Computerinbraak blijft onbestraft
Het aantal aangiftes van ‘computervredebreuk’ in 2001 laat zich niet eenvoudig reconstrueren, maar het moeten er zeker drie tot vierhonderd zijn. Regiokorps AmsterdamAmstelland laat weten dat het er een ‘aantal honderden’ waren. Utrecht meldt er 22 en korpsen als Noord en OostGelderland en BrabantNoord scoorden respectievelijk zes en zeven. Nederland kent 25 regiokorpsen. Een aangifte leidt slechts zelden tot vervolging. Bij het OM werden er landelijk in dat jaar maar 21 strafzaken ingeschreven op basis van artikel 138a van het wetboek van Strafrecht. Slechts drie zaken kwamen voor. In alle drie de gevallen was de uitkomst ‘schuldig zonder strafoplegging’, volgens het CBS. De nog onvolledige cijfers van 2002 geven volgens Harry Eggen, bij het CBS verantwoordelijk voor politiestatistieken, ‘aanwijzing dat meer dan driekwart van de aangiftes geen vervolging oplevert’. Het werkelijk aantal computerinbraken laat zich overigens ook moeilijk vaststellen. Uit de ‘Monitor Bedrijven en Instellingen 2002’ van het Nationaal Platform Criminaliteitsbestrijding valt hooguit af te leiden dat het er in 2002 meer dan tienduizend moeten zijn geweest. Professor Bob Hoogenboom, hoogleraar fraudebestrijding aan de universiteit Nyenrode, herkent dat beeld. "Slechts 21 zaken is ridicuul. Jaarlijks onderzoeken private ‘forensicIT’bedrijven duizenden zaken van digitale fraude. In zeker 90 procent van de gevallen wordt geen aangifte gedaan. Als dat wel gebeurt, wordt er door politie en justitie niet professioneel mee omgegaan. Bedrijven doen om commerciële redenen steeds minder aangifte van fraude in het algemeen. Zij proberen het zelf op te lossen middels privaatrechtelijke procedures en ontslag als het om werknemers gaat. Politie en justitie krijgen een steeds kleiner topje van de ijsberg te zien en hebben geen idee meer wat er echt gebeurt." Dat politie veel zaken seponeert, klopt volgens Frank Kolkman van het Bureau Digitale Expertise Oost wel. "Na de aangifte volgt de ‘casescreening’ om de prioriteit vast te stellen. Het driehoeksoverleg stelt vast welke misdrijven, bijvoorbeeld geweld op straat en woninginbraak, voorrang krijgen. Ook de directe financiële schade en het gemak waarmee de dader valt op te sporen tellen mee. Computerinbraak scoort dan laag."