Cybercops krijgen een diploma
De eerste jaargang bestaat uit zestien studenten die naast hun recherchewerk een dag in de week naar het ICR in Zutphen gaan om zich te bekwamen in het zoeken naar digitale sporen en bewijzen. Negen maanden later krijgen zij, als de opleiding met goed gevolg is doorlopen, een MBO-certificaat en mogen zij zich gediplomeerd cyberspeurder noemen. Aan het eind van de museumgang in de Zutphense rechercheschool bevindt zich - ingeklemd tussen de koffieautomaat en een rek pistolen en geweren - het kantoor van Rob Schrok. Leergangmanager Team Forensische Technische Opsporing staat er op zijn deur. In zijn kantoor legt Schrok, bijgestaan door onderwijskundige Iris van de Kamp, de opzet uit van de nieuwe afstudeerrichting van de leergang tactisch rechercheur. "Vanuit losse cursussen is de opleiding tot digitaal rechercheur nu uitgegroeid tot een volwaardig onderdeel van de opleiding tot tactisch rechercheur", zegt Schrok. Rechercheurs bekwamen zich via een combinatie van zelfstudie, praktijkervaring en de (discussie)dag op het opleidingsinstituut in het ‘kraken’ van mobieltjes en het ontsluiten en veiligstellen van digitale data op diverse opslagmedia. Ook leren zij van de drie docenten aan de cyberspeurdersopleiding van het ICR hoe zij sporen op internet en op andere netwerken moeten volgen. Bovendien treden rechercheurs van de zeven bureaus digitale expertise (BDE) regelmatig op als gastdocent. "We gaan uit van praktijksituaties", zegt Iris van de Kamp. "We leren studenten daarom ook een kennisdatabank op te zetten om hun expertise met collega’s en docenten te kunnen uitwisselen", zegt Schrok. De opleiding tot digitaal rechercheur vergt meer van de adspirant cybercops dan passief colleges aanhoren in een klaslokaal. Ze moeten actief meedoen en met praktijkvoorbeelden komen. "We leren de studenten de principes aan waarop ze de rest van hun loopbaan kunnen voortborduren", zegt Van de Kamp. "De ontwikkelingen in de ICT, en daarmee in de computercriminaliteit, staan immers niet stil. De digitale rechercheur kan zich niet permitteren ooit op te houden met studeren." Het ICR kan per cursusperiode van negen maanden vier groepen van zestien studenten opleiden tot digitaal rechercheur. "Als groepen groter worden vermindert de persoonlijke inbreng van de student en dat willen we voorkomen", zegt Schrok. De leergangmanager vertelt dat zich zowel studenten met een ICT-achtergrond als studenten met een politieachtergrond voor de opleiding melden. "In deze specialisatie kennen we veel zij-instromers uit de ICT-sector", zegt Schrok. "De politiemensen brengen we de mogelijkheden van ICT bij. De ICT’ers geven we inzicht in tactisch rechercheren. Dat vergt een andere visie op ICT. Een automatiseerder heeft bijvoorbeeld geleerd hoe hij een netwerk in de lucht houdt. Wij leren hem op dat netwerk sporen te vinden en bewijzen veilig te stellen, zodat met succes tot vervolging kan worden overgegaan." Aan belangstelling uit de ICT-hoek is sinds de crisis in de sector geen gebrek meer. "We werven op het moment een ICT-docent en we hebben al 130 sollicitatiebrieven ontvangen", zegt Schrok. Overigens bestaan de ideale uitvoering van een digitale Vledder en De Cock volgens hem uit een politieman en een ICT’er.