De tantaliumkwelling
De vraag naar condensatoren voor die elektronische apparaten groeide evenredig. Vooral de vraag naar kleine uitvoeringen van dit onderdeel dat elektrische energie vasthoudt. Bij het vervaardigen van condensatoren die een klein oppervlak in beslag nemen, speelt het metaal tantalium alias tantaal een belangrijke rol. Sinds het begin van de jaren negentig is de vraag naar tantaal volgens het in metalen gespecialiseerde bureau Roskill jaarlijks met gemiddeld 24 procent gestegen. Het onderzoeksbureau verwacht dat de toepassing van tantalium in processors en geheugenchips in de toekomst het grootste deel van de productie van het metaal zal opsouperen. Condensatoren Tantaal werd in 1802 door de Zweed Anders Gustaf Ekeberg ontdekt. Het metaal laat zich in legeringen goed tot bijvoorbeeld tandartsboor of raket verwerken, omdat het hard is en een hoog smeltpunt heeft. Ook maken zijn elektrische eigenschappen het metaal bijzonder geschikt om er kleine condensatoren mee te maken. De naam is afgeleid van Tantalus, een koning uit de Griekse mythologie en zoon van de oppergod Zeus. Tantalus speelde geheimen van de goden door aan de mens. Voor straf moest hij tot in de eeuwigheid met zijn kin in het water blijven staan. Als hij wilde drinken daalde de waterspiegel naar een niveau waar hij niet bij kon komen. De uitdrukking ‘het is een Tantaluskwelling’ is hiervan afkomstig. Ekeberg noemde zijn ontdekking naar Tantalus omdat tantaal(oxide) langdurig ondergedompeld in zuur geen zouten vormt en het moeilijk voor hem was het te isoleren. Tantaal komt niet zelfstandig voor in de natuur. Het wordt onder andere gevonden in het mineraal columbiet of tantaliet. De analyse van het erts zal altijd een verhouding laten zien van een bepaald percentage columbiet en een percentage tantaliet. De benaming columbotantaliet, coltan, komt daaruit voort. Het coltanerts bevat een beperkte hoeveelheid tantaal. Coltan komt in verschillende werelddelen voor, maar kan niet overal even eenvoudig gewonnen worden. Australië is veruit de belangrijkste producent van tantalium. Het neemt de helft van de productie voor zijn rekening. Producent Sons of Gwalia is de grootste Australische producent van tantalium. Het bedrijf voorziet naar eigen zeggen in 30 procent van de wereldwijde vraag. Sons of Gwalia verkoopt zijn delfstof aan bedrijven als Starck, Cabot, Ningxia, VMC, Misui en Kazatomprom die tantaal uit het erts kunnen halen. Die bedrijven maken poeder en draad met een tantaalgehalte van 96 tot bijna 100 procent en verkopen dit door aan onder andere (toeleveranciers van) de ICTindustrie. Het Amerikaanse bedrijf Kemet Corporation en het Israëlisch/Amerikaanse Vishay Intertechnologies zijn grote afnemers. Zij zijn belangrijke leveranciers van uit tantalium vervaardigde condensatoren. Volgens schattingen bevindt 80 procent van de wereldwijde voorraad tantalium zich in Afrika en 80 procent daarvan zou weer in de Congolese bodem zitten. Coltan wordt vooral in het oosten van de Democratische Republiek Congo gedolven. Dat gebied rond Kivu wordt beheerst door Ugandese en Rwandese troepen en door hen gesteunde (criminele) organisaties. De Democratische Republiek Congo is 56 keer groter dan Nederland, er wonen ruim 55 miljoen mensen die gemiddeld 48 jaar oud worden en die jaarlijks gemiddeld 590 euro verdienen. Het centraalAfrikaanse land heette Zaïre tot rebellenleider Laurent Kabila in 1998 na een burgeroorlog de macht overnam van dictator Mobuto Sese Seko. Het regime van Kabila lag in augustus 1998 onder vuur van door Rwanda en Uganda gesteunde rebellen. Zimbabwe, Angola, Namibië, Tsjaad en Sudan hielden Kabila echter in het zadel. In juli 1999 kwam het tot een wapenstilstand. In 2001 werd Laurent Kabila vermoord en kwam zijn zoon aan het bewind in de Democratische Republiek Congo. Volgens een commissie van de Verenigde Naties bestaat de wapenstilstand alleen op papier. Uit VNrapporten blijkt dat de buurlanden van Congo en criminele organisaties de oorlog met behulp van stromannen laten voortduren omdat ze daar met de roof van grondstoffen belang bij hebben. Vanaf 2000 is er sprake van een sterke stijging van de tantaalproductie in Congo. De geologische dienst van de Verenigde Staten vermeldt voor dat jaar een productie van 200 ton. In 2001 vroeg de industrie volgens het Engelse onderzoeksbureau Roskill om 2600 ton tantalium. De productie van tantalium steeg, volgens cijfers van de Amerikaanse overheid, tussen 1996 en 2000 van 436 naar 1220 ton. De prijs van een ton tantalium steeg in die periode van 74.700 dollar tot 592.000 dollar. Thans ligt de prijs door een groter aanbod weer rond de 45.000 dollar per ton. De lagere kostprijs maakt dat bij lagere prijzen van tantalium op de wereldmarkt de winning in Afrika nog steeds lucratief is. Bedrijven zoeken naar de goedkoopst mogelijke leverancier van de grootst mogelijke hoeveelheid. Zij weten dat er in Congo tantaal wordt geproduceerd. Als het daar goedkoper is dan in Australië, wordt het daar gehaald. De kleinschalige producenten in Congo en de rest van Afrika kunnen veel sneller op de toenemende vraag inspelen. Ze kunnen eenvoudig met een houweel en een spade coltan winnen uit rivierbeddingen. Deze vorm van ontginning vergt vrijwel geen investering en de concentraties tantalium zijn hoog. Er zijn twee belangrijke methodes om tantalium te winnen: de ontginning van aangeslibde afzettingen en de ontginning van hard gesteente. De aangeslibde afzettingen zijn goed toegankelijk. De ontginning van het harde gesteente is moeilijker. De ontginning van het harde gesteente vergt vrij hoge investeringen zowel voor het mijnen als voor de verdere behandeling van het erts. Het gesteente moet worden gemalen en uit de gemalen steen moet een concentraat worden gemaakt. Een kubieke meter gesteente weegt ruwweg 2 ton en levert 1 à 2 kilo tantalium op. Goede zaken CentraalAfrika werd naast de rijke eenvoudig te ontginnen wingebieden ook uitgekozen voor de ontginning van tantalium omdat er goede zaken konden worden gedaan met de plaatselijke regeringen. Daarnaast zijn er afzettingen te vinden die elders moeilijk konden worden gevonden of waarvoor elders meer moest worden betaald, wilde een bedrijf ze ontginnen. In Australië bestaat mijnbouwwetgeving en is een bedrijf verplicht investeringen in research en dergelijke te doen. In CentraalAfrika kan een bedrijf het product onmiddelijk kopen. Ook konden bedrijven heel goede zaken doen, omdat ze van de slechte economische situatie misbruik konden maken. Wie in geldnood zit, is immers bereid tegen een lagere prijs te verkopen. Meer dan 90 procent van de aankoop en verkoop bij mijnbouwers en producenten van tantalium verloopt via vaste langetermijncontracten. Een andere mogelijkheid voor mijnbouwers is de verkoop van coltan via gespecialiseerde tussenpersonen, een honderdtal traders. Nog een alternatief is de handel op de zogeheten ‘spot market’. Dit is een beurs waarop een bepaalde hoeveelheid tantaal wordt aangeboden. De hoeveelheid tantaal die op de spot market wordt verkocht is vrij gering, het gaat maximaal om een kwart en minimaal om een tiende van de wereldproductie. Toch is de spot market belangrijk voor het tot stand komen van de prijs van tantaal. Er gaat een hefboomwerking van uit. Als het aanbod via de langetermijncontracten onvoldoende is, zal men uitwijken naar de spot market, waardoor de prijzen zeer snel zullen stijgen en dalen. Boycot Volgens Emiel Leclair is het waarschijnlijk dat door de onzuiverheid van het erts kan worden vastgesteld dat een stuk coltan bijvoorbeeld uit Congo komt. De branchemanager van het onder andere in coltan gespecialiseerde Alfred H. Knight laboratorium in België zei dat dit jaar tijdens een hoorzitting van het Belgische parlement over vermeende kartelvorming in de coltanhandel. Als de herkomst van het erts kan worden vastgesteld, kan dat een boycot van coltan uit Congo vergemakkelijken. Dat zo’n boycot er komt is niet uitgesloten. Een commissie van de Verenigde Naties publiceerde eind oktober 2002 een lijst met bedrijven die betrokken zijn bij het plunderen van delfstoffen als coltan uit Congo. Op die lijst staat, naast Vishhay Intertechnology en Kemet Corp., ook het Nederlandse bedrijf Chemie Pharmacie Holland (CPH) uit Amsterdam dat met het Amerikaanse Trinitech International samenwerkt. Trinitech is eigenaar van de omstreden, in Congo actieve coltanmijnbouwer Eagles Wings Resources. Geschrokken TweedeKamerleden wilden op 30 oktober van de minister van Buitenlandse Zaken weten wat hij van plan is tegen CPH te ondernemen. Afgelopen vrijdag constateerden de ministeries van Buitenlandse Zaken en EZ in een gesprek met CPH dat de gegevens in het VNrapport mogelijk onjuist zijn.