Juridische Analyse: Aansprakelijk voor burn-out door mislukte automatisering
Anders gezegd, in bepaalde omstandigheden kan slechtwerkende ICT dus tot schadeplichtigheid van de werkgever jegens het personeel leiden. Waarschijnlijk een novum in het Nederlands recht. De FNV verwacht nu meer rechtszaken.
Toch blijft het oppassen geblazen. Klachten als lusteloosheid, het ontbreken van energie en ronduit tegenzin hebben om aan de slag te gaan kunnen mogelijk helemaal gegrond zijn, dat wil echter nog niet zeggen dat ze aan de werkgever zijn toe te rekenen, bijvoorbeeld omdat het belangrijkste ICT-project op de zaak één grote puinhoop is. Een slechte relatie of andere problemen in de familiesfeer, of bijvoorbeeld een mid-life crisis behoren evenzeer tot de mogelijkheden.
En op het werk hebben werknemers natuurlijk ook een eigen verantwoordelijkheid. Al degenen die denken dat ze voortdurend hun e-mails moeten lezen (en beantwoorden), terwijl er nimmer iets afbrand, laat staan dat hun werkzaamheden en functie dit gedrag verlangt, bezorgen zichzelf nodeloos stress. Denk bovendien aan de fysieke pendant van beroepsziekten, waaronder repetitive strain injuries (RSI). Behalve de traditionele muisarm en –pols kennen we tegenwoordig de blackberry-duim. What’s next?
In de eerste helft van de tachtiger jaren, tijdens de begindagen van kantoorautomatisering toen eindgebruikers achter beeldscherm en toetsenbord plaatsnamen, ontstond er vrijwel meteen discussie over de gezondheidsaspecten van ICT. Zo zouden computers desinteresse in het werk en een hoog ziekteverzuim veroorzaken door oververmoeidheid, hoofdpijn, rugpijn, miskramen, hoornvliesafwijkingen en bijziendheid.
In 1984 onderzocht TNO in opdracht van Sociale Zaken de fysieke klachten die het werken met beeldscherm met zich mee zouden brengen. Daaruit bleek dat deze klachten weliswaar niet ongegrond waren, maar dat de gezondheidsproblemen niet werden veroorzaakt door het werken achter een terminal. In datzelfde jaar diende ook een geruchtmakende ontslagprocedure voor de Amsterdamse kantonrechter. Een secretaresse die ineens achter de terminal moest gaan werken, wilde dat alleen doen wanneer werkgever Heineken schriftelijk zou verklaren dat zij hiervan geen fysieke of psychische klachten zou krijgen. De bierbrouwer weigerde en vroeg ontslag aan. Volgens de rechter mocht dat. Schadevergoeding kreeg de vrouw niet, omdat Heineken geen verwijt kon worden gemaakt bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Wel ontving de vrouw een schadeloosstelling ter grootte van 12.500 gulden.