaal op. Mooi meegenomen is dat grote harde schijven geen drol meer kosten. Op mijn pc is voorlopig ruimte genoeg. Stukken die digitaal binnenkomen en die de moeite van het bewaren waard zijn, sla ik digitaal op - voor kortere of langere tijd. Stukken die op papier binnenkomen die bewaard moeten worden, scan ik. Soms maak ik ze toegankelijk met OCR, soms sla ik ze alleen op als afbeelding. Sinds kort is er nog een derde stroom bijgekomen, dankzij een vriend van mij. Ik had hem gevraagd een kopie voor mij te maken uit een negentiende-eeuws boek in een bibliotheek. Gewoonlijk stuurt hij me dan een stapeltje papieren kopieën toe - kopieën die lastig te OCR’en zijn - maar ditmaal kreeg ik per mail enkele foto’s. Hij was, zo bleek, met een digitale camera naar de bieb gegaan en had de gevraagde bladzijden gefotografeerd. Ik vind dat een prachtige vondst. Ik zal er niet op uit trekken om hele boeken te gaan fotograferen, dat kost te veel tijd en uiteindelijk op de pc te veel ruimte. Maar voor artikelen of passages - en vooral ook afbeeldingen - uit boeken is dit een uitstekende manier om het digitale archief uit te breiden. En als het om fragmenten uit zeldzame en kostbare boeken gaat, laat ik ze me zonodig per digitale aangetekende brief toesturen.