IT-consortium richt zich op mobiliteitsvraagstuk
Reizigers in het openbaar vervoer én autogebruikers vormen de doelgroep van het MIC. Zij kunnen straks via pc, PDA of GSM/GPRS-telefonie informatie krijgen over een af te leggen route, te verwachten hindernissen, aankomsttijden, of vervoerskosten. Niet van station naar station of van carpoolplek naar carpoolplek, maar van deur tot deur. Vervoersbewijzen, combinaties van (huur)-auto en openbaar vervoer met gereserveerde plekken, alles is mogelijk. Ook tijdens de reis blijft de informatie beschikbaar, bijvoorbeeld via een online-routenavigatiesysteem, mobiele telefoon of PDA. Het is zelfs mogelijk draadloze beïnvloeding van verkeersregelsystemen via het MIC te regelen. Science fiction, inderdaad. Enige scepsis mag dan ook niet ontbreken. Zoals Frits Felix van beoogd consortiumdeelnemer Sun het uitdrukte: “Effectiviteit is gelijk aan de som van kwaliteit en acceptatie.” Een ingewikkelde manier om te zeggen: “het moet wel werken.” Toch zijn er al veel onderdelen van zo’n MIC operationeel. Tijdens de workshop werden voorbeelden gegeven. Een spreker van Interpay liet bovendien zien dat betaling van MIC-diensten via bestaande technieken van micropayments prima zou kunnen. Volgens een manager van Vizzavi zouden MIC-diensten prima passen in het profiel van zijn bedrijf, dat nu al statische reis- en verkeersinformatie verstrekt. En CMG wees erop dat Ford binnenkort elke nieuw auto voorziet van unieke IP-adressen. Financiële bijdrage Volgens initiatiefnemer Henk Spittje van het CROW (Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek) zullen deelnemers in het consortium naast hun kennis en expertise een financiële bijdrage inbrengen die kan oplopen tot enkele tienduizenden euro’s. “Het bedrijfsleven leidt volgens diverse onderzoeken jaarlijks zo’n miljard euro schade als gevolg van slechte bereikbaarheid. Ook veiligheid en leefbaarheid zijn in het geding.” Volgens hem kan het beter, maar kijken reizigers als ze een afstand willen overbruggen niet of nauwelijks naar de voor- en nadelen van de ter beschikking staande vervoersmogelijkheden. Het aanbieden van consistente en terzake reis- en verkeersinformatie zowel voor als tijdens een verplaatsing (onder andere via internet, mobiele telefoon, dysplays en borden) kan volgens het CROW echter een belangrijk middel zijn om verkeerscongestie te voorkomen dan wel te verminderen. Spittje: “Van belang is dat de informatie niet alleen actueel is, maar dat deze ook aansluit bij de diverse reismomenten waarop de reiziger, al dan niet vrijwillig, een beslissing moet nemen. Het gaat dan om informatie over onder meer incidenten, wegwerkzaamheden, alternatieve vervoerwijzen, knooppunten (transferia, P&R-plaatsen) en parkeergarages.” ICT kan de drempel voor ketenverplaatsingen zo verlagen dat reizigers eerder geneigd zijn een combinatie van vervoersmogelijkheden te kiezen, waarbij de doelstelling van het MIC is dat reizigers van deur tot deur worden begeleid. Het nationale vervoers- en verkeersplan NVVP 2001-2020 verwoordt dit als volgt: “Informatieve diensten vergemakkelijken de ketenmobiliteit.” Mobiliteitswinkel De uitvoering van een MIC is minder science fiction dan het wellicht lijkt. In Eindhoven functioneert sinds eind 2000 een succesvolle mobiliteitswinkel in de Vinexlocatie Meerhoven met vijftienduizend inwoners. De winkel stemt vervoersvraag en -aanbod op elkaar af. Producten als skelterverhuur, hightech-fietsen, verhuur van groene deelauto’s, plekken in parkeergarages, vervoersbewijzen voor de bus en carpoolen zijn beschikbaar. Vanuit huis kan een bewoner van Meerhoven via telefoon of computer advies vragen en een dienst aankopen. Vorig jaar verkocht de winkel 16.000 kilometer vervoer met de groene auto’s als Smart, Think of Prius. De consument betaalt voor zo’n auto ongeveer 4 tot 6 euro per dag. In Twente loopt het Sabimos-project: Satellite Based Information and Monitoring Operating System. Virtuele lussen, niet in maar boven het wegdek, geven verkeersinformatie door aan de centrale computer die de data linkt aan het vervoersschema van de bus en doorseint naar de boordcomputer. Bij vertragingen beïnvloedt die boordcomputer de verkeerslichten, zodat de bus door kan rijden. Een veel flexibeler systeem dan het huidige Vetag-Vecom, dat niet interactief is. Het is ook goedkoper en biedt extra functionaliteit aan de reiziger die via GPRS of op displays bij de halte reisinformatie krijgt. Ook het vervoersbedrijf krijgt veel meer managementinformatie. Bij een combinatie met een modern betalingssysteem voor micropayments kan een reiziger voor zijn openbaar vervoer exact zoveel betalen als hij gebruikt; van instappen tot uitstappen. In september van dit jaar is Sabimos operationeel. Twente is bovendien de regio waar volgens de huidige plannen het eerste MIC van de grond gaat komen. De ervaringen in het Sabimosproject kunnen daarbij uiteraard goed van pas komen. Andere contouren van een mobiliteitscentrum doen zich voor in de auto-industrie. Ford gaat nieuwe auto’s uitrusten met een internetverbinding. Elke auto krijgt een uniek IP-adres en kan remote via een klein beeldscherm in het dashboard op maat afgestemde boodschappen van de fabrikant of de dealer ontvangen. En Fiat heeft in een aantal modellen al zijn Connect-systeem, een eigen mobiliteitscentrum dat in staat is contact te leggen met de auto waar ook ter wereld. De bestuurder moet het initiatief nemen. Met één druk op de knop verstuurt hij een SMS naar de centrale desk in Arese (Italië). In die SMS zit een locatiebepaling en een herkenning. Vervolgens neemt de helpdesk contact op met de bestuurder (in de correcte taal) en kan deze informatie vragen over de meest ideale route, maar ook bijvoorbeeld een hotel in de buurt laten reserveren. Combinatie Het gaat Spittje echter vooral om de verbinding van alle mogelijkheden binnen de vervoersketen. Een MIC moet dus een soort combinatie zijn van de mobiliteitswinkel in Eindhoven, het Sabimos-project in Twente en bijvoorbeeld de telematicatoepassingen van de auto-industrie. Maar het blijft de vraag of het MIC in staat is de vrijbrief te produceren die de reiziger al sinds de Middeleeuwen nodig heeft om ongestoord op de plaats van bestemming te komen. Want het aantal leveranciers van informatie is erg groot, de communicatiestandaarden zijn er nog nauwelijks en niemand weet precies welk businessmodel zo’n MIC rendabel kan maken. Ook tijdens de reis blijft de informatie van het Mobility Information Centre beschikbaar. foto: anp/phil horvat