HP blijkt tóch een softwarebedrijf te zijn
Maar op HP’s conferentie Software Universe, onlangs in Las Vegas, viel de naam OpenView nauwelijks en maakte HP duidelijk dat het een bredere kijk op software aan het ontwikkelen is.
Van de 3,6 miljard dollar die HP jaarlijks aan R&D besteedt, gaat inmiddels zo’n 70 procent naar de softwaredivisie. Dat was twee jaar geleden nog maar 30 procent. En de echte groei in software heeft HP gerealiseerd met circa 20 overnames van softwarebedrijven, culminerend in enkele grote overnames. Novadigm werd gekocht in 2004, Peregrine werd eind 2005 ingelijfd en een jaar later volgde Mercury, met een prijs van 4,5 miljard dollar de grootste softwareovername in 2006.
Deze week voegde HP het bedrijf Opsware toe aan zijn verzameling. Dat mede door Netscape-pionier Marc Andreessen opgerichte bedrijf richt zich op het automatiseren van het beheer van de IT-infrastructuur. Daarmee zit HP Software inmiddels op een omzetniveau van ruim boven de 2 miljard dollar per jaar – exclusief bijbehorende diensten.
Rationalisatie
De manier waarop HP de markt te lijf wil wordt volgens CEO Mark Hurd weerspiegeld in de manier waarop HP zijn eigen IT grootschalig aan het rationaliseren is. Die rationalisatie was nodig, want “onze IT groeide harder dan onze omzet”. Onder andere de consolidatie van meer dan tachtig rekencentra in drie centrale locaties (met elk een eigen backup-centrum) en het reduceren van meer dan 700 data marts naar één centraal data warehouse moeten de kosten terugbrengen van meer dan 4 procent van de omzet naar minder dan 2 procent van de omzet. “We zetten daarbij sterk in op standaardisatie van hardwarecomponenten”, zegt Hurd, “en de differentiatie moet vervolgens komen van software en services. Software staat centraal in onze IT-omzetting.”
Die operatie, inmiddels anderhalf jaar onderweg, wordt geleid door CIO Randy Mott, die bij WalMart en Dell al naam maakte met forse IT-reorganisaties. In zijn verhaal is een grote rol weggelegd voor NeoView, HP’s data-warehousetechnologie die sinds eind vorig jaar onder de term ‘business information optimization’ (BIO) een van de pijlers van HP Software is. “Al die data marts die HP gebruikt, zijn groot, maar het zijn geen enterprise data warehouses”, zegt Mott. “En ze vergen veel te veel verbindingen met al die legacy-applicaties.” Alleen met een centrale data warehouse die toegang biedt aan 50.000 beslissers bij HP – en met de bijbehorende ‘global IT’ – zijn de kosten werkelijk omlaag te brengen.
BTO
De belangrijkste pijler van HP software is BTO – ‘business technology optimization’. Dat is de verzamelnaam van de OpenView-software en de producten van Mercury en Peregrine. ‘OpenView’ is niet langer het grote merk. Het zou een vorm van kapitaalvernietiging zijn als de Mercury-producten op het gebied van softwarekwaliteit en -testen en IT-governance simpelweg in het OpenView-portfolio zouden worden opgenomen, legt een marketingmanager uit. In plaats daarvan laat HP de drie merknamen voorsaovereind gelaten en definiëert een aantal ‘product centers’, waarin combinaties van de (deel-)producten zijn ondergebracht.
Aan die integratie, die HP’s focus op IT-beheer definitief moet verbreden naar ‘BTO’, valt overigens nog wel wat te sleutelen, merkt een vijftal Gartner-analisten op in een notitie naar aanleiding van HP’s software-conferentie. De meeste van de overgenomen bedrijven zijn in deze portefeuille opgenomen, zij het om bepaalde gaten op te vullen, zij het ter strategische expansie (zoals bij Mercury). Veel overnames zijn met een zekere vertraging tot stand gekomen en de roadmaps voor de producten zijn nog niet overal uitgekristalliseerd, evenmin als de merkenstrategie. Gartner verwacht dat HP zijn belofte om diverse nieuwe softwareovernames (wederom om gaten te vullen en om zijn terrein te verbreden) te doen ten uitvoer zal brengen in zijn streven dé automatiseerder van het rekencentrum zelf te worden.
Een vorm van integratie waar HP op zijn Software Universe hoog opgaf, is de combinatie van ‘requirements management’ en ‘quality management’. Marketing-VP Mark Sarbiewski van HP: “Als je 50 projecten hebt, kun je de link tussen bedrijfsprioriteiten en al die projecten niet meer in een spreadsheet bijhouden. Je moet eerst in business-taal vastleggen hoe je al die projecten aanstuurt. Dan blijk je bijvoorbeeld al veel duplicate projecten tegen te komen. Vervolgens moet je de vraag kunnen stellen: ‘Als ik díe requirements verander, welk project wordt dan belangrijker en kan ik dan nog steeds met de softwaredefecten van dat project leven?’ Dat kun je nu managen.”
Een ander voorbeeld van HP’s ambities is – hoe kan het ook anders – SOA-governance. De Systinet-technologie die Mercury voor HP’s overname al in eigendom kreeg, dient daarvoor als basis. “het is belangrijk vast te stellen wie de eigenaar is van services in de registry van een SOA-omgeving”, zegt de van Systinet afkomstige Avrami Tzur, VP SOA van HP. “Mensen moeten het daarover eerst eens worden. Als een service crasht en onderdeel is van tien verschillende applicaties, is het een single point of failure. En niet alleen de verantwoordelijkheden moeten worden vastgelegd, ook wat er daarna gebeurt. Als een service wordt aangepast, hoe volg en beheer ik dan die veranderingen?”
Tzur stelt dat de voormalige Systinet-software dat beheer moglelijk maakt zonder beheerders weer met een extra ‘dashboard’ op te zadelen. “We krijgen steeds meer vragen over dit soort zaken. Dat betekent dat er veel SOA’s echt in productie worden genomen.”