‘Dimpact gunt opdracht buiten aanbestedingsprocedure om’
Atos was van aanvang af beoogd partij, stelt Inter Access in de dagvaarding.
Dat leidt het af uit een bericht op de website van Enschede, waarin het eind 2005 meldde ‘juridisch en inhoudelijk’ aan een samenwerkingverband te werken, met naast Zwolle, Hellendoorn, Heusden en Oldenzaal ook Atos (Origin), XL21, e-Maxx, Telematica Instituut en TNO. De laatste twee waren betrokken bij de oprichting van Dimpact.
Belangenverstrengeling
XL21 is opgericht door een voormalig ambtenaar uit Enschede’s projectorganisatie die daar in het kader van het Superpilotprogramma het digitaal loket opzette. Enschede en Heusden hebben Atos en XL21 vervolgopdrachten gegeven. In een gezamenlijke brochure stellen de bedrijven dat ze zich baseren ‘op de kennis en ervaring die zijn opgebouwd bij de invoering van een digitaal loket bij de gemeente Enschede’. Ook bij de Dimpact-opdracht was ‘hergebruik’ van modules of applicaties een optie. Alleen had dat volgens Inter Access niet in de aanbestedingsleidraad gestaan. Het werd pas duidelijk bij een presentatie waarmee Inter Access zijn al ingediende offerte aan Dimpact kon toelichten. Belangenverstrengeling en voortrekken van Atos/XL21, vindt het bedrijf.
Dat blijkt ook uit de gang van zaken rond prijzen en tarieven, waarbij gevraagd was naar het kopen van licenties en applicaties voor de vijf Dimpact-gemeenten en het huren daarvan voor die vijf en eventueel meer gemeenten. Bij de presentatie bleek dat het eerste maar een ‘theoretische optie’ was. Dat was vooraf wel aan Atos gemeld. Iets vreemds speelt voorts rond overdracht van de intellectuele eigendom van Inter Access’ product Web+. Ofschoon de stukken aangaven dat overdracht alleen verlangd werd van tijdens de opdracht ontwikkelde producten, noemde Dimpact het onder zich houden van Web+ door Inter Access als belangrijke afwijzingsgrond.
Bij de beoordeling van de aanbiedingen telde de productfunctionaliteit voor 40 procent mee, de prijs voor 30 en de kwaliteit van dienstverleningsteam en plan van aanpak elk voor 15. De offertes zijn volgens Inter Access onjuist beoordeeld.
Ook zijn subcriteria toegepast die vooraf niet bekend waren. Het dienstverleningsteam scoorde een 5 en dat had, gezien het feit dat het drie jaar ervaring heeft en geleid wordt door een senior projectleider, minstens 7,5 moeten zijn. Dimpact schreef de lage score toe aan het niet verstrekken van informatie, maar het aanbestedingsdocument had daarom helemaal niet gevraagd.
Prijs
Ook het plan van aanpak had volgens Inter Access een 7,5 moeten krijgen en geen 6,4, want het is conform Prince-2. Atos had op beide onderdelen een 10, evenals op functionaliteit (Inter Access 9,3). Een 10 kreeg Inter Access wel voor de prijs. Atos is 2,5 maal zo duur, het verschil is 700.000 tot 1,1 miljoen euro. Met 30 procent telt prijs even zwaar als de kwaliteitscriteria. Als het mogelijk is op die laatste zo makkelijk laag te scoren als Inter Access, leidt de systematiek niet tot de economisch meest voordelige aanbieding, aldus het bedrijf.
De behandeling van het geschil stond gisteren, na het sluiten van dit nummer, op de rol bij de rechtbank in Zwolle. Inter Access eist de opdracht op. Als de rechter daar niet aan wil, vordert het herbeoordeling van de offertes of een geheel nieuwe aanbesteding.