IT-lands: Draadloos kind
Maar eerst even iets heel anders. Toen ik achttien was – eind jaren zeventig – ben ik anderhalf jaar op stap geweest met een rugzak. Europa, Midden-Oosten, Noord- en Latijns-Amerika.
Low budget natuurlijk, veel gelift, veel geleerd ook en – zeker in het begin – veel heimwee gehad. Ik was alleen, en thuis was ver weg – op het laatst duizenden en duizenden kilometers verderop.
Contact met thuis verliep via luchtpost – brieven geschreven op van die lichtblauwe, flinterdunne velletjes rijstpapier. Ik schreef wekelijks een brief, en de brieven áán mij werden poste restante verzonden naar een postkantoor dat ik ruim van tevoren had opgegeven. Bijvoorbeeld: To mr. Ewoud Sanders, Poste Restante, Lima, Peru.
Het ophalen van die post was een belevenis. Je moest eerst uitzoeken bij welk postkantoor je moest zijn (meestal, maar niet altijd, het hoofdpostkantoor), dat moest toevallig open zijn (wat heel vaak niet zo was), en vervolgens moest je iemand treffen die echt z’n best voor je wilde doen. Ik heb vaak te horen gekregen dat er, helaas, geen post voor me was, waarna er, na enig aandringen, toch een paar brieven opdoken bij de E van Ewoud.
Na vier weken iets horen van thuis, van vrienden en vriendinnen – voor mij was het een ongekende belevenis. Terugkijkend denk ik dat ik de mooiste leeservaringen in mijn leven heb beleefd op groezelige stadsbankjes voor aftandse hoofdpostkantoren in vieze en lawaaiige steden.
Goed, dan nu de huidige stand van zaken. Sinds mijn dochter in Costa Rica verblijft, gebruiken wij Skype – u weet wel, dat programma waarmee je gratis via internet kunt bellen. Met name in het begin hadden we onze dochter om de paar dagen aan de lijn. Zij zat dan met haar laptop bij het administratiegebouw van de campus, de enige plek waar ze daar draadloos internet hebben. Met op haar laptop een webcam. Wij hier achter de pc, eveneens mét webcam.
Ik vond het surrealistisch. Dochter die haar webcam ronddraait en zegt: en daar is dus de tuin, kunnen jullie de eetzaal zien?, en hé, daar heb je mijn vriendin Lara, die zit naar haar vriendje te bellen.
Dit alles gratis en voor niks via internet. Én – dat zit bij de prijs inbegrepen – volkomen instabiel. Om de paar minuten viel de verbinding weg, waardoor een normaal, min of meer gestructureerd gesprek onmogelijk was.
Voor wie de centen heeft om met een mobiel en/of laptop op stap te gaan, bestaan afstanden niet meer. Alles is maximaal een paar klikken of toetsaanslagen ver – althans in die delen van de wereld waar ze internet en zendmasten hebben, maar dat is bijna overal.
Draadloos kind in tuin in Costa Rica, aan de andere kant van de wereld, maar bijna aan te raken via de webcam. Ik vond het bizar, vervreemdend en ik ben er nog steeds niet uit of ik het wel leuk vind. Ik geloof het eigenlijk niet.