Geo-informatiewerkers bundelen krachten
De kiem van de convergentie werd drie jaar geleden gelegd toen een uitgever de Nederlandse Vereniging voor Kartografie (NVK) en de stichting Geodesia benaderde voor samenwerking. Hoewel de eerste zorgen had over de exploitatie van haar verenigingsorgaan, kwam het niet tot een alliantie (wellicht ook omdat de tweede er geen oren naar had), maar de uitgever had wel de vraag op tafel gebracht of samenwerking binnen het vakgebied, waarin ook clubs opereerden die een impuls wel konden gebruiken, geen meerwaarde zou bieden. Vorig voorjaar kwamen de negen organisaties tot de slotsom dat samenwerking inderdaad tot meerwaarde zou leiden. Naast de NVK (negenhonderd leden) zijn bij de fusie betrokken de Kring voor Aardobservatie en Geo-informatica (KvAG, vijfhonderd leden), de Vereniging voor geografische informatie en vastgoedinformatie (VGVI, 140 institutionele leden) en drie clubs, waarvan de stichting Geodesia de koepel vormt: de Nederlandse Vereniging voor Geodesie (NVG, zeshonderd leden), de Vereniging van Landmeetkundigen (VVL, 1400 leden) en de Vereniging geo-informatievoorziening ministerie Verkeer en Waterstaat (Geo-VenW, driehonderd leden). Buiten deze drie overkoepelt de stichting ook de Bond voor Kadasterpersoneel (vierhonderd leden), die als vakbond niet met de fusie meedoet, maar met GIN wel een samenwerkingsovereenkomst sluit. Geodesia en een andere stichting, GITA Nederland (Geospatial Information & Technology Association) heffen zichzelf op en brengen activiteiten en kapitaal in GIN in. Congres Volgende week houdt Geodesia voor de laatste keer haar driedaagse congres met beurs, dat zij elke twee jaar organiseerde, en geeft het stokje over aan GIN. Die wil die tweejaarlijkse traditie voortzetten en in tussenliggende jaren iets kleinschaligers doen. Voor juni 2004 staat een bijeenkomst gepland, waar de vijf GIN-secties zich presenteren: Landmeetkunde en Geodesie, Aardobservatie, Cartografie en Geovisualisatie, Vastgoedinformatie, en Geo-ICT. De partners hebben samen zo’n vierduizend leden. Nu dubbellidmaatschappen wegvallen, denkt GIN met 3500 à 3800 leden te starten: personen en, evenals de VGVI, bedrijven en instellingen. Binnenkort verschijnt het eerste nummer van het maandblad Geo-informatie. Voorzitter Leen Murre verwacht groei, omdat geo-informatie een steeds grotere rol speelt in allerlei toepassingen. Hij hoopt dat iets van de introversie, die het vakgebied nu nog eigen is, kan worden ingeruild voor beroepstrots: "Het gaat vaak om hoogopgeleide, zeer op hun eigen specialisme gerichte mensen, die er niet goed in zijn hun vak te verkopen. Maar ze bezorgen de maatschappij veel leuke en goede dingen. Ze mogen daar best trots op zijn en laten zien wat ze doen."