Overslaan en naar de inhoud gaan

Innovatie

Vaak wordt gedacht dat nieuwe technologie direct na de uitvinding in de praktijk wordt toegepast. De geschiedenis van innovaties leert dat dit niet waar is. De stoommachine werd niet direct ingezet om werktuigen aan te drijven, het wiel niet om lasten te vervoeren en het buskruit niet om schoten te lossen. Het duurde vaak lang eer het zover was.
Carriere
Shutterstock
Shutterstock

De econoom Schumpeter maakte in zijn klassieke werk Kapitalisme, socialisme en democratie al een verschil tussen ‘invention’ en ‘innovation’. ‘Invention’ ging er dan om dat het nieuwe apparaat was uitgevonden en ‘innovation’ dat het ook in de praktijk werd toegepast. Bij die innovatie kwam veel meer kijken dan bij de uitvinding alleen. Uit onderzoek is gebleken dat er, naast de uitvinding zelf, ook voorwaarden van heel andere aard geschapen moesten zijn. Het ging dan om voorwaarden van maatschappelijke, organisatorische of psychologische aard. Soms ook om alles tegelijk. Het bekendste voorbeeld van Schumpeter betreft de stoommachine. Het is niet zo geweest dat de eerste stoommachine direct in een fabriek werd opgesteld om de arbeiders daar het werk lichter te maken. De begeleidende innovatie schijnt te zijn geweest dat hun vrouwen geleidelijk gingen accepteren dat ze op een wat verder weg gelegen plaats gezamenlijk werk verrichten. Daarbij kwam die stoommachine mooi van pas omdat de voordelen van dat gezamenlijk werk daardoor veel groter werden. Een stoommachine de man op vele individuele werkplekken zou economisch ook onhaalbaar zijn geweest. Een ander voorbeeld, waarbij de perceptie door fabrikant en gebruiker essentieel bleek, is de opkomst van de fax. Puur technologisch gezien, werd de fax al in de jaren dertig van de vorige eeuw ontwikkeld. Het apparaat kwam echter niet op de markt omdat men het nut ervan niet inzag. De echte doorbraak van de fax kwam pas veel later, na de brede introductie van het kopieerapparaat op kantoren. Toen pas viel het kwartje: kopiëren op afstand, dat is handig! Waarom nu dit verhaal? Het is vooral bedoeld om een verklaring te geven waarom ICT in de praktijk vaak maar moeizaam zijn weg vindt. Met name meer technisch ingestelde vakgenoten zijn vaak verbaasd dat de vele voordelen van hun nieuwe technologieën niet juichend in elke organisatie worden binnengesleept. Het is voor hen immers glashelder wat die voordelen zijn: het is sneller en kleiner en je kan er nieuwe dingen mee. Gebruik het dan! Maar zo werkt innovatie niet. Gebruikers kijken niet of het sneller en kleiner is en er nieuwe dingen mee kunnen. Zij kijken hoe het hun persoonlijk leven beïnvloedt. In het geval van werknemers bijvoorbeeld: kunnen ze nu beter worden gecontroleerd? Moeten ze nu harder gaan werken? Wordt het werk saaier of verliezen ze zelfs hun baan? Dat zijn een paar van de factoren die gaan bepalen of de nieuwe technologie echt wordt gebruikt. Dat geldt trouwens ook voor hun bazen. Die kijken ook niet of het sneller of kleiner is of er nieuwe dingen mee kunnen. Ze kijken of ze er meer klanten door krijgen of dat de bestaande klanten beter worden bediend. Of dat ze hun concurrenten te slim af kunnen zijn. Vaak is dat alleen maar zo als ze hun werkprocessen ingrijpend veranderen. Maar daar hebben de techneuten weer geen verstand van. Weg innovatie! Een mooi voorbeeld van de relatie tussen technologie en context vind ik de innovatie ‘telewerken’. Telewerken is inmiddels zo populair dat het niet eens meer zo heet. Het heet tegenwoordig gewoon ‘werk’. Vele mensen werken tegenwoordig overal: thuis, in de trein, op vakantie en zelfs op hun ‘werk’. Dat is ooit wel anders geweest. In mijn tijd bij het toenmalige Studiecentrum voor Technologie en Beleid bij TNO (inmiddels daar weg geïnnoveerd), heb ik in 1992 onderzoek gedaan naar de toekomst van telewerken in Nederland. De toen breed weggelachen conclusie uit dat onderzoek was dat binnen een aantal jaren miljoenen Nederlanders zouden telewerken. Op verschillende talloze congressen werd toen de staf over mij gebroken met als belangrijkste argument dat het toch alleen maar om ‘elektronisch garnalenpellen’ zou kunnen gaan. Om alleenstaande moeders, die op de rand van hun bed data zaten in te kloppen waarna er een chauffeur langs kwam om de floppy’s op te halen. Om echt werk zou het nooit kunnen gaan. Leidinggevenden moeten immers leiding geven aan hun ondergeschikten. Die moesten dan wel aanwezig zijn. Hoe anders is het daarna gegaan. Vrijwel elke manager weet tegenwoordig dat hij moet sturen op output en niet op input. Je kunt nergens zo lekker luieren als achter je bureau. Het gaat er om wat je doet, niet waar je het doet! Hoewel velen dus niet meer aanwezig op kantoor of fabriek hoeven te zijn, werken de mensen harder dan ooit, door een combinatie van zelfsturing en technologie. Innoveren gaat dus om veel meer dan alleen technologie. Zou het Innovatieplatform dat al doorhebben? Rob Meijer is plv. directeur van Het Expertise Centrum en schrijft maandelijks een column voor Automatisering Gidsr.meijer@hec.nl

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in