Incubator-concept maakt comeback
Nedstat, het Amstelveense bedrijf dat gespecialiseerd is in bezoekersstatistieken voor websites, kreeg 3 miljoen euro financiering. Het bedrag viel uiteen in 1,5 miljoen nieuw eigen vermogen door uitgifte van aandelen aan onder meer de venture capital firma’s Prime Technology Ventures en Synergia Capital Partners. Prime was reeds aandeelhouder. Het overige betrof een achtergestelde lening van CenE Bankiers. De nieuwe financiering is bedoeld om de financiële positie van Nedstat te versterken en de expansiestrategie voort te zetten. 1.100.000 Financier Sienna Holdings voegde het Delftse bedrijf Eonic toe aan zijn Twinning-portefeuille. Eonic is een leverancier van herprogrammeerbare oplossingen voor defensietoepassingen en antiterrorisme. De Nederlandse venture capital-wereld is in beweging. Terwijl de eerste internetbedrijven uit de vc-portefeuilles een beursgang voorbereiden, worden oude fondsen opgeheven, nieuwe gevormd en tegelijkertijd blijkt het concept van de incubator terug van weggeweest. Zo wordt een van de bekendste investeringsmaatschappijen, Nesbic uit Utrecht, door moeder Fortis op termijn ontbonden. Een van de fondsen is Nesbic CTe, waarvan participaties Scarlet Telecom en Energiebedrijf.com naar de beurs willen. Een afsplitsing van Nesbic is Bencis, dat onder meer de ICT-dienstverlener AAC Cosmos in portefeuille heeft. Een aantal Nederlandse participatiemaatschappijen heeft een nieuw fonds in voorbereiding dat is bedoeld voor het financieren van het midden- en kleinbedrijf. Het moet een omvang krijgen van 100 miljoen euro en moet bestaande fondsen voor het MKB van geld voorzien. De status ervan is echter nog vaag, aangezien de Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP) met het ministerie van Economische Zaken over de plannen overlegt. De meest opvallende noviteit van de afgelopen maanden bestaat uit het verschijnen van nieuwe incubators die startende ICT-bedrijven op weg willen helpen naar expansie. Zo nam de Groningen Internet Exchange eerder dit jaar het initiatief tot de Groningen Internet Valley (GIV) en werd daarbij ondersteund door enkele grote ICT-bedrijven en (semi-) overheidsorganisaties. GIV biedt adviezen, opstap naar financieringsbronnen en toegang tot onbeperkte bandbreedte aan nieuwe internetbedrijven. Een van de eerste projecten is een administratief programma voor kappers volgens het ASP-concept. Naast ASP gaat de aandacht uit naar streaming en multimediadiensten, gaming, toepassingen voor de gezondheidszorg (e-health) en nieuwe communicatiemogelijkheden tussen overheden en burgers (e-government). GIV kreeg 450.000 euro subsidie van de noordelijke provincies. Een andere incubator is Netherware, een initiatief van de faculteit Wiskunde en Informatica van de Universiteit Utrecht. Netherware moet als een ‘incubatorlab’ dienen waar studenten nieuwe software kunnen ontwikkelen en met ondersteuning hun eigen onderneming kunnen starten. De incubator telt inmiddels elf bedrijfjes. Opmerkelijk is dat Netherware mede stoelt op de niet geringe ambitie om de ‘Amerikaanse overmacht in de software-wereld te doorbreken met innovatieve producten’. Netherware blijkt ook een groot vertrouwen te stellen in de diverse technostarters-regelingen, waarvan de voorgangers in het verleden zo goed als allemaal zijn geflopt. De initiatieven van deze non-profit-organisaties komen tegen de achtergrond van een flauwe markt voor privaat venture capital. Durfkapitalisten investeerden volgens adviesbureau Ernst & Young, in het derde kwartaal bijna 770 miljoen euro in Europese ondernemingen, een forse daling vergeleken met het tweede kwartaal toen bijna 1,1 miljard euro werd gemeten. De daling is nog niet trendmatig, aangezien het eerste kwartaal van 2004 werd overtroffen. De situatie in Nederland lijkt in de pas te lopen met Europa, hoewel de onderzoekers toegeven aangaande Nederland geen totaal beeld te hebben van het investeringsklimaat. Wel menen ze een lichte verschuiving waar te nemen van de investeringsactiviteiten in de richting van de eerste levensfasen van ondernemingen.