ICT 2007: Service Oriented Architecture verandert de kosten/batenplaatjes
Diezelfde ERP-leveranciers (voor zover ze elkaar niet hebben overgenomen) zijn nu de regels aan het veranderen, stelt Andy Kyte. Van bedrijfsapplicatiesuites schuiven ze op naar platformen waarop (onder andere hun eigen) bedrijfsapplicaties draaien.
Dat stelt CIO’s en anderen voor belangrijke keuzes – belangrijk genoeg voor Gartner om er een apart analysegebied voor te definiëren: Enterprise Platform Migration. “We moeten in ieder geval voorkomen dat bedrijven doen alsof het maar een ‘upgrade’ is”, zegt Kyte.
SAP’s NetWeaver/Enterprise Service Architecture en Oracle’s Fusion zijn de bekendste voorbeelden; de ERP-leveranciers bouwen hun aanbod om naar een Service Oriented Architecture en dat kan hun klanten nauwelijks ontgaan zijn. Vanaf 2008 zal de vraag ‘hoe gaan we om met het SOA-concept?’ de agenda van CIO’s en andere IT-hoofden jarenlang bepalen, stelt Kyte. “De uitdaging voor onze klanten in de komende vijf jaar is enorm. Daarom moeten we nu uitleggen hoe bedrijven zich moeten opstellen.”
Volgens Kyte hebben bedrijven daarbij drie opties.
Optie 1: Niets doen
“Er is een volstrekt redelijke reactie voor veel organisaties en dat is: niets doen. Dat is oké, maar het moet wel een intelligente beslissing zijn. Deze keuze moet in feite gebaseerd zijn op het uitgangspunt dat je wel alvast informatie over SOA verzamelt en begint met het vaststellen van beleid voor investeringsbeslissingen die worden gebaseerd op je eigen inschattingen. Je moet vooral niet doen alsof er niets gebeurt. Maar niets doen op korte tot middellange termijn is waarschijnlijk voor veel organisaties een redelijke beslissing – zolang het maar een geïnformeerde beslissing is.”
Optie 2: Volg de roadmap
De tweede optie is het onverwijld volgens van de ‘roadmap’ van de leverancier. “Neem voor elk van de applicaties in je portfolio gewoon het medicijn dat de leverancier biedt. Dat doen sommige organisaties.” Je schikken in de gedachte dat de leverancier de dienst uitmaakt, hoeft niet per se slecht te zijn. “Ik denk dat de grote leveranciers tot op zekere hoogte de toekomst hebben gedefinieerd, wat ook hun taak is. Ze moeten de problemen van bedrijven te lijf gaan. En die problemen hebben niet veel te maken met functionaliteit, maar vooral met de wendbaarheid van bedrijven en de snelheid van de veranderingen. Als je business-gebruikers vraagt naar de waarde van IT, zeggen ze dat ze vooral problemen hebben met realiseren van veranderingen om zich aan marktomstandigheden aan te kunnen passen. Dus de leveranciers hebben hun architectuurinvesteringen gestoken in het flexibeler en aanpasbaarder maken van hun applicaties. Het is goed dat ze het probleem begrijpen en erin investeren.”
Kyte geeft wel toe dat er bij deze optie veel wordt gevraagd van het vertrouwen van de klanten, omdat de ERP-leveranciers nog volop bezig zijn met het omvormen van hun software. “Het bewijs moet worden geleverd in de uitvoering van hun ideeën. Ze hebben elementen afgeleverd, maar ze hebben nog een hele weg te gaan voordat bedrijven duidelijk hebben wat het kostenprofiel is en wat ze er uiteindelijk aan hebben.”
Optie 3: Doe eerst een stap naar achteren
“Als bedrijf kun je je realiseren dat de omvang en complexiteit van een migratie zo groot is, dat het waarschijnlijk een goed idee is je af te vragen waarom je dit soort dingen zou doen en specifiek welke opties je per onderdeel hebt. Stel dat je een ERP-systeem hebt dat moet migreren naar de architectuur van de volgende generatie. En misschien draai je je HR-functies erop. Het is dan wellicht een goed idee er eens strategisch tegenaan te kijken en je af te vragen of je je eigen salarisverwerking binnenshuis blijft doen met software die je zelf installeert, of dat dit het moment is om voor dit onderdeel over te stappen op business process outsourcing. Met andere woorden: de derde optie is een stap achteruit doen van de gedwongen upgrades en jezelf afvragen waar je over drie tot vijf jaar wilt zijn en welke systemen en diensten je dan nodig hebt.”
Kyte kan zich wel voorstellen dat CIO’s op dit moment zeggen dat ze in het huidige SOA-aanbod van hun leveranciers nog ‘geen substantie’ zien. Het zou roekeloos zijn voor een groot bedrijf om te migreren van een relatief stabiel platform naar iets dat nog grotendeels onbekend is. Maar het zou net zo roekeloos zijn ervan uit te gaan dat het huidige platform nog tien jaar gebruikt kan worden. “Ik denk dat bedrijven absoluut moeten begrijpen waarom ze vanuit hun huidige staat zouden moeten veranderen. SOA als verschijnsel bestaat uit een verzameling zeer aantrekkelijke beloften en enkele tastbare zaken. De meeste waardetoevoegende elementen van een SOA moeten nog worden afgeleverd. Bijvoorbeeld ecosystemen die plug-and-play-omgevingen opleveren.”
Een keus tussen optie 2 en 3 kan in de praktijk bijvoorbeeld afhangen van wat het gaat kosten – en dat is meestal niet weinig. “Als je één of twee modules van je ERP-leverancier hebt geïmplementeerd, bijvoorbeeld Financials en Human Resources, en je hebt de standaard ‘vanille’-versies, dan kun je vaststellen dat het eenvoudig is om de roadmap van de leverancier te volgen. De kosten zullen daarbij meestal acceptabel zijn. Maar als je een brede applicatieportfolio hebt van verschillende leveranciers, waarvan elk een eigen fase van rijpheid heeft, met daarbovenop ook nog eens een hoge graadvan dure maatwerkaanpassingen, kun je aanzienlijk meer kwijt zijn aan een coherente modernisering en migratie dan je in feite in eerste instantie voor die software hebt betaald.” Dat soort constateringen zal sommige bedrijven enorm angst inboezemen en voor anderen zelfs financieel onmogelijk zijn. Elke organisatie moet dus beslissen waar de kansen liggen om de zaak te moderniseren, wat de kosten daarvan zijn en hoe en wanneer ze daarvoor financiering gaan regelen.”
Maatwerk of niet, de klok tikt voort. De grote banken bijvoorbeeld, die nog steeds veel legacy-applicaties uit de jaren 70 en 80 hebben en geen grote aanhangers van ERP zijn geworden, staan voor grote uitdagingen. “Het zal lastig voor ze zijn om hun systemen te migreren naar een wereld waarin ze een meer integraal onderdeel zijn van de waardeketen. Het einde van applicaties komt niet met een klap van een guillotine, maar bedrijven moeten wel de inherente fragiliteit van hun bestaande applicatieportfolio gaan begrijpen.”
Het blind volgen van de roadmap van de leveranciers is volgens Kyte een gemiste kans. “Zelfs als bedrijven weinig maatwerk hebben, zullen de kosten van de migratie duidelijk zichtbaar zijn in de begroting. Er zijn uiteindelijk altijd alternatieven. Je kunt wel volgzaam zijn, maar het moet een actieve beslissing zijn.”
Overschat
Dat een bedrijf als SAP zijn gebruikers een stabiele versie van de kern van zijn ERP-software belooft, is goed, meent Kyte, maar de betekenis daarvan moet niet overschat worden. “De verleiding voor de gebruiker is nu wellicht dat die denkt ondersteuning te hebben voor zolang als het nodig is. In realiteit komt de CIO in jaar vier, vijf of zes van het gebruik van mySAP ERP 2005 onder druk te staan; niet door de leverancier, maar door de gebruikers. Die beginnen namelijk eisen te stellen. Ze zien nieuwe functionaliteit die beschikbaar komt, maar alleen in de nieuwe architectuur. Vijf jaar lijkt langer dan het is. Je moet een plan hebben.”
CIO’s zullen volgens Kyte sowieso op een andere manier tegen meerjarenplanningen moeten aankijken. Wie bijvoorbeeld een applicatie wil uitbreiden met maatwerk en daarvoor een ROI ziet van zeven jaar, kan in de problemen komen. Als de onderliggende technologie binnen drie jaar vervangen wordt, moet de aangepaste applicatie opnieuw worden ‘gemaatwerkt’ en opnieuw worden geïntegreerd, met alle kosten van dien. “En die kosten staan niet in de oorspronkelijke business case. Dus misschien zou je de systeemuitbreiding moeten uitstellen tot je die migratie achter de rug hebt. Misschien betekent dat dat je die migratie wat moet versnellen. Voor dat soort beslissingen moet je een omgeving creëren.”
Beslissingen nemen over een service oriented architecture zullen ook op grote schaal coördinatie vergen tussen de IT en de ‘business’. Over de opzet van de overlegstructuur kan nog enige tijd nagedacht worden – dat is het goede nieuws. Dat geeft wat ruimte om een structuur te crëren waarin ‘beide kanten’ het programma kunnen overzien. “De meeste IT-afdelingen blijken nog steeds hun beslissingen op een verkokerde manier te doen: dus ze nemen CRM-beslissingen en kiezen een systeem. Dat is geen beslissing over het bedrijf als geheel of over de IT-architectuur. Maar wat zo anders is aan enterprise platform migration is de sterke behoefte aan coördinatie voor het management van een meerjarig programma om een volledige migratie van een portfolio van applicaties te bereiken – van waar we nu zijn naar een toekomstige toestand. Dat is een enorme uitdaging.”