‘IT kan goedkoper, beter en sneller’

CMM staat voor Capability Maturity Model, een methode om vast te stellen hoe volwassen het software ontwikkelingsproces van een onderneming is. De standaard is vastgesteld door het Software Engineering Institute (SEI) van het Amerikaanse ministerie van Defensie. Bovengenoemde reden gaven de doorslag voor de ING Groep om een deel van het IT-werk uit te besteden aan Indiase bedrijven. Het laten ontwikkelen van software is één van die activiteiten die in aanmerking komen om te worden uitbesteed. Minder fouten Guus Duijsters, ING Manager Offshore Development Facilities: “Wij krijgen betere programmatuur geleverd uit India dan uit Nederland. De software die wij van Indiase bedrijven krijgen bevat een stuk minder fouten, waarschijnlijk doordat men daar werkt met procedures conform het SEI-CMM-niveau 5, hetgeen aanmerkelijk hoger is dan wij hier in Nederland gewend zijn. Hun ‘peer reviews’, waarbij collega’s het werk van elkaar nakijken, zijn heel effectief. Nu worden zelfs de doorgewinterde sceptici binnen ons bedrijf die altijd riepen dat ‘we toch wel rotzooi zouden terugkrijgen’ enthousiast.” De Indiase IT partners slagen er niet alleen in om beter werk af te leveren, maar doen dat ook nog een stuk sneller en gemiddeld 45 procent goedkoper. Duijsters: “We hebben dit kunnen testen doordat wij een aantal gelijksoortige projecten moesten laten verrichten. Een aantal daarvan is aan Nederlandse bedrijven uitbesteed of door onszelf gedaan en een aantal is aan onze Indiase partners uitbesteed. De Indiërs haalden een kwalitatief veel beter resultaat tegen een fractie van de kosten, in een enkel geval waren ze zelfs 85 procent goedkoper.” Zo gaat het overigens niet altijd. Duijsters: “Ik heb ook wel meegemaakt dat onze Indiase IT-partner het project heeft uitgevoerd voor anderhalf keer de prijs van een offerte van een Nederlands IT- bedrijf. Maar hier leek de procesbewaking een risicofactor. Het was in dit geval niet ondenkbaar dat we een grove budgetoverschrijding zouden hebben opgelopen als zij het project daadwerkelijk hadden uitgevoerd. In het algemeen kunnen we wel stellen dat onze Indiase partners sneller klaar zijn dan hun Nederlandse concurrenten, dit kan soms wel 60 procent van de doorlooptijd schelen.” Selectieproces Bij uitbesteding is het belangrijk om een goed selectieproces uit te voeren. De ING heeft daarom eerst een bureaustudie van de Indiase IT-markt gedaan. Daarna heeft men een een ‘request for information’ laten uitgaan naar een aantal Indiase IT-bedrijven. Op basis van de hierop binnengekomen stukken heeft men cijfers uitgedeeld. Bedrijven met een ISO-certificaat en CMM-niveau 5 kregen hoge punten. Ter vergelijking: de gemiddelde Nederlandse IT-afdelingen worden geschat op CMM- niveau 1,5. De tien Indiase IT-bedrijven die het hoogst hebben gescoord zijn bezocht door een internationale delegatie die ING voor deze gelegenheid heeft samengesteld. Ter plekke heeft men de bedrijven en hun management beoordeeld aan de hand van een ‘funtional & personal interaction analysis’. Verder werd bekeken of het management een visie heeft over strategie en toekomst van het bedrijf, zodat de continuïteit wordt gewaarborgd voor de relatie tussen ING en de potentiële partner. Daarnaast spelen ook minder zakelijke overwegingen een rol. Zo is het van belang om te bezien of het personeel menswaardig is gehuisvest. Op het eerste oog zijn vrij simpele technische factoren bij de besluitvorming betrokken. Er is bovendien gekeken naar de aanwezigheid en staat van een UPS (‘Uninterrupted Power Supply’) zodat men gespaard blijft van achterstanden in het werk door de veel voorkomende Indiase energiestoringen. Indruk De Indiase bedrijven die tijdens het bezoek de beste indruk maakten is verzocht een case study uit te werken. Daarin werd men gevraagd om een oplossing te geven voor een typisch ING-softwareprobleem. Met de drie Indiase IT-bedrijven die na deze proef als beste uit de totale evaluatie kwamen zijn raamovereenkomsten afgesloten. Het selectieproces heeft ongeveer tien maanden geduurd. Bij ING zijn in de 28 afgeronde en lopende uitbestedingsprojecten ongeveer tweehonderd tot driehonderd Indiase IT-specialisten in India aan het werk. In principe wordt het werk daar uitgevoerd, toch lopen er ten behoeve van die projecten verspreid over de verschillende ING-businessunits, wereldwijd ongeveer 25 Indiase ITspecialisten rond. Vooral conversieprojecten zijn geschikt om uit te besteden naar India, merkte ING. Dit zijn projecten waarbij er technische veranderingen in programmatuur nodig zijn, terwijl de functionele wijzigingen in programmatuur beperkt blijven. Bijvoorbeeld wanneer software moet worden aangepast op een nieuw platform. In dit type projecten heb je de minste kans op communicatiestoornissen. Duijsters: “Wij maken veel gebruik van videoconferencing, teleconferencing en e-mail. Daarnaast wil ING altijd een of meerdere Indiërs on-site (bij de ING Business Unit) hebben als liaison-officer. Afhankelijk van grootte en complexiteit van het project gaan ING-projectleiders of -teamleden een of enkele keren naar India voor overleg. Bij de start en oplevering van een project komen hier altijd Indiërs over de vloer. Dit is voor ons voldoende om geen last te hebben van communicatieproblemen.” Guus Duijsters: “Nu worden zelfs de doorgewinterde sceptici binnen ons bedrijf die altijd riepen dat ‘we toch wel rotzooi zouden terugkrijgen’, enthousiast.” foto: anp/diederik v.d. laan